Europa moet zich niet blindstaren op Salafisten

29-04-2018 15:01

In Europa en elders in het Westen baart men zich zorgen om de invloed van het Salafisme binnen moskeeën. Men wil voorkomen dat religieus extremisme voet aan de grond krijgt. Mede daarom liggen geldstromen vanuit oliestaten onder vuur. Hoewel dit een terechte zorg is, heb ik wat moeite met de implicatie dat de invloed van de ‘gewone’ islam veel onschuldiger is. Dit onderscheid heeft geleid tot labels als islamisme en jihadisme, doelend op een vermeende duistere minderheid binnen de islam.  Het zijn begrijpelijke kunstgrepen, die de hoop op een overwinnende vreedzame versie van de religie hooghouden. Maar kan het zijn dat deze opstelling het Westen blind houdt voor potentiële gevaren die minstens even groot zijn als de dreiging van het Salafisme?

De Shafi’i wetschool

Indonesië kent bijvoorbeeld een wijdverspreide traditie van meisjesbesnijdenis. Dit is een nogal extreme beleving van de islam, als je het aan de meeste mensen vraagt. Maar de aanwezigheid ervan heeft alles te maken met de Shafi’i wetschool, die een grote rol speelde bij de introductie en verspreiding van de islam binnen de eilandengroep.

Deze Shafi’i madhab is één van vier vooraanstaande wetkundige stromingen binnen de Soenitische islam. De wetschool wordt gezien als onderdeel van de Ahlus Sunna wa Jamaah (zij die het ware pad van Muhammad en zijn kompanen volgen). Niets bijzonders of extremistisch aan op te merken, zouden velen zeggen. Totdat ze begrijpen dat praktijken als verplichte meisjesbesnijdenis doodgewoon zijn binnen de Shafi´i theologie. Vandaar dat het zo vaak te vinden is in Shafi’i landen als Indonesië, Soedan, Somalië, Djibouti en Jemen.

Gelet op het Salafisme dilemma van het huidige Westen geeft deze historie te denken. Honderden miljoenen meisjes in Indonesië zouden de afgelopen eeuwen waarschijnlijk verschoond gebleven zijn van deze vernederende, gevaarlijke en traumatiserende praktijk, als de invloed van de Shafi´i leer vanaf het begin met succes was bestreden.

60 miljoen besneden meisjes

Nu dat anders is gelopen, kent Indonesië op dit moment naar schatting meer dan 60 miljoen besneden meisjes tot de leeftijd van 18. En daar hoefde geen Salafist aan te pas te komen. Alleen al hierdoor zijn de zorgen omtrent een Westerse groei van de Shafi´i leer gegrond. Daar komt bij dat de drie overige Soenitische wetscholen niet heel anders denken over deze praktijk. Binnen de Hanafi, Maliki en Hanbali scholen is meisjesbesnijdenis volgens de meeste geleerden Soena, dat wil zeggen: een aanbevolen daad. Maar ook daaronder bevinden zich geleerden die het verplicht achten voor zowel jongens als meisjes. Wereldwijd ligt het aantal besneden vrouwen dan ook rond de 200 miljoen.

Dit is een theologische waarheid die bij Nederlanders met een Marokkaanse of Turkse achtergrond meestal in het verkeerde keelgat schiet, omdat zij deze praktijk niet kennen. Zij zien de islam door een andere bril en noemen meisjesbesnijdenis een cultureel fenomeen dat niets met de islam te maken heeft. De ironie is echter dat het ontbreken van de praktijk in veel moslimlanden het resultaat is van culturele verwijdering van de Sharia zoals deze vanaf de formatieve periode wordt opgetekend door de vier grote wetscholen.

Debatteren over elke leer die meisjesbesnijdenis promoot

Ook het feit dat christelijke minderheden in moslimlanden, of christelijke landen die door moslimlanden zijn omringd, deze praktijk soms ook in stand houden, kan de islam niet vrijpleiten. Na eeuwenlange assimilatie vervaagd de grens tussen cultuur en religie vaak zo sterk dat verschillende geloofsgemeenschappen dezelfde tradities kunnen hebben zonder dat het volk nog beseft waar het ook alweer vandaan komt. Denk bijvoorbeeld aan het wettelijk vastgelegde monogame huwelijk in het Westen. Een ander veelgehoord protest tegen deze bevindingen is dat meisjesbesnijdenis al eerder dan de islam bestond. Maar dat geldt ook voor bidden en vasten. Het feit dat de islam de antieke praktijk (in gemodificeerde vorm) heeft omarmd is de religieuze factor die veel mensen nog ontkennen.

Daarom is het zaak dat men in het Westen niet alleen debatteert over de onwenselijkheid van Salafistische of Wahabistische invloeden, maar ook over de invloed van de Shafi’i denkstroming en elke andere leer die praktijken als meisjesbesnijdenis promoot. Doet men dit niet, en blijft het Westen zich blindstaren op enge mannen met lange baarden, dan kan het zomaar zijn dat een groeiend aantal van haar jonge meisjes ooit, net als in Indonesië en 29 andere landen, zal rondlopen met een fysiek keurmerk van de ‘onschuldige’ islam.

 
Helaas: deze aanbieding is verlopen, maar probeer deze boeken eens