De benoeming van D66 senator Thom de Graaf tot vice voorzitter van de Raad van State heeft tot veel commotie geleid. Niet alleen vanwege het vermoeden dat de benoeming al grotendeels geregeld was tijdens de coalitieonderhandelingen van het huidige kabinet. Maar vooral omdat volgens de politieke opvattingen van de Graaf de Koning geen lid meer zou mogen zijn van de regering en ook geen voorzitter van de Raad van State. En uitgerekend deze politicus solliciteert op deze belangrijke baan en accepteert zonder enige gene of schaamte de aangeboden kruiwagen die hem aangereikt is en welke tot zijn benoeming moest leiden. En dit is niet het enige voorbeeld van kruiwagens die aan incompetente kandidaten voor specifieke publieke topfuncties worden aangereikt.
Zo vindt Mark Rutte bijvoorbeeld dat partijgenoot Halbe Zijlstra competent en geschikt is om voorgedragen te kunnen worden voor een topfunctie bij de Wereldbank. Een onbegrijpelijk standpunt gezien de achtergrond en feitelijke competenties van Zijlstra. En een regelrechte schoffering van diverse Nederlandse topeconomen met aantoonbaar betere papieren voor deze vacant komende internationale functie. Potentiële topkandidaten die met deze achterkamertjespolitiek bewust worden gepasseerd om vriendjes met minder kwaliteiten benoemd te krijgen.
Deze voorbeelden tonen aan dat het de hoogste tijd wordt deze achterkamertjespolitiek bij belangrijke benoemingen in de publieke sector 3.0 in onze huidige participatiesamenleving tegen te gaan. Door bijvoorbeeld een Code met minimale functie eisen voor belangrijke bestuurs- en toezichthoudende functies in te voeren. Onderstaande minimale eisen voor een belangrijke benoeming in het publieke domein 3.0 kunnen misschien een eerste aanzet daartoe zijn.
Uiteraard kunnen bovenstaande eisen worden aangevuld met andere belangrijke minimale eisen voor dit soort functies. Alleen op deze wijze kan het publieke domein 3.0 in onze huidige samenleving geleid en bestuurd worden door aantoonbare competente en integere topfunctionarissen.