“U moet mij en mijn collega’s rekenen tot de warme voorstanders van verplichte algemene verzekeringen voor alle sociale klassen en voor alle doelen, en wel van wieg tot het graf.”
– Winston Churchill in een toespraak op de BBC radio (1943)
De verzorgingsstaat kent vele zegeningen en wat ben ik blij om een in verzorgingsstaat als die van Nederland anno 2018 te leven! Ik ben altijd al blij om in dit geweldig georganiseerde land van vrijheid en welvaart te leven, maar na het lezen van De verzorgingsstaat uit de ‘Elementaire Deeltjes-reeks’ en na een bezoek aan een medisch specialist wil ik een lofzang brengen op de verzorgingsstaat en aan alle mensen die dit fantastische instituut mogelijk hebben gemaakt!
In het ziekenhuis waren er wel 10 mensen in de weer voor mij – allemaal even aardig en vriendelijk – het ene onderzoek na het andere. De kosten voor dit consult en de vervolgconsulten moeten immens zijn. Toch zie ik daar niets van terug. Het is de overheid die de kosten daarvan dekt. Het is geweldig dat iedereen in Nederland, rijk of arm, onafhankelijk van huidskleur, gender of sociale status, toegang heeft tot dezelfde kwalitatief hoogstaande medische zorg. Op sociale media, maar ook op feestjes en in wandelgangen, wordt er wel geklaagd over Nederland, over hoge belastingen, regeldruk, misbruik van uitkeringen en gebrekkige zorg.
Nederland is vanuit mondiaal en historisch perspectief een gerealiseerde utopie. Wie zeurt over problemen in Nederland is een kortzichtige zure mopperkont die het perspectief op de zaken kwijt is. Het gaat goed met Nederland. Buitengewoon goed. Dat moet gevierd worden! En ja, het kan altijd beter en ja er zijn problemen, en ja er zijn bedreigingen van de rechtstaat – maar waar het om gaat is dat we Nederland zoals het is moeten behouden. Wellicht ben ik conservatief als ik de verzorgingsstaat wil behouden. Met behouden bedoel ik het instituut van de verzorgingsstaat, niet per se huidige regelingen. Regelingen moeten worden bijgesteld aan de veranderende omstandigheden. In essentie gaat de verzorgingsstaat om het optimaliseren van de leefomstandigheden van degenen in de slechtste posities in de samenleving. De verzorgingsstaat is de institutionalisering van de rechten van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, waarin ook sociaal-culturele rechten zijn opgenomen, als recht op medische zorg en onderwijs.
In essentie gaat de verzorgingsstaat om drie zaken. Ten eerste om het afdekken van sociale risico’s, zoals bij werkloosheid, ziekte, arbeidsongeschiktheid en ouderdom. Ten tweede om het creëren van publieke voorzieningen zodat mensen zich zo goed mogelijk kunnen ontplooien. Denk aan al die publieke voorzieningen in Nederland: musea, zwembaden, sportterreinen, stadions, theaters, schouwburgen, recreatieterreinen, wandel- en fietspaden maar ook het onderwijs, de medische zorg en subsidie voor kinderopvang (zodat vrouwen meer beschikbaar zijn op de arbeidsmarkt). Voor een groot deel worden deze uit publieke middelen betaald. Het is een groot, maar hardnekkig, misverstand dat het in de verzorgingsstaat gaat om het overhevelen van geld van rijk naar arm. Dat is weliswaar een van de gevolgen, maar ook rijken hebben baat bij een verzorgingsstaat, inclusief veiligheid en (culturele) voorzieningen. Ook (rijke) werkende mensen hebben baat bij goede infrastructuur, het sociale vangnet bij werkloosheid of arbeidsongeschiktheid.
Ten derde is de verzorgingsstaat er om mensen die om welke reden dan ook hulpbehoevend zijn te helpen. Over wat dat helpen inhoudt, daarover lopen de meningen uiteen. Er is de afgelopen decennia een verschuiving van het zonder meer verstrekken van een uitkering, naar meer nadruk op het trachten individuen zoveel mogelijk aan het werk te krijgen zodat ze niet van overheid afhankelijk zijn. Deze activerende instelling van de overheid wordt de participatiesamenleving genoemd.
