Groot was afgelopen zaterdag de opwinding, toen het AD meldde: “Unieke brieven Anne Frank duiken op in een Amerikaans gehucht.” Dat was de kop van een artikel van Sander van Mersbergen, waarin hij suggereerde dat door Anne Frank geschreven brieven eerst in 2018 zijn opgedoken en voor het eerst waar dan ook geëxposeerd worden. Ook andere kranten drukten zijn artikel af. Het Dagblad van het Noorden vond de vondst zelfs voorpaginanieuws.
Het is echter volstrekt non- en fake-nieuws. Non-nieuws, omdat het opduiken van twee Engelstalige brieven en een ansichtkaart van Anne Frank en haar oudere zus Margot al in 1988 wereldnieuws was. En ook nadien, tot in dit jaar, hebben kranten, tijdschriften en tv-programma’s met enige regelmaat aandacht aan die brieven besteed – vooral in de Verenigde Staten, juist omdat dit materiaal de enige tastbare band is tussen Anne Frank en Amerika.
Het fake-nieuws is drieledig. Danville, het plaatsje in Iowa waar de brieven zouden zijn opgedoken, kan met een kleine duizend inwoners beslist geen gehucht genoemd worden. De daar tentoongestelde brieven zijn niet de originele – de in juli 1988 in New York opgedoken brieven worden sinds oktober 1988 in een kluis in Los Angeles bewaard.
Ook is de tentoonstelling in Danville bepaald niet opzienbarend: kopieën van de twee brieven en de ansichtkaart maken sinds begin 1989 deel uit van de permanent te bezichtigen collectie van het Museum of Tolerance, zo deelt Aaron Breitbart van het Simon Wiesenthal Center Los Angeles mee. En in Danville zelf zijn vanaf 2003 regelmatig tijdelijke tentoonstellingen geweest waar kopieën van de Frank-brieven te zien waren.
Hoe is dit non- en nepnieuws van Van Mersbergen ontstaan? Wat is het echte verhaal? En wat zijn dat voor brieven? Daarvoor moeten we terug naar 1940.
In dat jaar instigeert Birdie Mathews, een vooruitstrevende plattelandsonderwijzeres met vele contacten in binnen- en buitenland, in Danville (Iowa) een schoolproject waarbij ze haar leerlingen laat corresponderen met leerlingen uit alle windstreken van de aarde. Zo komen twee zusjes van het Amerikaanse platteland, de dan 14-jarige Bettie Ann Wagner en de 10-jarige Juanita Wagner in contact met twee zusjes uit Amsterdam. Dat zijn de 14-jarige Margot Frank en de 10-jarige Anne Frank. De Amerikaanse meisjes sturen in april 1940 elk één brief naar Amsterdam.
Anne was het Engels toen nog niet machtig. Het zal dan ook haar zus Margot, of mevrouw van der Möhlen (lerares Engels van Margot), of vader Otto Frank geweest zijn, die de brief uit Amerika voor Anne vertaald heeft.
Op 27 en 29 april 1940 schrijven Margot en Anne hun antwoordbrieven. Anne stuurt ook nog een een ansichtkaart mee, en beide zussen sluiten een portretfoto bij. Zowel de brieven als de tekst op de ansichtkaart zijn in het Engels gesteld. Vermoed wordt dat Anne eerst in het Nederlands geschreven heeft, en dat iemand anders het in het Engels vertaalde, en dat Anne die vertaling overschreef. Zowel handschrift als inhoud wijzen daarop.
10 Mei 1940. Nazi-Duitsland valt Nederland binnen. De zusjes uit Danville ontvangen rond die datum de brieven uit Amsterdam en sturen nog elk een brief naar de zusjes Frank – respons blijft uit.
