‘Men kan de realiteit negeren, maar men kan niet de gevolgen van de realiteit negeren’. Met dit citaat van de Russische schrijfster Ayn Rand begint de Egyptisch-Duitse politicoloog en schrijver Hamed Abdel-Samad (1972) zijn nieuwste boek ‘Integratie – Een mislukt protocol’, dat volgens hem ‘elke politicus in Duitsland zal lezen – en ik wil dat ze het geweten hebben.’
Het is een persoonlijk verslag van zijn komst naar Duitsland in 1995, als zoon van een soennitische imam, met hoge verwachtingen van Duitsland en van zichzelf. Maar vooral een diepgravende analyse van wat integratie betekent (“kiezen”) en wat er in Duitsland en Europa de afgelopen decennia is misgegaan op het gebied van integratie, met name van Arabische en Turkse moslims.
Natuurlijk gaan er dingen goed, schrijft hij, en hij haalt vele voorbeelden aan van mensen in zijn boek, maar dat is niet te danken aan de politiek. Integendeel. De vrijheid is duur als je moslim bent, laat Abdel-Samad met feiten overtuigend zien. En de vrijheid wordt binnenshuis vaak geminacht. In Duitsland stemmen in verhouding meer Turken voor Erdogans grondwetswijziging dan in Turkije zelf. Er zijn meer moslimvrouwen in Duitsland die een hoofddoek dragen dan in de landen waar ze vandaan komen. Het aantal gevallen van eerwraak wordt systematisch verzwegen, zoals veel verzwegen wordt.
De grootste fout van de Duitse politiek is wat hem betreft het vooropstellen van het collectief – de islam willen integreren en niet het individu – waardoor vooral de politieke islam met conservatief-religieuze dwingelandij ‘succesvol’ integreert, en het individu, dat steeds dieper in het moeras van de islamtische gemeenschap wordt getrokken, niet. Dit proces stopt niet, schrijft hij. Linkse politici geloven in sociale mobiliteit, dat problemen zichzelf oplossen en in de goedheid van mensen, maar dat geloof gaat ons niet redden. Abdel-Samad moet niets hebben van uitspraken als ‘de islam hoort bij Duitsland’. ’Het sterkt de verkeerde mensen en verzwakt de goede.’
De toekomst is sharia-rechtspraak, schrijft hij. Een parallelle samenleving, waarin islamitische patriarchale structuren (waartoe ook de hoofddoek behoort) verder worden versterkt en meer jonge mannen hun ressentiment ook buiten het groeiend aantal no-go areas zullen afreageren. Hij schrijft: ‘de staat en zijn organen, de samenleving, de zwijgende massa van Duitsers en liberale moslims moeten eindelijk iets doen!’ Om de dystopie voor te zijn stelt hij aan het eind van zijn boek een ‘Marshallplan’ op – een oplossing in theorie, noemt hij het. Want politici zullen de problemen zo lang mogelijk voor zich uitschuiven.
Hij kent de koran als zijn broekzak, net als zichzelf en de maatschappij waarin hij doorlopend op de vlucht is. In 2013 werd er een fatwa tegen hem uitgesproken toen hij islam met fascisme vergeleek. Sindsdien wordt hij elk uur van de dag beveiligd. Hij bekijkt het positief: ’Zo zie je dat vrijheid van meningsuiting in strikte zin nog bestaat in Duitsland, de staat beschermt mij immers nog.’
Met deze voorkennis ontmoet ik hem op een zomerse lentedag in het Berlijnse café-restaurant Einstein, aan de Unter den Linden. De afspraak is op het laatste moment verzet naar eind van de middag, ‘dat moet nu eenmaal,’ zegt hij als we naar ons tafeltje in de hoek lopen. Tegenover ons bij het raam zitten de drie beveiligingsmannen – routineus lopen ze om beurten even de keuken in of een andere ruimte, gaan even naar buiten. Een grote zwarte BMW staat half op de stoep pal voor de zij-ingang, waar hij zojuist binnenkwam.
Een ober legt in één sierlijke beweging een wit damast tafellaken voor ons neer. Damast en dreiging, het leven van een islamcriticus. Om te voorkomen dat al het normale – de geluiden van de espressomachine, het lezen van de menukaart, een bezoek aan de wc – zich alweer opdringt, gaat het er meteen over.
Hoe gaat het met u, meneer Abdel-Samad?
Best goed. Ik had nog nooit zo weinig bewegingsvrijheid, maar ook nog nooit zo veel vrijheid van geest. Ik heb geen privé-leven en dat mis ik, ik ben namelijk iemand die graag spontaan het vliegtuig pakt naar een Zuid-Europese stad, naar de film gaat, of met vrienden afspreekt. Nu moet ik ze dagen van te voren bellen. Ik heb de hoogste prijs betaald die je maar kunt betalen, maar daar staat tegenover dat ik alles kan denken en zeggen wat ik wil – dié vrijheid is alleen maar gegroeid.
