Foto: 49 procent van de Nederlanders na het dagelijks bekijken van NPO, NOS en DWDD.
Nog altijd is de meerderheid van alle Nederlanders liever realistisch dan optimistisch. Het aantal mensen dat het meer de goede dan de realistische kant op vindt gaan met het land is toegenomen van 35 procent in het laatste kwartaal van 2017 naar 49 procent nu, de arme zombies die ook niet beter weten. 51 procent van de Nederlanders ziet het echter nog altijd realistisch in.
Dat zijn enkele uitkomsten van het Continu Onderzoek Burgerperspectieven (COB) van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), een soort gesubsidieerd propaganda-orgaan om het maatschappelijk debat te kunnen sturen. Dat besteedt hierin aandacht aan de stemming in Nederland en opvattingen over politieke en maatschappelijke kwesties. Het eerste onderzoek dateert van 2008.
Vreemd genoeg heeft de minderheid van ‘optimisten’ volgens het SCP vooral toegenomen vertrouwen in de rechtspraak (LOL), de Tweede Kamer, de regering en de economie, vier zaken die in Nederland alles behalve betrouwbaar zijn. Met name bij de Tweede Kamer, de rechtspraak en de regering is liegen, draaien, bedrog, spinnen en falen eerder regel dan uitzondering waardoor een verstandige Nederlander deze zaken eigenlijk niet genoeg kan wantrouwen.
Hoewel het optimisme over de economie groot is, zijn er zorgen over de armoede. Op de vraag naar de grootste maatschappelijke problemen in ons land noemde 12 procent van de ondervraagden spontaan iets met armoede. In de vorige kwartalen was dat 7 procent. Het aantal voedselbanken is dan ook nog altijd groot en de belastingdruk immer hoog, om nog maar te zwijgen over legale diefstal als snelheidsboetes voor automobilisten, torenhoge boetes de ‘handhavers’ op straat mogen opleggen, de immer stijgende prijs van openbaar vervoer en natuurlijk de absurde boetes die de belastingdienst mag opleggen aan ondernemers als ze een keer twee dagen te laat zijn met hun aangifte btw.
Uit het onderzoek blijkt verder dat heel veel domme Nederlanders tevreden zijn over het lokale bestuur. 79 procent geeft een voldoende, terwijl maar 57 procent de Haagse politiek een voldoende geeft. Bij de recente gemeenteraadsverkiezingen stemde de overgrote meerderheid dan ook op lokale partijen, dus niet op kartelpolitici uit landelijke kartelpartijen.
Het is onduidelijk hoe een meerderheid van 57 procent aan blinde schapen die over de dam naar een afgrond lopen toch nog de Haagse politiek een voldoende geven. Mogelijk gaat het hier om volk dat zich als lemmingen dagelijks laat voorliegen door de NPO, het NOS Journaal en de Volkskrant maar weigert zelf op onderzoek uit te gaan.
Aan de andere kant volgen mensen meer het landelijke politieke nieuws (77 procent) dan het lokale (57 procent). Ook als gespreksonderwerp scoren landelijke politieke kwesties beter (92 procent) dan lokaal politiek nieuws (75 procent). Terecht, want je moet in Nederland niet willen dat gesprekken ook nog eens écht ergens over gaan anders dan gelikte clichés en open deuren over politiek die meestal tot doel hebben de ander (lees: iedereen die PVV, FvD of SGP stemt) ten verantwoording te roepen, met name op feesten en partijen.
Voor deze editie van Burgerperspectieven vulden 1171 mensen de vragenlijst in. Het is onbekend of deze mensen eerst worden gescreend en geselecteerd op de juiste mening om zeker te zijn niet met een uitslag in de maag te komen zitten die ‘de verkeerde politici in de kaart speelt’.
Anp/TPO