Sinds 1989 is de defensieorganisatie meedogenloos gereorganiseerd. De inkt van het ene plan was nog niet droog of het andere reorganisatieplan diende zich alweer aan. Een herstructurering die niet vanuit efficiencyoverwegingen, maar vanuit ordinaire bezuinigingsmaatregelen is doorgevoerd. Decennialang is defensie een speelbal geweest van politiek gekleurde beslissingen. Kazernes zijn gesloten, eenheden zijn opgeheven, materieel is afgestoten, munitie werd schaars en de mogelijkheid tot oefenen werd drastisch ingeperkt. De krijgsmacht is tot op het bot uitgekleed in een tijdsframe waarbij het er niet veiliger op werd in de wereld. Ook de Nationale Veiligheid is daarmee geweld aangedaan.
Deze inkrimping van de krijgsmacht heeft zijn tol geëist van het personeel. Banen gingen verloren, er was minder carrièreperspectief, het ziekteverzuim steeg en de uitstroom van personeel nam toe. Tel daarbij op de druk van uitzendingen naar missiegebieden. Dat alles maakt het er niet rooskleuriger op voor het personeel en hun achterban.
De immense herstructurering heeft doorgang kunnen vinden dankzij de loyaliteit van het defensiepersoneel. Vakbonden en medezeggenschapsorganen sputterden wel eens, maar werden door de defensieleiding genegeerd. Stakingsrecht heeft de militair niet. Commandanten waren het vaak oneens met de reorganisaties, maar voerden die door, omdat ze hun eigen carrière niet in de waagschaal wilden stellen.
De rek is er nu uit bij het personeel en het is niet verwonderlijk dat de mariniers uit Doorn in opstand komen. Er is jaren geleden over hen besloten te verhuizen naar Vlissingen, maar niet in overleg met hen. Dat deze groep militairen na al die jaren van onzekerheid en spanning nu een tegengeluid geeft in het belang van hun gezinnen en families, is volstrekt begrijpelijk. Dat ook de commandant van het Korps Mariniers zich publiekelijk achter hen schaart is dapper. Een commandant die opkomt voor zijn personeel en zijn eigen belang daaraan ondergeschikt maakt. Deze marinierskwestie staat niet op zich, maar weerspiegelt een latent aanwezige onvrede onder het defensiepersoneel. De personeelszorg is een sluitpost op de defensieagenda en dat heeft al veel te lang geduurd.
De discussie rond de verhuizing van de mariniers kan worden gezien als een ‘wake-up call’. Het is een uiting van het toenemend wantrouwen in de overheid en de defensieleiding. De burger en de militair komen steeds meer in verzet. Laat dit een helder signaal zijn voor onze politieke beslissers die doorgaans belangen nastreven die de defensieorganisatie en haar personeel niet dienen. Recentelijk heeft de minister van defensie haar defensienota 2018 uitgegeven onder de titel: Investeren in onze mensen, slagkracht en zichtbaarheid. Laat ze de daad bij het woord voegen en de mariniers tegen alle ambtelijke adviezen in, tegemoet komen. Juist elite-eenheden als mariniers en commando’s van wie we zoveel eisen in hun opleiding en taakuitvoering verdienen deze steun. Dat zou pas getuigen van politiek bestuurlijke moed.
Mevrouw Bijleveld, de mariniers rekenen op u!