De stadsdeelcommissie verzamelt zich woensdagavond bij een maquette van de Zuidas. Dit is de derde keer dat de nieuwe volksvertegenwoordigers van Amsterdam Zuid samenkomen in de context van het nieuwe bestuurlijke stelsel. We leren vandaag meer over de taken van de stadsdeelcommissie. Net als bij de eerste vergadering is duidelijk dat ambtenaren zeer bepalend zijn voor wat de commissie wel en niet gaat doen. Dat illustreren de ambtenaren vanavond tijdens een wandeling over de Zuidas. De stadsdeelcommissie gaat vooral heel veel niet doen.
De maquette van de Zuidas is met veel zorg gemaakt. Een ambtenaar geeft uitleg en vertelt dat hij er een dagtaak aan heeft bezoekers te vertellen hoe de Zuidas zich gaat ontwikkelen. Op de maquette zijn de bestaande gebouwen in detail weergegeven. Er zijn ook witte blokken te zien. Die zijn enigszins verwarrend: sommige van deze blokken zullen echt zo gebouwd worden, andere zijn woningen in de omgeving en weer andere staan er alleen ‘om een idee te geven wat er eventueel zou kunnen komen’.
Er is een computerscherm met plaatjes. De verschillende gebieden van de Zuidas hebben allemaal chique namen gekregen zoals ‘Mahler’ en ‘Verdi’. Soms bestaat zo’n gebied nog niet en moet alles nog gebouwd worden. Het gebied loopt van de Vrije Universiteit – ‘het Kenniskwartier’ – tot aan de RAI. Op het computerscherm kunnen we zien wanneer welke gebouwen gebouwd gaan worden, wanneer ze worden opgeleverd en welke hoogdravende ideeën er achter de architectuur zitten. We leren dat de kantoorruimte op de Zuidas nog met de helft zal toenemen.
Het praatje van de ambtenaar is zeer informatief. We leren over de A10 die bij de Zuidas in een tunnel komt te liggen. De trein komt niet in die tunnel maar blijft bovengronds. Bovenop de tunnel komt een park. Het treinstation wordt ontzettend belangrijk: Amsterdam CS zal erbij verbleken. We leren dat het gebouw van de EMA – overgekomen uit Londen – aan de kant van de RAI gepland is. Er komen heel veel voorzieningen voor de 50.000 mensen die hier werken. Er wonen maar weinig mensen op de Zuidas. In het weekend zijn de restaurants en de winkels op het station dicht.
We moeten snel door, meldt een ambtenaar want er is een vol programma. We lopen richting het winkelcentrum van Buitenveldert: Gelderlandplein. Dit is de route die veel werknemers dagelijks nemen om een broodje te halen. Er is hier geen ‘natuurlijke oversteekplaats’, weet een ambtenaar. De brug over het water ligt eigenlijk net op de verkeerde plek. Nee, de brug verplaatsen zit er niet in. Er is gelukkig wel een participatietraject geweest en daaruit is gebleken dat de mensen in de buurt het groen willen behouden. Daar wordt aan gedacht.
De ambtenaar vertelt dat het winkelcentrum de laatste jaren is gerenoveerd. De winkels zijn duurder dan ooit en de buurt klaagt over winkels die zijn vertrokken omdat de Kroonenberg Groep – de eigenaar van het winkelcentrum – te hoge eisen stelt. Sommige winkels zijn naar de naastgelegen straat verplaatst. Daar is de huur lager. De ambtenaren vinden dit heel fijn voor de bewoners want zo is de slager toch in de buurt gebleven. Er is ook een ondernemersvereniging opgericht.
We wandelen naar het Huis van de Wijk, waar ouderen hulp kunnen krijgen en sociale activiteiten kunnen ondernemen. Er is ook een ‘portiekflataanpak’ om bij ouderen achter de voordeur te kunnen kijken en ook in het Amstelpark zijn allerlei ontwikkelingen waar de stadsdeelcommissie kennis van dient te hebben.
Zo wandelen we twee uur lang door dit gebied. De commissieleden stellen geïnteresseerde vragen. Ze zijn duidelijk geboeid door wat er allemaal in het gebied gebeurt. Hier mogen ze over gaan adviseren, maar eigenlijk nooit over de zaken die we horen: de tunnel voor de A10 komt er sowieso, de EMA is al gepland, het station wordt verbouwd, op de lege plekken zullen kantoren verschijnen en het winkelcentrum bepaalt zelf in welk prijssegment het zich begeeft. Bruggen verplaatsen is lastig en over een looproute is al geparticipeerd. Boombeleid is er ook al.
De les is eigenlijk heel simpel: alles wat we op de maquette zagen is niet de bevoegdheid van de stadsdeelcommissie. De commissie mag alleen adviseren over zaken die niet te zien zijn: kleine dingetjes in de openbare ruimte en de participatie.
Er zijn meer dan vijf ambtenaren op komen draven. Zij werken in de wijk, onderhouden contacten met de ‘stakeholders’ en proberen problemen op te lossen. Ze zijn gebiedscoördinator, gebiedsondersteuner of gebiedsmakelaar. Behalve hun onderlinge hiërarchie is het onderscheid niet duidelijk. Wat wél duidelijk is, is dat aan alle details in het gebied allang wordt gewerkt. De stadsdeelcommissie doet weliswaar participatie maar de participatie over de groenvoorziening is al door de ambtenaren geregeld. De stadsdeelcommissie heeft daar dus geen toegevoegde waarde.
In dit gebied spelen enorme belangen maar de stadsdeelcommissie mag alleen praten over wat men hier consistent ‘geneuzel’ noemt. Kleine zaken op buurtniveau: daar wil de gemeenteraad van Amsterdam – die wel bevoegdheden heeft – niet mee worden lastiggevallen. Bij die kwesties kan dan aan de stadsdeelcommissie om advies worden gevraagd. Niemand kan concretiseren welke kwesties dat zijn omdat de ambtenaren zich ook al met dit ‘geneuzel’ bezighouden.
Het wordt nog een hele tour voor de stadsdeelcommissie om zich hier vier jaar mee te vermaken.
Chris Aalberts onderzoekt de komende weken het prille begin van de stadsdeelcommissie: een nieuwe uitvinding van de gemeente Amsterdam. Lees de hele serie hier.