De Nederlandse Publieke Omroep (“NPO”) schuwt de grote vragen des levens niet. “Vinden de jeugdig gebleven tachtigers Patricia en Alan de liefde?” klonk het vorige week maandag in First Dates op NPO3. Een dag later kwam in Downtown Dinner de inwendige mens aan bod: “In Weesp zien we John en Cathalijne aan het werk in het Pannenkoekenhuis. Hoe ontvangen zij hun gasten en hoe smaken de pannenkoeken?” En op 30 augustus deelde NPO 2 in Hollandse Zaken de genadeslag uit: “Het lege nest, en dan …?”
Aan deze potpourri van lief en leed spendeert de NPO dit jaar € 794 miljoen. Van dat bedrag wordt ruim 20% gedekt uit reclame-inkomsten. De rest, € 616 miljoen, komt uit de Rijksbegroting. Vergelijkbare televisieprogramma’s worden uitgezonden door RTL4 en SBS6. Daar kosten ze de belastingbetaler niets. En ze worden, in de meeste gevallen, beter bekeken.
De publieke omroep is ingesteld om het volk te voorzien van “media-aanbod” op het gebied van “informatie, cultuur en educatie”. Dat is inderdaad één van de activiteiten die de NPO ontplooit. Er zijn op de televisie- en radiokanalen van de omroep nieuwsuitzendingen, actualiteitenprogramma’s en documentaires te zien. Maar de harde kern van de programmering wordt gevormd door een genre dat door insiders wordt omschreven als “amusement met een vleugje info”.
De NPO heeft goede redenen voor deze bastaardisering van zijn missie. De belangrijkste is het streven naar hoge kijkcijfers. Patty Brard trekt meer kijkers dan Xandra Schutte. En daarom zien we Patty Brard iedere week in Ranking the Stars en moet de hoofdredactrice van De Groene Amsterdammer genoegen nemen met een eenmalig gastoptreden op Radio 4.
Kijkcijfers zijn het levenswater van de NPO. De claim dat een groot publiek wordt bereikt, vormt het fundament van de lobby van de NPO om geld. En dat grote publiek is ook noodzakelijk voor het verkopen van reclamezendtijd. Kijkcijfers zijn daarmee in de ogen van de NPO-bestuurders een voorwaarde voor het voortbestaan van de organisatie. Dat het streven naar die cijfers de missie van de omroep in het geding brengt, is van ondergeschikt belang. Uiteindelijk is het eigen voortbestaan de belangrijkste missie van iedere ambtelijke instelling.
Voor zijn voortbestaan hoeft de NPO voorlopig niet te vrezen. De claim op de Rijksbegroting staat tot en met 2022 in de boeken. Wel bleek eind vorig jaar dat de NPO voor 2019 en 2020 rekening houdt met tegenvallende reclame-inkomsten. In 2020 zou het gat zijn opgelopen tot € 62 miljoen. Aan de verantwoordelijke minister, Drs. A. Slob, werd om soelaas gevraagd. Slob reageerde in eerste instantie zoals het een mannenbroeder betaamt. Hij droeg de NPO op om de tering naar de nering te zetten. Maar inmiddels lijkt hij rekkelijk te zijn geworden. De minister overweegt naar verluidt om een deel van het tekort te compenseren uit zijn eigen begroting.
Minister Slob moet dit niet doen. Het wordt tijd dat hij de omroep wijst op zijn missie: het verzorgen van media-aanbod op het gebied van “informatie, cultuur en educatie”. Het te bezuinigen bedrag is een fractie van de honderden miljoenen die de NPO uitgeeft aan amusementsprogramma’s die RTL en SBS gratis en beter kunnen maken. Patty Brard is een schat, misschien wel meer dan Xandra Schutte, maar we hebben de NPO niet nodig om van haar te kunnen genieten.