Als de zoon van een imam ontwikkelde u zich van een diepreligieuze moslim tot een ‘Munstermoslim’ – een voorbeeldmoslim voor de academische bühne – tot een man die na jarenlang kritisch zelfonderzoek in 2009 ‘Afscheid van de Hemel’ nam (het boek waarmee u brede bekendheid verwierf In Duitsland). U brak met de islam omdat vrijheid geen half werk kan zijn, schrijft u. Was het onvermijdelijk?
Ik kon het gewoon niet meer opbrengen te leven volgens het principe van veel moslims in Duitsland: ‘Schein und Sein’. Het was dus een onvermijdelijke uitkomst van een lang en pijnlijk proces. Toen ik ‘Afscheid van de hemel’ wilde publiceren prees mijn Duitse professor mij voor mijn moed maar hij maakte me duidelijk dat dit het einde van mijn academische loopbaan zou zijn. Ik had lange tijd geloofd dat ik me in de academische wereld kon bewegen zonder denkverboden, maar dat bleek niet het geval. Dat ik Egypte had verlaten om mijn mening zonder angst te verkondigen, gaf de doorslag, dus ik publiceerde mijn boek.
Westerse overheden stellen een hoop geld ter beschikking om een soort liberale of vrijzinnige islam te promoten door leerstoelen te betalen van mensen in de liberale theologie van de islam. Uw opvattingen moeten het zonder enige overheidssteun zien te redden. (Behalve dan de overheidssteun voor uw beveiliging). Zou er niet ook overheidssteun moeten komen voor atheïstische opvattingen, althans zo lang er overheidssteun is voor liberaal-religieuze opvattingen?
Nee, althans niet voor mijzelf. Zolang ik geen fondsen krijg of anderszins gesteund wordt ben ik onafhankelijk. Wiens brood men eet wiens woord men spreekt, dat is me wel duidelijk geworden de afgelopen jaren.
Als critici met u in discussie gaan, zoals onlangs de Oostenrijkse islamwetenschapper Mouahanad Khorchide, dan tekent zich steeds dezelfde dialoog af. U zegt bijvoorbeeld: de profeet Mohammed voerde oorlog en trouwde met een zes-jarig meisje, dus hij mag geen voorbeeld voor deze tijd zijn. De reactie is: er zijn vele narratieven binnen islam. Maar tegelijk is volgens Khorchide de interpretatie dat islam vrede en barmhartigheid is, steeds waar. Hoe houdt u dit ‘discussieren’ vol?
Ik heb vanwege mijn situatie veel gewend. Ik ben niet zo afhankelijk van de reacties van mijn luisteraars. Ik beschrijf de ziektes van de samenleving met mijn mening, dat is het. Als ik zeg dat Mohammed een krijgsheer was, en ik vraag: geef me een voorbeeld waarin hij dat niet was, dan krijg ik geen antwoord.
De andere strategie van critici is zeggen dat ik ‘rechts in de kaart speel’. Willen jullie dat ik de waarheid niet zeg, is dat het? Moet ik een poezelige realiteit voor jullie creëren? Nee. Als ik een historisch boek schrijf ben ik toegewijd aan de historische bronnen en de waarheid, als ik schrijf over integratie dan ben ik toegewijd aan de problemen en de oplossingen. Kom niet aan met ‘maar..’. Wat zijn jullie prioriteiten vraag ik dan, problemen oplossen of rechts isoleren?
Als je een probleem met rechts hebt ga de politieke arena in en vertel je ze dat ze het mis hebben. Kom niet bij mij als vrijdenker, om me te vertellen wat ik wel en niet kan zeggen. Ik zal altijd zeggen wat ik geloof dat waar is. Mensen die weten dat ik gelijk heb, maar vinden dat ik mijn mond moet houden, zijn de reden waarom rechts groot wordt. En het slaat ergens op, want veel mensen herkennen ondanks deze strategie toch wel de waarheid.
Wat is uw mening over de verkiezing van Viktor Orbán in Hongarije?
Mensen hebben hem gekozen, wat moet ik zeggen? In Duitsland roept iedereen: fout! Als Hongarije Viktor Orbán kiest betekent het niet dat die mensen, zoals ook in Oostenrijk en Polen en Denemarken het allemaal mis hebben. We moeten niet denken dat we hier op een soort eiland van heiligen zitten. Als Hongarije Orbán wil, als Rusland Poetin wil, wie zijn wij dan om te zeggen dat ze het fout hebben? En als al deze landen in die richting bewegen is het niet omdat hun mensen slecht zijn maar omdat linkse politiek gefaald heeft.
