Tienduizenden mensen zijn zaterdag in de Hongaarse hoofdstad Boedapest de straat opgegaan om te protesteren tegen de controle die de regering over de media heeft. Betogers schreven op Facebook dat de Hongaarse staatsmedia zijn veranderd in een propagandamachine voor premier Viktor Orbán.
De Fidesz-partij van Orbán was twee weken geleden de grote winnaar van de parlementsverkiezingen. Daardoor werd een vierde termijn voor hem als premier zeker gesteld. Ook eerder was er al een grote protestmars tegen de manier waarop Orbán het land politiek en sociaal omvormt. Betogers van links tot rechts komen nu opnieuw samen in de Hongaarse hoofdstad om te protesteren tegen Viktor Orbán.
De actievoerders kwamen samen bij het parlementsgebouw. Ze zwaaiden met vlaggen van Hongarije en de Europese Unie, maar ook die van de rechtse partij Jobbik. Daarna begonnen ze een mars naar een van de bruggen over de Donau. Ze droegen spandoeken met daarop teksten als ‘Viktor geef ons de democratie terug’ en ‘we willen persvrijheid’.
Volgens de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) kregen de oppositiepartijen in de stembusgang niet dezelfde kansen als de regeringspartijen. De organisatie liet weten dat de vrijheden van de media waren beperkt, onder meer door recente wetswijzigingen.
De Hongarije-rapporteur van het Europees Parlement, Judith Sargentini, van GroenLinks constateerde na een klein jaar onderzoek dat in het Oost-Europese land sprake is van een systematische bedreiging van de democratie, de rechtsstaat en fundamentele vrijheden.
(TPO/ANP)