Omroep BNNVARA hoeft de geluidsopnamen die twee journalisten in het geheim maakten in de fractiekamer van politieke partij DENK, niet te verwijderen van internet. Dat had de partij geëist in een kort geding. Maar de belangen van de journalisten wegen zwaarder dan die van de politieke partij. Dat oordeelde de Amsterdamse rechtbank woensdag.
Het radioprogramma De Nieuws BV meldde in juni dat DENK rond de Tweede Kamerverkiezingen vorig jaar maart een nepnieuwscampagne plande onder leiding van Farid Azarkan. Er werd onder meer gedacht aan een PVV-advertentie met de slogan: Na 15 maart gaan we Nederland zuiveren. Het bleef bij een korte test online. In de uitzending zijn ook opnames gebruikt van een voorgesprek met Azarkan in de fractiekamer van DENK in de Tweede Kamer.
Dat de omroep de opnamen uiteindelijk toch uitzond, is naar het oordeel van de rechtbank ‘gerechtvaardigd en proportioneel’. De omroep heeft terecht aangevoerd dat (het idee voor) de nepbanner ‘als een ernstige misstand kan worden aangemerkt’, waarover het publiek moest worden geïnformeerd. “De nepbanner kon immers leiden tot polarisatie, angst en haat.” Bovendien vond de uitzending voldoende steun in de feiten en konden met de opnamen de beschuldigingen van DENK aan het adres van de journalisten, worden weerlegd.
Over de opnamen in de fractiekamer zegt de rechter dat het weliswaar in strijd met de richtlijnen van de Kamer is om zonder toestemming in fractiekamers opnamen te maken, maar in dit geval heeft DENK de journalisten daar zelf uitgenodigd. “Het gesprek had overal gevoerd kunnen worden en had dan ook niets van doen met de gebruikelijke beslotenheid van de fractiekamer. Er is bovendien niets gezegd dat niet naar buiten had mogen komen. Het ‘geheim van de fractiekamer’ is dus niet in het geding.”