Het Openbaar Ministerie (OM) zegt niet alleen de telefoongegevens van een journalist van het Brabants Dagblad te hebben opgevraagd, maar ook een poging te hebben gedaan om een gesprek van hem met een verdachte tijdens een ontmoeting op te nemen. Bovendien zijn telefoongesprekken van de verdachte met de journalist afgetapt.
De journalist ontmoette de verdachte in een onderzoek naar het lekken van vertrouwelijke informatie in een horecagelegenheid. Het afluisteren gebeurde met toestemming van de rechter-commissaris, die wist dat het ging om een gesprek met een journalist. De opname mislukte.
Verslaggever Jos van de Ven berichtte vorig jaar over de burgemeestersbenoeming in Den Bosch. Hij wist erachter te komen wie hadden gesolliciteerd naar de functie. Justitie onderzoekt wie de informatie naar de krant heeft gelekt. De procedure rond zo’n benoeming is strikt vertrouwelijk.
Het OM stelt nu zelf dat het had moeten afzien van het opsporingsmiddel. ,,Dit beïnvloedt de journalistieke nieuwsgaring wel. Het OM constateert dat in de hectiek van het moment de verkeerde afweging is gemaakt.”
Hoofdredacteur Lucas van Houtert noemt de afluisterpoging in de krant ,,zeer ernstig”. ,,Dit zijn praktijken die we in Nederland echt niet moeten willen.”
Het is onduidelijk of het misbruik van de opsporingsbevoegdheden consequenties heeft voor de strafzaak.
Het vermoeden bestaat dat raadslid Sjef van Creij als lid van de vertrouwenscommissie de naam van de kandidaten en sollicitanten naar toenmalig wethouder Jos van Son heeft doorgespeeld, die op zijn beurt de krant tipte. Van Creij en Van Son worden beiden verdacht van het schenden van hun ambtsgeheim.
Journalistenvakbond NVJ dringt naar aanleiding van de zaak aan op een snelle behandeling van het wetsvoorstel Bronbescherming in strafzaken door de Eerste Kamer. ,,Het OM is echt de weg een beetje kwijt”, zegt algemeen secretaris Thomas Bruning. ,,Dit is een extra bevestiging dat die wet er moet komen en dat het OM notie moet nemen van wat in Europa allang vastligt.”
ANP