Afgelopen zaterdag was er een herdenking bij het slavernijmonument van Rotterdam. De burgemeester van die stad, Ahmed Aboutaleb, speelde de demogogenrol die bij zo’n bijeenkomst hoort. Maar hij vloog uit de bocht toen hij zei dat Nederland alsnog excuses moet aanbieden voor haar slavernijverleden, ondanks het feit dat Nederland hier, en hier, al spijt betuigde. Waarom dat niet genoeg is? Spijt betuigen is niet hetzelfde als excuses maken, vindt Aboutaleb.
Daarmee praat hij onder meer belangenorganisatie Collectief Broki naar de mond. Die gaf in 2013 aan dat Asscher spijt betuigde, waar ze eigenlijk excuses hadden verwacht. Er was niemand die zich daarna afvroeg wat nu eigenlijk het verschil is, maar de onvrede bleef in elk geval bestaan. Ergens vrees ik dat er na de verlangde excuses wordt gezegd: ”Ok, excuses, maar waar blijft de spijtbetuiging?”
Toegegeven, voor het Nederlandse aandeel in de slavernij kan niet vaak genoeg sorry worden gezegd. Er is dus niets op tegen om het woord excuses te gebruiken, als men zich daar beter bij voelt. Doe het terwijl je op je hoofd staat, in je nakie, doe het schreeuwend vanaf de Euromast, mij zul je niet horen klagen. Maar ergens is het vreemd dat een uitvoerige spijtbetuiging niet voldoende is. Wellicht dat er juridische motieven spelen, maar het lijkt me dat het emotionele proces voorop staat. En in die context is een spijtbetuiging niet minder dan het maken van excuses. Sterker nog, spijt roept bij mij sterkere emoties op dan het ietwat hautaine ”excuses”.
Maar dan Aboutaleb. Hij vindt het geen probleem om Nederlanders te houden aan een verleden waar ze niets mee te maken hebben. Waarom zouden wij hem dan niet herinneren aan het historische en moderne slavenprobleem van zijn geboorteland? Hij heeft immers nog altijd zijn Marokkaanse paspoort. Staat hij, als Berber, weleens stil bij de Barbarijse slavernij, of als moslim bij de gehele Islamitische? Ook vraag ik me af of hij in Marokko naast een slavernijmonument kan en mag speechen over spijt.
Geschat wordt dat de Barbarijse slavernij, onder meer vanuit het huidige Marokko, tussen 1530 en 1780 ruim 1,25 miljoen Europese slaven verhandelde. Daar zaten vast wel wat voorouders tussen van de huidige generaties Nederlanders. Voor Marokko reden te over om daarover spijt te betuigen, zou je zeggen. Zelfs Ghana heeft spijt betuigt over haar slavernijverleden. Terecht, omdat veel Afrikanen verantwoordelijk waren voor het leveren van slaven aan de Europeanen. Maar heeft Marokko, dat slavernij pas in 1922 afschafte, waarna het nog jaren ongestoord kon doorgaan, dit verleden überhaupt toegegeven? Ik kan er niets over vinden.
Marokko staat 139ste op de lijst met landen die in 2016 actief streden tegen moderne slavernij. Volgens de ranglijst van de Walk Free Foundation is Nederland in dat opzicht overigens wereldkampioen. Ik hoop daarom dat iedere Rotterdammer om die reden vandaag de vlag uithangt, totdat Aboutaleb verhaal komt halen. Als het gaat om het aantal moderne slaven, staat Marokko overigens wel hoog: 18de.