Dat kan zijn maar het verweer is: als er een nieuwe Hitler opstaat moeten we dat voor zijn.
Ze grijpen zo snel naar Hitler tegenwoordig. Ga maar naar een psycholoog en ga daar op de bank liggen en praten over je angst voor Hitler maar projecteer die angst niet steeds op mij.
U ziet individuele verantwoordelijkheid van moslims, ‘Biodeutschen’ en alle betrokkenen als de enige sleutel tot een oplossing voor de integratieproblemen. Geen overheidsbemoeienis ten aanzien van integratie, maar een erkenning van het individu – en de goedwillenden steunen. U schrijft: ‘we kunnen geen dialoog voeren met een religie, alleen met individuen.’ Met wie gaan we dan in dialoog?
Eigenlijk zijn er twee sleutels tot een oplossing. Een dialoog beginnen met de goeden – en de slechten isoleren. Met slechten bedoel ik de haatdragende, rancuneuze moslims, de fundamentalisten. We moeten juist onze armen openen voor moslims waarmee we een gemeenschappelijke basis hebben.
We doen momenteel het tegenovergestelde. We isoleren degenen die aan onze kant staan en we steunen degenen die tegen ons zijn. We subsidiëren degenen die het meeste lawaai maken en onderhandelen voortdurend met ze over grondrechten. We staan kind-huwelijken toe, besnijdenis, bieden halal kantines aan en schrappen varkensvlees van het menu, om maar een paar voorbeelden te noemen. Terwijl, als tolerantie van onze kant de enige reden zou zijn, dan moeten we ook de steakhouses en McDonalds sluiten, die kwetsen de Hindu’s. Maar de Hindu’s kunnen ons niets schelen. Lafheid is de echte reden, onder de vlag van tolerantie.
Hoe bieden we individuen die willen integreren meer ruimte? Want het lijkt een onmogelijke opdracht in dit stadium.
De oplossing is duidelijk maar het wordt onmogelijk gemaakt. Hoewel 76 procent van alle Duitsers vindt dat islam niet bij Duitsland hoort maakt links ervan dat al die mensen ‘rechts’ zijn, zodat er niets hoeft te worden besproken, gedaan en veranderd. Feit is dat deze ‘rechtse’ Duitsers geen scepsis voelen voor andere minderheden, zoals Vietnamezen of Japanners. Omdat die ons niet haten. Die vertellen hun kinderen niet: niet met Duitsers spelen want die eten varkensvlees en drinken alchohol. We moeten liberale moslims steunen die het opnemen voor seculiere waarden maar niet onze hoop daarop vestigen. Want het oplossen van de problemen zal nooit verlopen via de islam.
Want?
De islam is het grootste probleem. De islam erkent het individu niet en dat zal ook nooit gebeuren. Islam creëert een maatschappelijke en wettelijke orde die niets, maar dan ook niets met individuele vrijheid te maken heeft. Zelfs de meest liberale interpretatie zal niet verenigbaar zijn met onze vrije samenleving. Het is uiteraard goed om persoonlijk contact te leggen met moslims, via school en werk. Vrijheid aantrekkelijker voor ze proberen te maken dan het collectieve systeem waar ze vandaan komen.
We kunnen jonge mensen bijvoorbeeld leren onderhandelen met hun islamitische ouders over vrijheden. Dit kunnen we allemaal onderling doen. Wat we niet moeten doen is de aanpak van de overheid: er is een probleem laten we het de moskee vragen. Nee, want de moskee is het probleem. We sturen vluchtelingen rechtstreeks naar de moskee. Welkom in de parallelle samenleving, zeg ik dan.
Ik ben wat verrast dat u tegenover de islam een vrije, liberale, samenleving ziet. U schetst de islam als de patriarchale structuur die het individu ontkent, en zet daar een wel heel rooskleurig alternatief van individuele vrijheid en gelijke kansen, van zelfontplooiing en verlichte waarden tegenover. U heeft zelf gezien dat dit niet klopt. De westerse politieke structuur als geheel promoot ook collectivisme als de norm. Dat zien we aan politieke correctheid, censuur en het rondpompen van propaganda over een ’geslaagde integratie’.
Ik maak onderscheid tussen de waarden en de realiteit. We moeten hoe dan ook vrijheid laten zien als het beste wat we te bieden hebben, omdat het zo is. Zodat we niet het islamitische systeem van zwijgen adopteren en de moskeeën laten bepalen hoe we over kwesties mogen praten.
Het collectivisme werkt twee kanten op. De islam heeft de Europese samenleving een spiegel voorgezet. Die laat zien hoe onzeker we zijn over onze identiteit. De islam promoot een sterke identiteit. Een sterke cultuur, die met agressie verdedigd wordt. Wat zien wij in die spiegel? Iets heel anders. Dit leidt tot een collectivisme als tegenreactie, autoritaire regimes, anti-democratische tendensen op alle terreinen. De spiegel werkt overigens van twee kanten. Moslims zien de vruchten van de vrije markt, een vrij leven. Dat is ook pijnijk, want ze moeten dan eigenlijk nagaan: kan het zijn dat ik een loser ben?
