Het Openbaar Ministerie (OM) heeft tegen vier minderjarige jongens werkstraffen geëist tot 180 uur voor openlijk geweld tegen een homostel in Arnhem. Dat gebeurde op de vroege zondagochtend van 2 april vorig jaar op de Nelson Mandelabrug. De aanval trok landelijk veel aandacht, omdat die zou zijn gericht op de seksuele geaardheid van de slachtoffers.
Maar de officier van justitie zei voor de rechtbank in Arnhem dat er geen aanwijzingen zijn dat discriminatie het motief is geweest voor het geweld. De vechtpartij zou zijn begonnen met opmerkingen over en weer, waarbij de verdachten zich grievend uitlieten over de seksuele geaardheid van de twee. De aanklager heeft er bij zijn eis wel rekening mee gehouden dat er sprake was van discriminerende woorden.
Verder is er onvoldoende bewijs dat een van de slachtoffers, die meerdere tanden kwijtraakte, is geslagen met een betonschaar. Wel is gebleken dat de verdachten, van wie er drie inmiddels zeventien en een nu vijftien is, een betonschaar bij zich hadden. Maar deskundigen konden niet onomstotelijk vaststellen dat dit letsel is ontstaan door het slaan met dit gereedschap, aldus de aanklager.
Een van de zeventienjarigen is volgens de aanklager schuldig aan het plegen van openlijk geweld met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg bij een van de slachtoffers. Tegen hem werd 180 uur geëist. De andere twee zeventienjarigen hoorden voor openlijk geweld 120 uur werkstraf en de jongste verdachte 120 uur, waarvan 20 voorwaardelijk, tegen zich eisen.
De zitting was niet openbaar vanwege de minderjarigheid van de verdachten. Uitspraak over twee weken.
ANP