Het kabinet is bezig het raadgevend referendum zo snel mogelijk af te schaffen. De reden voor de afschaffing is de slechte ervaring met het Oekraïne-referendum. Tenminste, in de ogen van Kajsa Ollongren, die toch iets moest bedenken om deze maatregel te verdedigen. Ondertussen is er komende week een tweede raadgevend referendum, dit keer over de sleepwet. Het ziet ernaar uit dat dit referendum gaat aantonen hoe stompzinnig de afschaffing van dit instrument is.
Bewijs daarvoor werd deze week geleverd in het Amsterdamse debatcentrum De Balie, waar vier Tweede Kamerleden in debat gingen over de sleepwet. Voorstanders Malik Azmani (VVD) en Kees Verhoeven (D66) namen het op tegen tegenstanders Kathalijne Buitenweg (GroenLinks) en Ronald van Raak (SP). In werkelijk alle opzichten blijkt het referendum over de sleepwet totaal anders uit te pakken dan dat over het associatieverdrag met Oekraïne.
Peter Kanne van I&O Research laat aan het begin van het debat zien dat de meerderheid van de Nederlanders al maandenlang vóór de sleepwet is. Tegenstanders zijn er echter ook: die zitten in de zaal. Kanne legt nauwgezet uit dat veel aanwezigen ook de kenmerken van tegenstanders hebben. De grote massa is niet in De Balie aanwezig en is wel voor. Het idee dat een referendum dus per definitie tot nee-stemmen leidt is onzin. Ook het idee dat fanatieke tegenstanders het grote publiek gemakkelijk kunnen ompraten en overtuigen alsnog nee te stemmen, is onjuist.
Dat laatste ligt in dit geval voor de hand: als burgers moeten kiezen tussen privacy en veiligheid, kiezen velen voor veiligheid omdat ze denken dat ze toch niets te verbergen hebben. Wat deze balans tussen privacy en veiligheid concreet inhoudt is bij lang niet iedereen bekend, zo blijkt ook uit de cijfers van Kanne. Zo denkt 41% van de Nederlanders te weten dat er een maatregel in de sleepwet staat die er helemaal niet instaat. Een beetje flauw om burgers op de details af te rekenen, want zij kennen wetgevingsdetails vrijwel nooit.
Deze avond valt juist op hoe eenduidig de discussie over de sleepwet is.
De vraag hoe ver de sleepwet moet gaan, gaat precies zoals de tegenstanders al heel lang zeggen over het zogeheten sleepnet. Daarmee kan de AIVD ongericht heel veel data verzamelen. Dit kan nuttig zijn omdat er belangrijke informatie opgehaald kan worden, maar het nadeel is dat deze berg data het zoeken naar relevante gegevens kan bemoeilijken en dat het sleepnet de privacy aantast. De voorstanders bagatelliseren het gebruik van het sleepnet: dit instrument zal volgens hen nauwelijks worden gebruikt. De tegenstanders zeggen dat de AIVD deze mogelijkheid vanzelf gaat gebruiken als die wordt toegestaan.
Dit hangt samen met een tweede vraag: mogen dergelijke ongefilterde gegevens ook met buitenlandse inlichtingendiensten worden gedeeld? Voorstanders zeggen dat dit in het belang van de veiligheid kan zijn en dat deze mogelijkheid dus wenselijk is. Tegenstanders vinden dat data alleen gedeeld kunnen worden als het materiaal eerst door Nederland is bekeken. Hoe weet je anders zeker dat je niet de gegevens van Gülen-aanhangers naar Erdogan stuurt? De discussie in De Balie maakt duidelijk dat dit voorbeeld realistisch is.
Het debat over de sleepwet laat zien dat een debat over een wet prima kan verlopen zonder dat er twijfels ontstaan over wat er precies in die wet staat, zoals bij het Oekraïne-referendum het geval was. Ook is er geen twijfel over wat de sleepwet wel en niet mogelijk maakt en wat de eventuele problemen daarvan zijn. Dat was bij Oekraïne wel even anders. De sleepwet-discussie gaat uitsluitend over de balans tussen privacy en veiligheid. Het debat is informatief, ondanks dat niet alle burgers alle details kennen, maar die kennen ze bij verkiezingen ook niet.
Slechts één ding is hetzelfde gebleven: de zaal zit deze avond niet vol. De kans dat het sleepwet-referendum grote mensenmassa’s aanspreekt is uiterst klein, net als bij het Oekraïne-verdrag. De meeste mensen halen er hun schouders over op. Als de opkomstdrempel dit keer wordt gehaald, is dat omdat er ook gemeenteraadsverkiezingen zijn. Het lijkt onwaarschijnlijk dat de lust om referenda aan te vragen snel zal toenemen. Het zal altijd bij uitzonderingen blijven.
Als het sleepwet-referendum vóór het Oekraïne-referendum was georganiseerd, had het kabinet dit instrument ongetwijfeld niet afgeschaft.