Steeds als er bij de VVD weer een belangrijke politicus aftrad en/of een integriteitskwestie speelde, werd aangenomen dat het wel forse schade aan de electorale positie van de VVD zou berokkenen. Steeds weer was dat niet of amper het geval en ook nu is het zo met het aftreden van Han ten Broeke. Er zijn geen verschuivingen in politieke voorkeur.
Maar het onderzoek van vandaag levert wel een andere uitslag op, waaruit belangrijke conclusies kunnen worden getrokken. Dit is de belangrijkste tabel: Het vertrouwen in Mark Rutte, uitgedrukt in de rangorde t.o.v. de andere ministers. Behalve bij de VVD-kiezers staat Mark Rutte bij de kiezers van de andere partijen inmiddels (vrijwel) onderaan!
De ervaring leert (zoals bij Lubbers, Kok en Balkenende het geval is geweest ) dat bij politici die een lange periode een bepaalde prominente positie hebben ingenomen, het imago volledig ingesleten is. Als er dan een achteruitgang is van het vertrouwen dat men in die persoon heeft, dan is het eigenlijk onmogelijk, om dat patroon om te keren. (Behoudens bij een grote crisissituatie).
In het rapport van deze week (pdf) ga ik uitgebreid hierop in. Ik kom daarbij tot de volgende conclusies:
Op meerdere manieren is daarmee de opstelling van Mark Rutte bij het onderwerp ‘afschaffing van de dividendbelasting’ een fascinerende opofferingsslag!
In het onderzoek van vandaag zijn ook vragen meegenomen over het afgeblazen cartoonproject van Geert Wilders en de naderende uitzetting van Horwick en Lili. Wat het laatste betreft zien we een grote mate van verdeeldheid onder de Nederlanders.