Niets lijkt het einde van het raadgevend referendum nog in de weg te staan. Na de Tweede Kamer heeft ook de Eerste Kamer dinsdag laten blijken de afschaffing te steunen.
De Eerste Kamer voelde minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken) de hele middag en avond aan de tand over de intrekkingswet die zij kwam verdedigen. Vooraf hadden pleitbezorgers van het referendum hun hoop gevestigd op Ollongrens eigen D66, de partij die tot voor kort nog warm voorstander van het raadgevende referendum was. De regeringspartij kreeg het te verduren, maar gaf geen krimp en concludeerde uiteindelijk dat de uitleg van het kabinet ,,voldoende dragend” is.
Coalitiepartners VVD, CDA en ChristenUnie, die nooit wat in het referendum hebben gezien, lieten al doorschemeren dat ze Ollongren steunen. De steun van de coalitie verzekert de minister van een, zij het minimale, meerderheid. Ook oppositiepartij SGP ziet de volksraadpleging graag geschrapt, hoe ontevreden zij ook is over de manier die het kabinet daarvoor heeft gekozen.
De D66-senatoren willen wel dat het kabinet meer doet om ooit tot een bindend referendum te kunnen komen. De partij mag mogelijk in de toekomst hopen op onverwachte steun van de ChristenUnie, die nu ,,de deur naar zo’n referendum niet wil dichtgooien”. Er zijn echter nog veel meer bondgenoten nodig om ooit tot invoering van een bindende volksraadpleging te komen.
De oppositie probeerde de afschaffing nog uitgesteld te krijgen tot de rechter zich daarover zou hebben uitgesproken, maar daarvoor voelt Ollongren niets. Ze wil evenmin wachten op het oordeel van de staatscommissie die zich over de werking van de Nederlandse parlementaire democratie buigt.
De Tweede Kamer stemde het raadgevend referendum al weg. Volgende week kan de senaat dat bezegelen. Dan stemmen de Eerste Kamerleden elk persoonlijk over de intrekking. De oppositie heeft daarom gevraagd, in de hoop dat enkele dwarse coalitiesenatoren zich alsnog tegen het kabinetsplan keren.
ANP