Reportage

Chris Aalberts in Den Helder (59) – Nog even over die 55 éxtra baantjesjagers hier

10-05-2018 14:46

De commissievergadering begint. Twee personen zitten achter een naambordje waarop staat dat ze van GroenLinks zijn. Verwarrend, want op de website van de gemeente Den Helder staat dat GroenLinks hier maar één zetel heeft. Die is op dat moment van Nel Dol, maar die is hier in geen velden of wegen te bekennen. Er zitten twee andere mensen. Het is sowieso erg druk: alle fracties hebben hier twee personen zitten terwijl er veel eenmansfracties zijn. Lang niet iedereen trekt zijn mond open.

Lees ook – Baantjes uitdelen op kosten van de belastingbetaler

Zie hier de wondere wereld van burgerleden. Zij mogen raadsleden assisteren bij het voorbereidende commissiewerk. Inhoudelijke discussies zouden vooral in de commissies gevoerd moeten worden zodat de gemeenteraad er alleen nog maar over hoeft te stemmen. Dat is ten minste het idee. Veel raadsleden voeren discussies dus lang niet altijd zelf, maar besteden die uit aan burgerleden die niet gekozen zijn. Wat dit doet met de herkenbaarheid van het gemeentebestuur laat zich raden.

Een veelvoorkomende praktijk

Dit soort ongekozen burgerleden bestaan in heel veel gemeenten onder verschillende namen zoals commissieleden, duo-raadsleden of fractievolgers. Ze krijgen een vergoeding voor hun werkzaamheden, in Den Helder op basis van het aantal vergaderingen wat ze hebben bijgewoond. Gewone raadsleden krijgen ook een vergoeding maar die is niet afhankelijk van hoe vaak ze vergaderen. Dit systeem is vooral bedoeld om kleine raadsfracties te ontlasten: er zijn te veel thema’s en dus kunnen ze wel enige hulp gebruiken.

In Den Helder zien we de totale ontsporing van dit systeem. In de periode 2014-2018 waren er in Amsterdam naast 45 gekozen raadsleden tien niet-gekozen burgerleden (in Amsterdams jargon ‘duo-raadsleden’). Drie daarvan waren van het CDA en twee voor de PvdD, fracties met één zetel. Dit is dus conform het doel kleine fracties te ontlasten. Bij andere fracties waren het vaak fractievolgers: mensen die in de gemeenteraad komen als een van de raadsleden opstapt. In Amsterdam krijgen deze burgerleden geen vergoeding, tenzij de fractie hen betaalt.

Op kosten van de belastingbetaler

De Amsterdamse belastingbetaler financiert de fractiebudgetten. De fracties bepalen zelf wat ze daarmee doen. Ze kunnen als ze dat nuttig vinden burgerleden aanstellen en een vergoeding geven, maar ze kunnen ook bijvoorbeeld fractiemedewerkers inhuren. Het aantal burgerleden heeft zo dus geen invloed op wat de gemeentepolitiek kost. In Amsterdam gaat men dus ook spaarzaam met deze mogelijkheid om en wordt het meeste commissiewerk door de raadsleden zelf gedaan. Het gevolg is een herkenbare politiek met steeds terugkerende gezichten: de gekozen raadsleden.

Hoe anders is dat in Den Helder. Daar waren tussen 2014 en 2018 geen acht maar 46 burgerleden. Sinds vorige week 55. De lokale partij ‘Beter voor Den Helder’ heeft zes raadsleden en kan daarmee alle commissies volledig bemannen. Toch stelt de partij vijf burgerleden aan. Het CDA heeft met vijf raadsleden hooguit één burgerlid nodig om alle commissies te bezetten maar stelt er toch vijf aan. Het gevolg is dat raadsleden hun vaste vergoeding kunnen incasseren en het commissiewerk door burgerleden kunnen laten doen. De rekening is voor de belastingbetaler, niet voor de fractie.

Geen haan kraait ernaar

Het is veel werk om te achterhalen hoe vaak burgerleden van ‘Beter voor Den Helder’ en het CDA hun betaalde raadsleden vervangen en daarmee wat de extra kosten zijn. Er kraait geen haan naar. Zelfs als de gemeente Den Helder gedetailleerd bijhoudt wie er allemaal per commissievergadering aanwezig zijn en daarmee welke raadsleden betaald thuisblijven, levert dat hooguit één keer negatieve publiciteit voor de betreffende partijen op.

In Den Helder zijn dus 55 burgerleden benoemd. Nodig zijn ze niet, maar dan moet de gemeenteraad bereid zijn de eigen werkwijze aan te passen. Dat lijkt niet het geval. Naar aanleiding van het verslag van deze week over deze massale benoeming kwamen nogal wat reacties binnen: het is ontzettend veel werk om raadslid te zijn en dus zijn deze burgerleden hard nodig, melden Helderse politici. De wedervraag is: waarom kunnen raadsleden in Amsterdam – toch een tikkeltje groter en complexer dan Den Helder – het werk vrijwel altijd zelf doen?

Iedereen een plasje laten doen

Uw verslaggever weet het antwoord. Een gemeenteraad moet op hoofdlijnen het beleid vaststellen bij thema’s waar de gemeente over gaat. In Amsterdam begrijpen ze die taak, in Den Helder niet. Hier willen politici over alles iets zeggen. Over een ziekenhuis waar men niet over gaat. Over een school die zelfstandig is. Over het Rob Scholte Museum terwijl er een gerechtelijke uitspraak ligt. Over een nieuw stadhuis wat nu na zo’n vijftien jaar politiek gedoe door een ambtelijke beslissing (!) gaat verhuizen.

Als je over elke scheet wilt vergaderen en dan ook nog het liefst in meerdere rondes, heb je inderdaad héél véél burgerleden nodig. Het schiet zijn doel nog voorbij ook: deze burgerleden zouden in de commissies het voorbereidende werk moeten doen zodat de gemeenteraad sneller tot besluiten kan komen. Maar de gemeenteraad – iedereen moet over elk onderwerp een plas doen – doet diezelfde discussies gewoon nog een keertje over. Sommige raadsleden hebben er immers nog niet over vergaderd in de commissie.

Het zou Helderse politici sieren toe te geven dat deze burgerleden aan werkverschaffing doen op kosten van de belastingbetaler.

De serie Chris Aalberts in Den Helder gaat na de gemeenteraadsverkiezingen nog even verder met de vraag wat de Helderse verkiezingen precies hebben opgeleverd.

 
Helaas: deze aanbieding is verlopen, maar probeer deze boeken eens