Circa 13.000 jongeren kunnen in september beginnen aan een maatschappelijke diensttijd. Zij kunnen vrijwilligerswerk doen in bijvoorbeeld de zorg, op het gebied van sport en cultuur, op het platteland of bij de Reddingsbrigade.
Door zich een tijdje in te zetten voor een goed doel, leren jongeren nieuwe vaardigheden, aldus staatssecretaris Paul Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport). Wie nog twijfelt over de beroepskeuze, kan volgens de bewindsman tijdens de maatschappelijke diensttijd inspiratie opdoen.
Het was de bedoeling van het kabinet dat de maatschappelijke diensttijd na de zomer al veel breder zou worden ingevoerd. Jongeren bleken er evenwel niet warm voor te lopen. Daarop stelde Blokhuis de invoering uit om aan de plannen te kunnen schaven. Wel begint in september alvast een eerste proef.
Daarvoor zijn 38 proefprojecten uitgekozen. Jongeren hebben echt wat te kiezen, benadrukt Blokhuis. “Ik heb er vertrouwen in dat de gekozen projecten de samenleving, en zeker ook de levens van jongeren die meedoen, op een positieve manier gaan beïnvloeden.”
ZonMw, de Nederlandse organisatie voor zorgonderzoek en innovatie, heeft de subsidieaanvragen voor de maatschappelijke diensttijd beoordeeld. Het kabinet stelt voor de eerste projecten 25 miljoen euro beschikbaar. Dat loopt vanaf volgend jaar op tot uiteindelijk 100 miljoen euro per jaar in 2021.
Anp