Nederland geeft dit jaar met ongeveer 10 miljard euro 1,35 procent van het bruto binnenlands product uit aan defensie. Dat is onder het gemiddelde van de Europese NAVO-landen en Canada, dat staat op 1,47 procent. België, Spanje en Luxemburg halen de 1 procent niet.
De cijfers komen uit een overzicht van de militaire alliantie. Nederland neemt een vijftiende plek in. De 29 NAVO-landen hebben een doelstelling van 2 procent in 2024. Hoewel alle lidstaten meer zijn gaan uitgeven, is de verwachting dat slechts de helft dat doel over zes jaar haalt.
Dit jaar zijn het er naar verwachting acht, waaronder de VS, dat nu op 3,5 procent staat. De anderen zijn Griekenland, het Verenigd Koninkrijk, Polen, Roemenië en de drie Baltische landen. Gebaseerd op de nationale plannen die alle lidstaten hebben gemaakt, verwacht NAVO-chef Jens Stoltenberg dat de Europese NAVO-landen en Canada 227 miljard euro extra uitgeven tot 2024.
Een ander doel is dat minstens 20 procent wordt uitgegeven aan investeringen in militair materieel. In Nederland is dat de afgelopen vier jaar ruim verdubbeld naar bijna 25 procent.
De Amerikaanse president Trump maant geregeld de landen die de doelen niet halen meer uit te geven. Dat zal hij woensdag opnieuw doen op een NAVO-top in Brussel. Premier Rutte heeft al gezegd dat Trump groot gelijk heeft. Omdat de Nederlandse economie groeit, neemt het percentage dat aan defensie wordt uitgegeven echter af.
Er wordt deze kabinetsperiode in totaal zo’n 5 miljard euro extra in defensie gestoken, en niet meer. Om het doel te halen zou op zijn minst dat bedrag er jaarlijks bij moeten. Het volgende kabinet staat dus voor een grote opgave om de 2 procent binnen bereik te krijgen.