Terwijl Aboutaleb naar het verleden staart, kunnen we vaststellen dat er nogal wat aan de hand is met die moderne slavernij in de moslimwereld. In Mauritanië bestaat slavernij nog steeds. Niet gek als je beseft dat de praktijk daar pas officieel werd afgeschaft in 1980. Hoe zit het dan met Saudi-Arabië, waar een goed moslim minimaal een keer in z’n leven naartoe reist om de moderne slavernij aan te kaarten een pelgrimstocht te maken. Zij schaften slavernij, onder Westerse druk, officieel af in 1962. Maar eerlijk is eerlijk, misschien deden ze het ook een beetje voor Malcolm X, die twee jaar later op bezoek zou komen. Ze moesten wel, want dat zou pas echt gênant zijn geweest: “Welkom meneer X, onze slaaf brengt uw koffers wel even naar de kamer.”
Aboutaleb heeft er nooit een geheim van gemaakt dat hij praktiserend moslim is. Dan spreken we hem ook aan op die achtergrond. Het islamitische slavernijverleden is namelijk allesbehalve rooskleurig. Het begon al in de zevende eeuw, met de profeet Muhammad (een variant van de naam Ahmed), die actief deelnam aan het bemachtigen en verhandelen van slaven. Daarna werd een groot deel van Noord-Afrika veroverd en ondergedompeld in slavernij. Vooral de Afrikaanse “heiden” werd hiervan het slachtoffer, want de Sharia schrijft voor dat alleen niet-moslims tot slaaf kunnen worden gemaakt.
Naar schatting werden er tussen de zevende en negentiende eeuw ongeveer 11 miljoen Afrikaanse slaven geëxporteerd door islamitische staten en handelaren. Miljoenen anderen stierven tijdens castraties en barre omstandigheden tijdens de export. De export gebeurde vooral richting de Noordelijke islamitische staten via de Trans-Sahara route; naar het Arabische Schiereiland over de Rode Zee en naar India via de Indische Oceaan.
De afschaffing van slavernij is vrijwel geheel te danken aan christelijke afschaffingsbewegingen uit West-Europa en de Verenigde Staten. Zij kregen het voor elkaar om het Westen uit eigen beweging te laten stoppen met de vreselijke praktijk. Dit was uiteraard veel te laat, maar het gebeurde. Na al die eeuwen was er nog nooit een soortgelijke beweging opgedoken in de islamitische wereld. Vandaar dat islamitische slavernij groter dan ooit was op het moment dat Europa ermee stopte. Vrij snel daarna begon Europa ook de islamitische landen onder druk te zetten. Met diplomatische pressie werd het Ottomaanse Rijk gedwongen slavernij af te schaffen. Ook Arabische landen gaven langzaam maar zeker toe. Dit leverde in de negentiende eeuw helaas een tegenbeweging op in Afrika, toen meerdere jihadstaten werden opgericht en direct verder gingen met slavernij.
Natuurlijk is het flauw om Aboutaleb te confronteren met de wandaden van zijn voorouders, terwijl hij aandacht vraagt voor het slavernijverleden van Nederland. Wat tegen de borst stuit is niet zozeer het blijven herinneren aan Nederlandse slavernij, maar het verzwijgen van de geschiedenis van andere culturen. Het is voor mij ondenkbaar dat een land beloond wordt voor het stilzwijgen van haar verleden waar andere landen, die ervoor uitkomen, alle schuld moet dragen. De onlangs overleden orientalis Bernard Lewis schreef dat het aantal studies naar West-Europese, Romeinse en Griekse slavernij in de tienduizenden loopt, terwijl werken over Islamitische slavernij op een lijst passen ter grootte van één blaadje. Dit moet veranderen. Maar het gebeurt niet zolang islamitische overheden, geleerden en burgers geen behoefte voelen om over “hun” aandeel te spreken.
Het is de hoogste tijd dat Marokko kleur bekent. Zo ook Aboutaleb, die zijn moslimvrienden regelmatig tot de orde roept. Laat hij zich, om te beginnen, uitspreken over de Barbarijse slavernij. Daarna kunnen we het hebben over een zoveelste rondje Nederlandse zelfkritiek.
Chris Develing: Reclame Code Commissie tolereert geen wetenschap vanuit perspectief ongeborene
Chris Develing: Europa moet zich niet blindstaren op Salafisten