SP-Kamerlid Renske Leijten ontdekte begin vorige maand dat de EU vijf miljoen euro uittrekt voor de promotie van brood. Het bedrag valt ten laste aan een driejarige campagne ter meerdere eer en glorie van de bobam. “Dit is een typisch voorbeeld waarbij je ziet dat ze in Brussel denken dat voor ieder probleem een Europese oplossing voor handen is. Als er al een probleem is. Waaruit blijkt dat de sector niet in staat is haar campagnes te voeren?”, zei ze tegen TPO en gooide daarna een setje Kamervragen over de schutting bij minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok (VVD). Die zag er schijnbaar geen brood in want die Kamervragen werden maandag beantwoord door minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Carola Schouten (CU).
Leijten kan Schouten aan haar zijde vinden. De minister schrijft: “Ik ben van mening dat algemene afzetbevordering een verantwoordelijkheid is van de sector zelf en ben geen voorstander van medefinanciering daarvan door de EU via de EU-promotieregeling.” Om daar aan toe te voegen: “Nederland heeft hier destijds ook tegen gestemd.”
Juist ja, er is dus een ‘EU-promotieregeling’. En Nederland heeft destijds tegengestemd. Maar dat maakt niet uit in Brussel. Schouten:
“De EU-promotieregeling bestaat en staat open voor organisaties in alle (landbouw)sectoren, dus ook de Nederlandse broodsector kan aanspraak maken op steun en daarvoor een rechtstreeks aanvraag indienen bij de Europese Commissie zonder tussenkomst van de lidstaat.”
Volgens de minister is er overigens wel een daadwerkelijk probleem met De Boterham, met name in Nederland en België:
“Deze campagne richt zich op het stabiliseren van de dalende broodconsumptie in (vooralsnog) Nederland en België door de positieve kernwaarden van brood te benadrukken en brood naar voren te brengen als onderdeel van de rijke Europese eetcultuur.”
Schouten zegt in Brussel opnieuw te zullen pleiten ‘voor afschaffing van de EU-promotieregeling voor algemene afzetbevordering’.
U begrijpt, die vijf miljoen euro ziet de Europese belastingbetaler nooit meer terug.