Na de oorlog doet Betty Ann een poging het contact te herstellen. Ze schrijft een brief naar het adres waar de familie Frank in april 1940 woonde. Enkele maanden later ontvangt ze een lange brief van Otto Frank. Hij vertelt haar over de onderduikperiode en dat Anne en Margot in een concentratiekamp zijn omgekomen. Deze – helaas verloren gegane – brief moet hij geschreven hebben vóór Anne’s dagboek gepubliceerd werd, in 1947 – want eerst in 1956 vernemen de zussen uit Danville van het bestaan van het dagboek, en dat ‘hun’ Anne de inmiddels wereldberoemde maar vermoorde schrijfster ervan was.
Ze vertellen hierover aan vrienden en bekenden, maar doen verder niets met het materiaal. Tot Betty eind jaren tachtig de tip krijgt dat de brieven van de zussen Frank veel geld zouden kunnen opleveren. Geld dat ze goed kan gebruiken voor haar Wayfarer Ministeries-organisatie, die drukmateriaal voor zendelingen verzorgt – naar verluid Nieuwe Testamenten voor de zending in Israël.
Ze benadert het gerespecteerde New Yorkse veilinghuis Swann Auction Galleries, dat na authenticatieonderzoek het bestaan van de brieven van Anne en Margot Frank wereldkundig maakt. En dat wordt ogenblikkelijk wereldnieuws.
Op 25 oktober 1988 vindt in New York de veiling plaats. Het Simon Wiesenthal Center verwerft het materiaal voor 165.000 dollar. Nederlandse kranten kopten destijds dat de brieven voor drie ton verkocht werden, oftewel 300.000 gulden. Dat zou anno 2018, met inflatiecorrectie, zo’n 246.000 euro zijn.
Vóór de veiling is het materiaal ook nog op echtheid onderzocht door Hans Westra, destijds directeur van de Anne Frank Stichting. Hij vergeleek onder meer de handschriften met ander handgeschreven materiaal van de gezusters Frank en oordeelde dat hij er voor 99 procent zeker van was dat de brieven en de ansichtkaart authentiek waren.
Elke twijfel over de authenticiteit is weggenomen door het zéér geloofwaardige herkomstverhaal, dat onderbouwd wordt door de getuigenis van een klasgenote van Margot Frank, die zich in 1988 meldde. Dit nadat de legendarische joodse publiciste Henriette Boas kanttekeningen bij de echtheid had geplaatst. De klasgenote gaf overtuigende details over het schoolproject, waaruit de korte briefwisseling tussen de zusjes uit Danville en de zusjes uit Amsterdam geboren was.
Er was in 1988 sprake van verder onderzoek door het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (de voorloper van het NIOD) en de TNO. Voormalig RIOD-medewerker David Barnouw: “Wij hebben die brieven niet gezien of onderzocht, maar er was geen reden om er aan te twijfelen.”
Barnouw doelt hier op het herkomstverhaal. Ook bestond en bestaat er geen enkele aanwijzing dat het mogelijk om vervalst materiaal zou gaan.
De brief en ansichtkaart van Anne zijn inhoudelijk nauwelijks interessant te noemen, wat niet verwonderlijk is bij een epistel van een meisje van tien. Onderstaand een gereconstrueerde, niet wetenschappelijk verantwoorde Nederlandse versie. Het is een terugvertaling naar modern Nederlands van een Engelse vertaling uit 1940 van Anne Franks oorspronkelijk Nederlandstalige kinderbrief, geschreven dus in het Nederlandsch van 1940:
Amsterdam, maandag 29 April [1940]
Beste Juanita,
Ik heb je brief ontvangen en wil je zo snel mogelijk antwoorden. Margot en ik zijn de enige kinderen in ons huis. Onze oma woont bij ons in. Mijn vader heeft een kantoor en mijn moeder is thuis bezig. Ik heb [woon] niet ver van huis en ik zit in de vijfde klas. We hebben geen vaste lessen we mogen doen wat we willen, natuurlijk moeten we een bepaald niveau halen. Je moeder zal dit [leer]systeem zeker kennen. Het wordt Montessori genoemd. We hebben weinig huiswerk.
Ik heb opnieuw de landkaart bekeken en vond de naam Burlington. Ik heb een vriendin van me gevraagd of ze zou willen schrijven met een van jouw vrienden. Dat wil ze wel met een meisje van mijn leeftijd niet met een jongen.
