De debatten in de aanloop naar de Helderse gemeenteraadsverkiezingen maakten het al duidelijk: politieke verschillen zijn hier minimaal. Er deden vijftien partijen mee en ze vonden allemaal grotendeels hetzelfde. Ze willen allemaal heel veel leuke dingen voor de mensen, met name op sociaal terrein, want er zijn in Den Helder nogal wat mensen afhankelijk van zorg of een uitkering. Er is opmerkelijke eensgezindheid over de doelen van het beleid, zeker voor partijen die in de dagelijkse praktijk niet altijd constructief met elkaar samenwerken.
De goede verstaander kan slechts tot de conclusie komen dat de politieke verschillen worden opgeblazen. Er is in Den Helder voortaan een Seniorenpartij, maar die heeft op het sociale domein vooral een links programma wat volledig overlapt met wat andere partijen al vonden. Waarom Den Helder een eigen Seniorenpartij nodig heeft is een raadsel. De PVV is in Den Helder ook nieuw, maar onderscheidende standpunten heeft de club niet. Natuurlijk roept de PVV wel iets over de islam, maar dat is zo irrelevant voor Den Helder dat het vooral symboliek is.
Over inhoud gaat de lokale politiek van Den Helder dus in ieder geval niet. Tot welke dynamiek leidt dit eigenlijk? Het probleem zit vooral in het idee van burgers dat politieke verschillen wél bestaan en er bovendien toe doen. Als de burger naar de landelijke politiek kijkt ziet hij de hele tijd verschillen: GroenLinks wil echt iets anders dan de PVV en dat gaat totaal niet samen. De VVD en de SP hebben verschillende programma’s die slecht met elkaar te rijmen zijn. DENK en FvD verhouden zich ook uiterst moeizaam tot elkaar.
Lokaal gaat het echter om accenten. De ene partij wil wat meer stadsvernieuwing, de andere wat minder. De een wil de in financiële nood verkerende schouwburg redden, de ander niet. Dit soort accentverschillen zijn nauwelijks in ideologische termen uit te leggen en lijken redelijk willekeurig. Het is met name bij de vijf lokale partijen in de gemeenteraad slecht uit te leggen dat ze echt verschillende uitgangspunten hebben. Ze ontstonden vooral om electorale redenen zoals een pakkende naam, of door onderlinge onenigheid en afsplitsingen.
Het uitleggen van het verschil tussen de Helderse varianten van CDA, D66 en VVD is eveneens een hels karwei.
Burgers en journalisten verwachten politieke verschillen en dus spelen politici dat spelletje mee. Bij debatten is er vaak geen ideologisch verschil en dus zoekt men dat in de details. We zouden dit ‘het narcisme van het kleine verschil’ kunnen noemen. Partijen hebben de neiging allemaal te doen alsof hun minimale onderlinge verschillen toch ontzettend belangrijk zijn. Buitenstaanders denken weliswaar dat die verschillen klein zijn, maar dat is volgens de politici beslist onjuist. Dat burgers al die partijen niet uit elkaar kunnen houden, laat zien dat politici maar wat kletsen.
Dit gegeven leidt tot een vreemd uitgangspunt bij de formatie. Er werden in Den Helder twaalf partijen gekozen en al die partijen kunnen in alle mogelijke combinaties in een coalitie terecht komen. Er zijn geen combinaties die inhoudelijk onmogelijk zijn. De enige uitzondering is wellicht de PVV vanwege haar anti-islam-agenda. Bij een borrel geven Helderse politici dit simpele gegeven ook massaal toe: het is onzin te doen alsof er fundamentele meningsverschillen zijn die samenwerking echt in de weg staan. Ze zijn er gewoon niet.
Kijk maar naar de wonderlijke partij-combinatie die nu als eerste wordt onderzocht. Er is geen enkele logica in te ontdekken.
Of toch wel? De logica is niet inhoudelijk maar persoonlijk. Sommige partijen kunnen niet met elkaar in één coalitie terecht komen omdat de politici onderling niet met elkaar door een deur kunnen. Niet vanwege de inhoud, maar vanwege hun onderlinge verstandhouding. Het is heel simpel: bij winnaar Beter voor Den Helder vinden ze VVD-leider Kees Visser een lul. Hij kan dus niet meedoen aan de nieuwe coalitie, tenzij Beter voor Den Helder over de eigen schaduw heenspringt.
Politici zullen dit ongemakkelijke feit nooit erkennen: zij blijven wijzen op de programmatische verschillen. De VVD stond in Den Helder altijd voor de grootschalige stadsvernieuwing en Beter voor Den Helder niet. Het narcisme van het kleine verschil dus, want de belangrijkste projecten zijn al afgerond en de rest gaat over zaken als snelheid en planning. Daar zou iedere buitenstaander zo een compromis over sluiten, maar in Den Helder worden zulke zaken opgepompt tot onmetelijke proporties.
Beter voor Den Helder kan immers niet met goed fatsoen toegeven dat Kees niet mee mag formeren omdat ze hem een lul vinden.
De serie Chris Aalberts in Den Helder gaat na de gemeenteraadsverkiezingen nog even verder met de vraag wat de Helderse verkiezingen precies hebben opgeleverd.