Reportage

Chris Aalberts bij de Stadsdeelcommissie (4): Gij zult alle beleidsdetails kennen

09-05-2018 14:03

Sinds kort kent de gemeente Amsterdam een nieuw bestuurlijk stelsel van zeven stadsdelen met een eigen adviescommissie. In het verleden hadden de stadsdelen andere commissies met echte bevoegdheden. Ze controleerden onder andere de bestuurders van het stadsdeel. Dat is niet meer zo: de nieuwe ‘stadsdeelcommissies’ adviseren alleen en de bestuurders worden door het nieuwe college benoemd. Die zijn er dus nog niet, maar de stadsdeelcommissies zijn wel al gekozen. Een bestuurlijk niemandsland dus, waarin de commissies moeten leren wat hun taak is.

Dat is nog niet zo gemakkelijk. De stadsdeelcommissies mogen gevraagd en ongevraagd advies geven aan de centrale stad, maar daar is men met de formatie bezig. Op adviezen van stadsdeelcommissies zit men dus niet te wachten. Tegelijk is het bestuur van het stadsdeel demissionair. Deze blogserie gaat eigenlijk over stadsdeel Zuid, maar daar vergadert de commissie drie weken lang niet. Eigenlijk heel verstandig. Daarom steekt uw verslaggever dinsdagavond zijn licht op bij een commissie die wel vergadert: die van Amsterdam Centrum. Het gebeuren vindt plaats in de Stopera.

Weinig mensen in een grote zaal

De Boekmanzaal is heel groot. Er kunnen zeker twintig personen aan tafel plaatsnemen en er is een publieke tribune voor tientallen mensen. Maar de stadsdeelcommissie bestaat hier uit slechts acht leden en op de tribune zitten hooguit tien mensen, waarvan maximaal twee burgers. Op de achtergrond zien we een computerscherm dat via een beamer op de muur wordt geprojecteerd. De avond zal grotendeels gevuld worden met twee presentaties. Dit toont ons wat de taak van de stadsdeelcommissie lijkt te worden: het uitleggen van het beleid aan burgers.

De stadsdeelcommissie is niet bedoeld als ‘de gemeenteraad van een stadsdeel’. Toch is dit precies de invulling die de commissie hier krijgt. De commissie moet eigenlijk met burgers aan de slag, de oren en ogen van de buurt zijn, netwerken vormen en participatie aanmoedigen. De praktijk is heel anders: burgers kunnen ‘inspreken’, op de agenda staan ‘ingekomen stukken’ en de voorzitter – waarvan al is afgesproken dat die rouleert – praat over de vergaderlocatie en een te vormen ‘agendacommissie’. Naast uw verslaggever zitten mensen die zich uitgeven als de ‘steunfractie’ van GroenLinks.

Heel veel beleidsinformatie

De avond vult zich niet met de input niet van burgers, maar met die van beleidsmakers. Een ambtenaar komt de ontwikkeling van het marine-terrein uitleggen. Dit terrein wordt opnieuw ontwikkeld en er blijken uiterst modieuze ideeën over te bestaan. Hij praat over ‘vernieuwing’, ‘verbinding’ en ‘focus’. De gemeente gaat ‘het stedelijk weefsel herstellen’, er komen ‘innovatieve werkplaatsen’ en ‘het concept van het gebied is het kompas’. Dit concept houdt in dat ‘oplossingen worden bedacht, getest en toegepast voor wereldwijde problemen’. Dat gaat heel ‘adaptief’.

De commissieleden mogen vragen stellen. Een van hen wil weten wat de rechtspersoonlijkheid van het gebied is. Er volgen een hoop opmerkingen over ‘de bestuursovereenkomst’ die is gesloten. De ondertoon is dat alle plannen weliswaar ‘adaptief’ en ‘agile’ zijn, maar dat ze toch grotendeels vastliggen. De rol van de stadsdeelcommissie wordt in ieder geval niet benoemd. Een lid vraagt er expliciet naar. De ambtenaar ‘kan het formeel niet goed inschatten’. De voorzitter meldt dat het onderwerp zeker nog eens op de agenda komt.

Luisteren naar burgers

Het tweede grote thema is het sociaal domein. Een bestuurder geeft een half uur college over allerlei regelingen: ouderen, jeugd, mantelzorg, ‘zelfredzame daklozen’ en vrijwilligers. Ook hier komt geen seconde de rol van de stadsdeelcommissie aan bod. Pas aan het einde stelt de bestuurder dat ‘de basisvoorziening wordt herijkt’ en dat de commissie hier zeker over mag adviseren. De goede verstaander begrijpt dat de gemeenteraad – die over het geld gaat – de doorslag zal geven. De zorginstellingen luisteren niet naar de stadsdeelcommissie.

Als dit een gemeenteraad zou zijn, is het heel logisch dat de leden alle beleidsdetails kennen. Maar als oren en ogen van de buurt zijn die details veel minder nuttig. De leden moeten niet weten wat bestuurders en ambtenaren willen, maar wat burgers willen. De leden lijken dit wel te weten: ze noemen meerdere keren klachten van bewoners. Zo kon Domino’s Pizza zich ondanks lokaal verzet toch vestigen in een winkelstraat. Er is geklaagd over de samenstelling van het winkelaanbod maar daar blijkt het bestuur niet over te gaan.

Zo leren we hoe nuttig al die burgerinput is en ook waarom de commissieleden het beleid tot in de puntjes moeten kennen: als zij straks zijn omgeturnd tot volwaardige beleidsexperts, kunnen zij de burger bij klachten meteen melden dat het beleid zó goed is dat ze op moeten houden met zeuren.

Chris Aalberts onderzoekt momenteel het prille begin van de stadsdeelcommissie: een nieuwe uitvinding van de gemeente Amsterdam. Lees de hele serie hier.

 
Helaas: deze aanbieding is verlopen, maar probeer deze boeken eens