De voormalige buitenlandminister Boris Johnson vreest dat het Verenigd Koninkrijk op weg is om een kolonie van de Europese Unie te worden. Dat schrijft hij maandag in zijn ontslagbrief aan de Britse premier Theresa May. Volgens Johnson is zijn land ‘echt hard op weg naar de status van kolonie’.
“De droom van een brexit is stervende, verstikt door nodeloze twijfel”, vindt hij. Johnson stelt dat hij hard gevochten heeft om het Britse volk hun zelfbeschikkingsrecht terug te geven en om Groot-Brittannië buiten de Europese economische zone te laten floreren ‘als een open, naar buiten kijkende en globale economie’.
Na het kabinetscompromis van vrijdag rond een ‘zachte brexit’ lijkt zijn land op weg naar een ‘semi-brexit, met grote delen van de economie nog steeds vastgetekend aan de EU, maar waarop geen enkele controle is vanuit het Verenigd Koninkrijk op dat systeem’. Volgens Johnson zal Groot-Brittannië in die situatie niet eens in staat zijn zijn eigen wetten te maken.
In zijn ontslagbrief verwijst hij naar zijn eigen ervaringen als burgemeester van Londen, waarbij hij maatregelen wilde nemen om de veiligheid van fietsers in het verkeer te verbeteren door de voorruiten van vrachtwagencabines te vergroten. Daardoor zouden de fietsers beter zichtbaar worden. Johnson wilde zo iets doen aan de reeks dodelijke fietsongelukken, waarbij vooral vrouwen om het leven kwamen. “Maar men vertelde ons dat we moesten wachten met maatregelen totdat de Europese Unie daarvoor een wet had ingevoerd.”
Johnson schrijft dat een land als het Verenigd Koninkrijk niet echt onafhankelijk kan worden genoemd ‘als we geen wetten kunnen invoeren om de levens van vrouwelijke fietsers te sparen’.
De opgestapte minister zegt dat hij in het bereikte compromis over de ‘zachte brexit’ te weinig heeft binnengehaald. Na enige bedenktijd was hij tot de conclusie gekomen dat opstappen noodzakelijk was ‘omdat ik niet naar eer en geweten deze voorstellen kan verdedigen”. Met het compromis wordt in zijn ogen een slecht openingsbod gedaan. “We sturen onze voorhoede als het ware met een witte vlag de oorlog in.”
ANP