In Nederland zijn vrijwel alle partijen voor het behoud van de verzorgingsstaat. Er is politieke strijd over de invulling ervan, maar niet over het voortbestaan ervan. In het bredere publieke debat is er wel scepsis over de verzorgingsstaat. Daar begrijp ik eerlijk gezegd geen jota van. Zoals gezegd: iedereen heeft baat bij de verzorgingsstaat. Wat wij aan belasting afstaan krijgen wij dubbel en dwars terug voor de totale inrichting van de Nederlandse samenleving die, zoals gezegd, kwalitatief beter is dan wanneer en waar dan ook.
Het is belangrijk om twee soorten kritiek op verzorgingsstaat te onderscheiden. Het eerste is externe kritiek: hierbij gaat het om het ideaal van de verzorgingsstaat an sich. Deze kritiek is voor een minimale overheid (nachtwakersstaat) zonder het sociaal vangnet of met een zeer minimaal vangnet. De tweede soort kritiek is interne kritiek. Bij interne kritiek wordt het ideaal van de verzorgingsstaat als sociaal vangnet en de rol die de overheid heeft in het helpen van hulpbehoevenden aanvaardt. Desalniettemin kan er behoorlijke interne kritiek zijn op hoe de verzorgingsstaat georganiseerd is.
Ik ga in op soorten interne kritiek. Ten eerste de financiering van de verzorgingsstaat. In Nederland schijnt de verzorgingsstaat voor een belangrijk deel uit de gasbaten betaald te zijn. Een gezonde economie is noodzakelijk om de hoge kosten van een verzorgingsstaat te kunnen dragen. Daarmee samenhangend is ook het belastingstelsel en wie de lasten draagt en in welke mate. Ten tweede, het beduchte free rider probleem. Dat is een probleem waaraan veel mensen zich mateloos ergeren. Mensen die misbruik maken van het systeem en daardoor ten onrechte hulp van de overheid ontvangen. Een verzorgingsstaat vereist dat burgers verantwoordelijke burgers zijn die bereid zijn een bijdrage aan de samenleving te leveren en die de boel niet flessen. Echter, hoewel de mate van misbruik kan verschillen is misbruik inherent aan het systeem. Ten derde; wat voor soort regelingen en instituten zijn er? Door veranderende omstandigheden zijn aanpassingen vaak noodzakelijk. Zo is er door de grote mate van vergrijzing een aanpassing in het pensioensysteem noodzakelijk. De instroom van migranten zet extra druk op het systeem. Er zitten grenzen aan de draagkracht van het systeem. Er kan een ruimhartig opname beleid zijn of een meer strikt beleid, maar onbeperkte influx van migranten is onmogelijk.
Wat ik niet begrijp is hoe tegenstanders van de verzorgingsstaat menen dat zijzelf nooit hulpbehoeftig zullen worden en op enigerlei wijze aanspraak zullen maken op overheidsvoorzieningen. Bedrijven hebben bijvoorbeeld ook baat bij een sociaal vangnet waar werknemers gebruik van kunnen maken. Fundamenteel verzet tegen de verzorgingsstaat an sich geeft echter blijk van een gebrek aan empathie met slachtoffers, met mensen in de slechts mogelijke positie. Wie de geschiedenis van samenlevingen ook maar enigszins heeft bestudeerd zal al snel tot het inzicht komen dat de moderne verzorgingsstaat ontstellend veel humaner is dan welke andere samenleving dan ook. Zonder overheidshulp zijn hulpbehoevende aangewezen op de goede wil van anderen, zoals de caritas van de kerk, maar deze hulp was zowel minimaal als gekoppeld aan evangelisatie. De (Nederlandse) verzorgingsstaat is het paradijs op aarde. In Nederland is een ongekende mate van vrijheid, rijkdom, comfort en geluk in een tot in de puntjes verzorgde samenleving. Graag dank ik alle ambtenaren, politici en burgers die zich voor deze humane samenleving hebben ingezet en zich nog steeds inzetten. Nederland nu is prachtig. Koester de verzorgingsstaat!
Gebruikte literatuur:
– Kees van Kersbergen; Barbara Vis, De verzorgingsstaat, 2016.