Enkele dagen geleden was het weer hommeles in (social) medialand. Het nieuws in de Vlaamse media dat ‘500 jaar geleden de slavenhandel tussen Afrika en Amerika van start ging’, zette de tegenstellingen tussen deugers, ondeugers en ethniciteiten wederom op scherp. Van ‘Blanken hebben alle oorlogen ontketend’, tot ‘Fuck off’: alle argumenten werden in de strijd geworpen om het pleit te winnen.
Nu is daar weinig bijzonders aan. Wat wel (of niet, we zijn al wat gewend intussen) bijzonder was, waren de talrijke reacties van mohammedaanse snit. Ongeveer 100% der mohammedanen beweerde bij hoog en bij laag ‘dat de islam een eind had gemaakt aan slavernij.’ Sterker nog, waren de Arabieren, ‘voor de komst van de islam, slavendrijvers’, nadat de islam zijn vredevolle vleugels had uitgeslagen over de Arabische (en andere volken), ‘kwam er een eind aan die niet-islamitische gewoonte.’
Gepaard gaande van de gewoonlijke argumenten (‘Vlamingen zijn cara-zuipers, leven als dieren’, et cetera), postten de mohammedaanse medeburgers hun wijsheden en waarheden onderaan de reactieruimte, die onder de betreffende artikelen geboden wordt. Zowat 0% der mohammedanen leek aan een minimum aan introspectie te doen. Nochtans zou enig basisonderzoek – van het soort dat zelfs een semi-analfabeet zou kunnen doen – de stellige overtuiging ‘dat de islam niks met slavernij te maken heeft en sterker nog een eind heeft gemaakt aan slavernij’ onmiddellijk teniet kunnen doen.
Net zoals vele andere culturen, heeft ook de islam een verleden van slavernij. Meer zelfs, de islam is wellicht een van de contemporaine culturen waarin slavernij vandaag de dag nog steeds een aanzienlijke populariteit geniet. Van het bouwen van voetbalstadia in Qatar, tot loverboypraktijken in Antwerpen, Amsterdam, Parijs, Londen, Milaan, Barcelona, over opgesloten Yezidi-meisjes in kooien op de markt in Mosul…: slavernij is wellicht nergens springlevender dan in islamitische middens.
En dan vermeld ik niet eens de link tussen islam en slavernij in het verleden. De bewering als zou ‘de islam slavernij afgeschaft hebben’ is van een zodanige onnozelheid – het is een dusdanig flagrante leugen en verkrachting van de werkelijkheid – dat erop reageren bijna overbodig is. Ware het niet dat die malle bende zeloten met de dag aan invloed wint in van oorsprongkelijk niet-islamitische samenlevingen zoals de onze.
De heren en dames ‘muzelman’ die zo zelfzeker hun heilig geloof vrijstellen van elke associatie met slavernij, zouden misschien beter eens een ander boek openslaan dan enkel hun schijnheilige koran. Dan zouden ze al snel iets leren over hun van slavernij gevrijwaard verleden. Dan zouden ze eventueel iets te weten komen over Zanzibar, de Mammelukken, of het gegeven dat de slavenhandel in het Midden-Oosten net floreerde tussen de 9de en de 20ste eeuw (tiens, dat is net in de periode waarin de islam in die regio op vreedzame wijze werd omarmd door die naar Waarheid zoekende verdwaalden).
Mammelukken waren van oorsprong niet-islamitische personen (vaak kinderen van arme mensen, die verkocht werden), die moslims zich, met name in het Ottomaanse Rijk, toe-eigenden (pardon: ‘aankochten’). Om hun bijzonder heilige koran heilig, en het gebod om andere moslims niet te bekampen in ere, te houden, bedisselden de vrome zeloten die Ottomanen waren een cunning plan, dat hen ertoe in staat stelde alsnog hun vredevolle inborst gestand te doen. Ze besloten gebruik te maken van de door hen aangekochte ‘personen in bezit’ (het woord ‘mammeluk’ betekent ‘persoon in bezit’, net zoals islam ‘onderwerping’ betekent), om op die manier hun vredevolle activiteiten en het aantal onvrijwillige bekeringen (want in de islam heerst geen dwang) op peil te houden.
Nu zou een kniesoor een semantische discussie kunnen opstarten, door op te werpen dat ‘personen in bezit nemen’ niet hetzelfde is als ‘slavernij’. Dat zou zoiets zijn als ‘loverboys zijn geen pooiers’. Helaas neemt dat soort van de kwestie wegleidende policorpraatjes de realiteit niet weg. En die realiteit is: islam en slavernij zijn zowat synoniemen. Strikt genomen zou je zelfs kunnen stellen dat eenieder die zich onderwerpt aan een ideologie als de islam per definitie zelf een slaaf is, namelijk eentje van zijn eigen van bigoterie doorspekte geloofsovertuiging.
Naast semantische argumenten zal de islamapologeet wellicht ook andere nepargumenten aanvoeren, zoals daar zijn: economische en sociale. Spijtig genoeg ligt het tijdvak waarin marxistische theoretische uiteenzettingen het goed deden, al even achter ons. De werkelijkheid en dan met name de instroom van miljoenen muzelmannen in het Westen heeft daarvoor gezorgd.
Eventueel zou de mohammedaan die naast de zeer heilige quran ook eens een ander boek –een écht interessant boek – wenst open te slaan, kunnen constateren hoe de Arabieren (jawel, van islamitische snit. Niet vóór, maar ná de komst van de islam dus) op al te gretige wijze de slavenhandel langs voornamelijk de Oostkust van Afrika voor hun rekening namen.
Centrum van deze vreedzame handel vormde Zanzibar, een eiland voor de Tanzaniaanse kust. Vandaaruit werden op piekmomenten zowat 300 slaven (s.l.a.v.e.n!) per dag naar de heilige gebieden verkast, alwaar moslims de plak zwaaiden. Blanken, zwarten, mulatten, paarsen, purperen of gelen: slaven zijn slaven, dachten die heilige rakkers “die de slavernij hebben afgeschaft.”
Wat tevens uiterst frappant is – wat eigenlijk het méést frappante is aan dit ganse horrorverhaal – is de to-tá-le afwezigheid van elk begin van zelfonderzoek bij muzelman-modaal. Het feit dat schijnbaar geen enkele mohammedaan enige geschiedkundige kennis bezit (de geschiedenis van de mammelukken is nochtans veel makkelijker raadpleegbaar dan de Protocollen van Sion), laat staan dat hij dat zou wíllen, kan enkel nopen tot nóg meer pessimisme wat betreft het samenleven met deze lieden.
Neen, wat de herdenking van 500 jaar slavenhandel tussen Afrika en Amerika vooral (en voor de zoveelste maal) heeft aangetoond, is dat introspectie binnen de islam niet bestaat. Waar de blanke ‘mea maxima culpa!’ roept, door het stof gaat, zichzelf kastijdt en op die manier de rupsjes nooitgenoeg nog steeds niet tevreden stelt, blijft de mohammedaan met de kin naar de lucht wijzend zijn god aanbidden.
Wat de 500-jarige herdenking tevens aantoont, is dat het lot van de slaven der moslims bezegeld is. Immers, een cultuur die staalhard ontkent zich aan slavernij te bezondigen, zal nooit de behoefte voelen slavernij een halt toe te roepen. Liever blijft de meest starre van alle culturen die menselijke beschavingen op aarde ooit gekend hebben, schaamte, eer en taboe belangrijker vinden dan elk begin van (mede)menselijkheid.