Wat is de verklaring voor de innige relatie tussen links en islam? Is het een pragmatische of een ideologische?
Allebei. De ideologische setting is al het altijd snuffelen en zoeken naar slachtoffers. Vroeger was dat het proletariaat, maar die zien zichzelf inmiddels allemaal als de middenklasse. Toen was er de Derde Wereld – en walvissen redden. Ook dat project is weer losgelaten. Daarna kwamen de immigranten. Maar links zorgt helemaal niet voor haar slachtoffers. Ze willen ze niet helpen, niet vieren, niets. Racisme van lage verwachtingen is het resultaat. Het pragmatische deel is partnerschap, de samenwerking tegenover het kapitalisme, onder andere.
Maar in uw boek schrijft u: de islam heeft een hekel aan links, aan de ideeën van gelijkheid, van homorechten en vrije liefde. Dus dat is een behoorlijk ongezonde relatie op die manier, of niet?
Het zou een ongezonde relatie moéten zijn. De waarden van links zijn: vrijheid van meningsuiting, vrouwenrechten, anti-religieus, dat wijst de islam allemaal af. De oplossing van links is echter om al die waarden op te schorten zodra het over islam gaat. Dat lukt in hun hoofden door moslims als een collectief te zien, een groep die wordt onderdrukt door het westen en niet door de islam zelf. De hiërarchie van slachtofferschap schrijft bijvoorbeeld voor dat we een moslimvrouw niet als slachtoffer van haar man zien, maar dat de man en de vrouw samen het slachtoffer zijn van onze maatschappij. Dan pas kan er gepraat worden, buiten de realiteit om.
De Nederlandse imam Fawaz Jneid wordt in Nederland niet vervolgd voor zijn uitspraken over burgermeester Ahmed Aboutaleb. Hij noemde Aboutaleb een ‘vijand van de islam’ en een ‘afvallige’. Hoe kunnen we deze woorden beoordelen in het licht van de Nederlandse wet die oproepen tot geweld en moord strafbaar stelt?
Het is een oproep tot moord. Om Jneid niet te vervolgen maar mensen die aan ‘islamofobie’ lijden wel, noem ik racisme van lage verwachtingen.
Ik noem dat ongelijkheid voor de wet. Ik beschouw het woord ‘islamofobie’ als een vorm van misbruik van immigranten. Gekwetst zijn wordt door links aangemoedigd als de beste overlevingsstragie in het westen. Dat is geen helpen, maar het verwaarlozen van menselijke potentie.
Het is een afleidingsmanoeuvre. Zodra ik kritiek op de islam heb word ik ‘ziek’ genoemd. Zo hoeft niemand iets te doen. Ik vertel deze mensen altijd dat zij de ‘modernofoben’, homofoben en xenofoben zijn. Ondertussen wil ik dit spel helemaal niet meespelen. Ik ken de strategieën, want ik gebruikte ze in het verleden ook. Het is een heilloze weg.
U beschrijft een ‘Marshallplan’ voor integratie. Daarin noemt u onder andere een betrouwbare rechtspraak die doorprocederen van asielzoekers onmogelijk maakt en de grondwet bewaakt. U wilt dat het ‘Staatskirchenrecht’ gemoderniseerd wordt – dat politieke groeperingen die zich voordoen als religieuze niet dezelfde privileges krijgen als kerken. U wilt politieagenten beter opleiden zodat hun imago verbetert en het geweldsmonopolie weer wordt terugpakt van clans, een leerklimaat op scholen waarin constructief gediscussieerd wordt en waar het geen strijdtoneel van culturen en religies is, ophouden moslims als een collectief te zien, als ‘knuffeldieren’. U wilt dat er geen allianties meer met autoritaire collectieven worden aangegaan. U wilt journalisten die het hoofd koel houden, en geen spreekbuizen van de staat. Kerken moeten ophouden medeplichtig te zijn aan het versterken van islamitische verbanden. Is dit plan er op tijd?
Nee, het is een plan in theorie en ik houd het de samenleving voor, want ik zal ze er over tien jaar aan herinneren, als de oplossingen onbetaalbaar zijn geworden. Deutsche Bank doet zaken met Qatar, politici hebben hun eigen belangen, staan buiten de realiteit, burgers hebben nog niet direct met het probleem van de mislukte integratie te maken. Maar dat zal veranderen, zoals ik beschrijf ik mijn hoofdstuk over de dystopie. Tot die tijd kunnen we alle shit nog wel even verdragen.