Ik zal haar adres onderaan [deze brief] schrijven. Schreef je zelf de brief die ik van je kreeg, of schreef je moeder deze? Ik sluit een ansichtkaart van Amsterdam bij en zal doorgaan met het verzamelen van fotoansichtkaarten ik heb al zo’n 800. Een kind dat bij me op school zat ging naar New York en ze schreev [in Engels: writh] onlangs een brief naar onze klas. Als jij en Betty een foto krijgen zend me dan een afdruk want ik ben benieuwd hoe jullie er uit zien. Mijn verjaardag is op 12 juni. Kan je me alsjeblieft de jouwe laten weten. Misschien wilt [Engels: wil, in plaats van will] een van je vrienden eerst naar mijn vriendin schrijven, want ze kan ook geen Engels schrijven, maar haar vader of moeder zal de brief vertalen.
In de hoop van je te horen,
blijf ik
je Nederlandse vriendin Annelies Marie Frank.
P.S. Schrijf me alsjeblieft het adres van een meisje.
Het adres van mijn vriendin is: Mej. Susan Ledermann (etc.).
De wetenschappelijk wél verantwoorde transcripties van de Engelse teksten van Anne en Margot Frank zijn te lezen in het artikel ‘Postmarked from Amsterdam. Anne Frank and her Iowa Pen Pal‘ (1995) van Shelby Myers-Verhage.
De brief van Margot Frank is daarentegen veel betekenisvoller. Ze schreef daarin deze nu door merg en been gaande passages:
“We luisteren vaak naar de radio omdat het zeer spannende tijden zijn, we voelen ons nooit veilig omdat we een grens met Duitsland hebben en een klein land zijn.. (…) Ik heb slechts twee neven, jongens wonend in Basel, Zwitserland. Voor Amerikaanse begrippen is dan niet veraf, maar voor ons wel. We moeten reizen door Duitsland wat we niet kunnen doen of door België en Frankrijk en daardoor kunnen we ook niet. Het is oorlog en visa worden niet uitgereikt.”
Op 16 april schreef Michelle Hermann, BBC-correspondente te New York, een verhaal over een Anne Frank-tentoonstelling in Danville, voor BBC Travel. In haar relaas vermeldt ze expliciet dat in het dorp op het platteland van Iowa kopieën van de Frankbrieven te zien zijn, en dat de echte brieven al in 1988 opdoken.
Om een onverklaarbare reden misbruikte de Nederlandse journalist Sander van Mersbergen het BBC-verhaal om er een sensationeel artikel uit te brouwen, waarin hij suggereert opzienbarend nieuws te brengen. Dat werkte, want eerst het AD en enkele dagen later ook andere kranten, trapten in zijn bedrog en schotelden hun lezers Van Mersbergens non- en nepnieuws voor.
Graag had ik hem gevraagd wat hem hiertoe bezielde, maar Van Mersbergen hield zich onbereikbaar.
Hoe het ook zij: enkele dagen later gingen een paar kranten tot rectificatie over, maar het kwaad is al geschied: miljoenen Nederlanders zijn in de waan gebracht dat ergens in een klein huis op de prairie ontzettend unieke en bijzondere brieven van Anne Frank opgegraven zijn.
Nu wil ik niemand ontmoedigen om het sympathieke Danville Station Museum in Danville (Iowa, USA) te bezoeken. Maar voor de meeste Nederlandse toeristen in Amerika zal een bezoekje aan het Museum of Tolerance in Los Angeles toch een stuk voor de hand liggender zijn. In beide musea zijn kopieën van de brieven te zien.
Op zich hoef je daar niet voor naar Amerika te vliegen: in het archief van de Anne Frank Stichting bevinden zich ook kopieën van de brieven uit 1940. Helaas maken ze geen onderdeel uit van de permanente tentoonstelling van het Anne Frank Huis, maar wat niet is kan komen.
Hier leest u de achtergronden en het bronnenapparaat. Foto: Courtesy of Swann Auction Galleries, New York.