De afwikkeling van het gasdossier in Groningen toont aan hoe gemakkelijk de overheid in Nederland weg kan komen met het niet nakomen van afspraken en toezeggingen aan haar burgers. Niet alleen in deze kwestie maar ook in andere zaken zoals de aflosboete op hypotheken of het loslaten van het maximaal aantal toegestane vluchten op Schiphol. Burgers willen duidelijkheid en weten waar ze aan toe zijn. En daarop moeten ze vervolgens kunnen vertrouwen. Juristen noemen dat rechtszekerheid. Een belangrijk beginsel van een democratische rechtsstaat. En juist die rechtszekerheid staat steeds meer onder druk.
Het Groningse aardgasdossier staat bol van economisch gemaakte fouten waar in het buitenland door economen met verbazing naar is gekeken. Noorwegen heeft van ons dossier bijvoorbeeld geleerd dat het verjubelen van de opbrengsten niet zo slim is geweest. En dat je beter de gasopbrengsten in een staatsfonds kunt stoppen dat voor haar bevolking gelijktijdig én welvaart én een duurzaam rendement op lange termijn kan waarborgen. Een fonds dat altijd ook voldoende geld heeft om toekomstige hersteloperaties – in Noorwegen als gevolg van veroorzaakte schade – te kunnen financieren. Dit in schril contrast met de huidige Nederlandse situatie.
De door bevingsschade gedupeerden in Groningen zijn slachtoffers van het hierboven omschreven verkeerde economisch beleid ten aanzien van de aardgaswinning. Daarom is de afhandeling van deze schade in onze ogenschijnlijk democratische rechtsstaat ook zo’n immense puinhoop. Het geld is op en er is geen reservepot aangehouden voor hersteloperaties van vooraf te voorziene schadesituaties waarmee de Groningers nu geconfronteerd worden. Een uiterst belast economisch verleden speelt de huidige overheid en politici nu parten. Met uiterst vervelende gevolgen voor de gedupeerde Groningers.
Eerst werden de slachtoffers met mooie woorden en loze beloften afgescheept en later werden ze met niet nagekomen afspraken geconfronteerd. Dat duurt vermoedelijk net zolang totdat de bom letterlijk barst en ook inwoners buiten Groningen door krijgen dat met deze overheid het hen ook kan overkomen. Afhankelijk zijn van een onbetrouwbare overheid en politici die deze overheid niet tot de orde willen of kunnen roepen, maar dan op een ander gebied.
De inwoners van de omgeving van Schiphol weten daar inmiddels alles van. En er zijn meer voorbeelden in diverse sectoren van te geven. Met in een democratische rechtsstaat als laatste oplossing om je recht te halen; de gang naar de rechter. Die mag in een juridische werkelijkheid deze fouten van veelal niet juridische aard proberen recht te zetten. Maar ook dat helpt vaak niet zolang de juridische werkelijkheid gebonden is aan wet en regelgeving. Gemaakt door diezelfde falende politici en onbetrouwbare overheid. Kan het voor slachtoffers nog treuriger? In een juridische werkelijkheid moet men proberen recht te zetten wat economisch moeilijk kan.
De overheid heeft in een oorspronkelijk geheim contract afspraken gemaakt met de NAM, Shell en ExxonMobil over de verdeling van de gasbaten waarbij de belangen van toekomstig gedupeerden volledig zijn genegeerd. Deze in het geniep gemaakte afspraken vertroebelen daarom nog steeds de transparantie en helderheid van het beleid van de overheid over de afwikkeling van de bevingsschade in Groningen. Maar dit contract is niet het enige voorbeeld van het als overheid teveel de oortjes laten hangen naar de wil van multinationals waarbij de belangen van haar burgers over het hoofd worden gezien en/of worden genegeerd.
De discussies over het besluit van de overheid om de dividendbelasting af te schaffen voor deze groep ondernemingen zeggen genoeg. En toch verandert dit gek genoeg nauwelijks het stemgedrag van de kiezers. En dat fenomeen blijft opmerkelijk!
De huidige regeringspartij VVD scoort hoog op de polls van de Tweede Kamer verkiezingen maar opvallend genoeg scoort ze gelijktijdig ook hoog op de lijst van politici die betrokken zijn bij integriteitskwesties en machtsmisbruik. Veel politieke partijen hebben daarmee te maken zonder kennelijk nadelige gevolgen te ondervinden door het stemgedrag van de kiezers.
Misstanden onder de pet houden, een verkeerd gebruik van macht en elkaar de hand boven het hoofd houden werkt nauwelijks nadelig door in de polls en de reguliere verkiezingen. En dat gegeven maakt dit alles zo bizar. Waar ligt de grens van deze ontwikkeling als we nog steeds met trots naar buiten brengen dat Nederland een democratische rechtsstaat is waar andere landen een voorbeeld aan kunnen nemen? Misschien verblinden de statistische cijfers over onze economische groei en welvaart wel zo erg dat we alle nadelen van die eenzijdig blijk op die werkelijkheid maar voor lief nemen.