Een 29-jarige jihadist uit Limburg die wordt verdacht van betrokkenheid bij een fataal afgelopen ontvoering in Zuid-Afrika, heeft in nauw contact gestaan met de hoogstgeplaatste woordvoerder van Islamitische Staat (ISIS) in Afrika. Dat blijkt uit informatie van de Amerikaanse opsporingsdienst FBI, zo heeft de officier van justitie maandag gezegd tijdens een niet-inhoudelijke zitting voor de rechtbank in Rotterdam.
De verdachte, Mohammed G., wordt nu door het Openbaar Ministerie (OM) ook beschuldigd van deelname aan een terroristische organisatie. Om die reden blijft de Limburger, die al een half jaar in voorarrest zit, voorlopig vastzitten, zo besloot de rechtbank.
De Limburger zat eerder al drie jaar in de cel voor pogingen tot deelname aan de gewapende strijd in Syrië. Nadat hij was vrijgekomen, heeft hij tot begin dit jaar volgens het OM opnieuw contacten gehad met internationale jihadisten. Onder hen zijn de twee verdachten van de ontvoering van een Brits echtpaar in Zuid-Afrika en een andere tussenpersoon uit Somalië. De ISIS-topman, die bekendstond als Abu Fida, werd al in 2016 opgepakt in Kenia.
G. blijkt volgens het OM al sinds 2015 met hen samen te hebben gewerkt aan terroristische plannen. Het ging onder meer om het regelen van reizen naar Syrië en Libië, het opzetten van een trainingskamp in Somalië en het kopen van wapens. Ook wilden ze vrouwen naar Libië lokken om ze daar te verkopen op de slavenmarkt.
Het Britse stel Rodney en Rachel Saunders woonde in Zuid-Afrika en werd in februari ontvoerd, waarna hun stoffelijke resten twee weken later werden teruggevonden. De verdachten zouden op hun geld uit zijn geweest, waarmee ze terroristische activiteiten wilden betalen. G. zou hebben geprobeerd met 127 dollar van de omgekomen vrouw bitcoins te kopen. Het onderzoek loopt nog volop en vindt onder meer plaats in Zuid-Afrika.
(ANP)