Boeven vangen, mensen helpen. Daarvoor kwam ik bij de politie in 2000. Een roeping; niet voor het geld, want ik verdiende met mijn baan voor de politie meer dan met mijn huidige baan. Ik zit 18 jaar bij de politie en weet hoe ‘t werkt op de werkvloer. Ik lachte toen om de oude dienders met hun “vroeger was alles beter”. Maar nu? Nu zeg ik het zelf ook. Niet alleen voor mezelf maar ook voor de samenleving.
En dan heb je nu de CAO-onderhandelingen. Die bestaan uit 2 delen: de arbeidsvoorwaarden, (salaris, toelages, ouderenregelingen etc.) en de bonden hebben daar de arbeidsomstandigheden aan toegevoegd (personeelstekorten, roosterdruk, opleiding en training). Of dat verstandig is laat ik even in het midden. Wel durf ik mezelf de vraag te stellen of ik nog de politiezorg kan leveren waar ik voor sta. De zorg die ik wilde leveren toen ik stelde te willen “boeven vangen en mensen helpen”.
Inmiddels kan ik die vraag met een “nee” beantwoorden. Een volmondig “nee”. Met pijn in het hart moet ik bekennen dat de roeping daarmee een baan is geworden. Ik en mijn collega’s doen wat we kunnen. Nog altijd willen we de inwoners van dienst zijn maar we kunnen dat tot onze spijt niet meer met het “service-level” van voorheen. Daar heeft u last van, maar wij ook. Met dit artikel hoop ik enig inzicht te kunnen geven in wat er speelt en welke gevoelens er bij menig medewerker van de Nederlandse politie leeft. Een inzicht in waarom menig politieagent inmiddels zegt: “politiewerk is leuk, alleen werken voor de politie niet!”
De komende CAO:
Mijn baas stelt dat ik wat meer moet flexibiliseren. Ik moet iets meer meebewegen met de doelen van de organisatie. Mijn grenzen iets meer oprekken. Nu weet ik al jaren uit eigen ervaring dat de rek er in de organisatie wel uit is. Begin deze eeuw, kwam ik binnen in een organisatie die wijkteams had, de burger kende jou als diender en de dienders kenden hun pappenheimers. Je maakte een praatje op straat en kreeg zo veel informatie over wat er speelde in de wijk. Vier keer per maand was je met je club in de wijk te vinden om lokale problematiek op en aan te pakken. Je meldde de meldkamer dat je even niet inzetbaar was omdat je een rondje liep op de markt, waar je in 5 minuten meer bruikbare info binnenhaalde dan met een half jaar speuren op internet. Er waren voldoende mensen en preventieve surveillance bestond nog.
Toen bleek dat we dat laatste niet kunnen meten als “product” zijn we afgegleden naar een bedenkelijk niveau. De teams zijn gekrompen van 225 man eerst naar een kleine 170 nu – voor hetzelfde gebied met meer inwoners in een veranderde maatschappij. Van de 12 dubbelbemande auto’s zijn er in hetzelfde gebeid nu nog 3 over. Drie bureaus zijn gesloten. De mensen uit de wijk kennen ons niet meer en wij hen niet. De wijkagent zit vaker in de noodhulp dan in zijn wijk. Toch claimt men dat we tot in de haarvaten in de maatschappij zijn verweven. Als ik die uitspraak weer eens hoor denk ik: “er is nog een hoop werk voor de GGZ”. Meerdere keren is het tijdelijke noodrooster de nieuwe basissterkte geworden. En u vroeg zich af waarom u zo weinig politie ziet?
Dan maar eens kijken of er nog wat rek in mijn persoon zit. Ik kwam bij de baas en mocht daarvoor mijn spaarrekening plunderen. Jong, zo jong dat je – ondanks eigen woning en hypotheek – gewoon ‘zakgeld’ kreeg. Salaris kreeg je pas vanaf 23 jaar. De buren van ‘t korps naast het onze kregen wel gewoon salaris. Het gras was dus werkelijk groener bij de buren maar dat stond even niet in de folder. Dus liep ik bij aanvang alvast 10.000 euro achter de feiten aan. Soms letterlijk op water en brood gezeten om politieagent te worden. Later kwam er een nieuwe collega binnen welke zijn oude salaris mee had genomen. Hij verdiende als student meer dan ik als hoofdagent. Later herhaalde een korpschef dat trucje ook nog eens…
Ondertussen werd mij een gouden carrière toegeschreven. Nou was ‘t wel even wat krap om een opleiding te gaan volgen maar alles kwam goed. Het zou 18 jaar duren voor ik een opleiding kreeg die langer duurde dan 3 werkdagen. Maar wel de mond vol hebben van doorstromen en kwaliteit onderhouden.
Via een zogenaamd persoonlijk ontwikkelingsplan dan maar een ontwikkeltraject in. Dat liep mis.
Een te grote bedreiging voor degenen net boven je, en verdomd, toen men de kans had schoof men even iets in mijn schoenen. Afrekencultuur? Ja, want toen ik er iets van vond mocht ik opgaan voor ontslag. Dat kreeg men er niet doorheen maar ik heb wel 7 jaar lang een PV (proces-verbaal, red.) van mijn oud-“collega’s” in mijn dossier gehad dat mij ernstig beschadigde en waarvan expliciet was verboden deze in mijn dossier te plaatsen. Pas toen ik zelf mijn dossier ter plekke opeiste kwam die er pardoes uit rollen. Ik mij maar afvragen wat er toch mis ging bij sollicitaties. Sollicitaties? Ik zal me daar maar niet over uitlaten want daarin zijn meer schimmige zaken gebeurd dan bij menig bouwfraude.
Dan persoonlijk traject 2. Nou, dat liep super, echter doorgroeien mocht niet. Wel mag je als hoofdagent het werk van een brigadier doen. Als je dat 11 maanden doet, worden deze taken (die je naar volle tevredenheid deed) opeens bij je weggenomen. Als je deze taken namelijk 12 maanden doet moeten ze je bevorderen. Enkele maanden later mag je deze taken toch weer oppakken. Doe je dit, dan snijd je jezelf in je vingers want je krijgt er niet voor betaald. Doe je het niet, dan mag je voor een functioneringsgesprek langs komen met de mededeling dat je “wel wat weinig drang hebt om jezelf te willen ontwikkelen”. Iets over “stuck between a rock and a hard place”. Oftewel je bent officieel toegetreden tot de categorie Hoofdagent ZV (zonder vooruitzichten). En toch blijf je het doen. Want het werk en de momenten dat je er echt voor de inwoners van dit land kan zijn maken je dag goed. Dit gaat jaren zo door, maar het komt goed, zo werd ons in 2012 verteld.
Uiteindelijk werd ik via een secundair traject dan toch brigadier, nog altijd op straat. Daar kwamen wij erachter dat je voor hetzelfde werk bij de buren als inspecteur op de rol stond. Daar hoefden we ons geen zorgen over te maken. Kwam allemaal goed met het LFNP (Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie, red.), daarin zouden de functies in het land geharmoniseerd worden en gelijkgetrokken met elkaar. Mede met dank aan de bonden is dat even misgelopen. In plaats van beoordelen op werk, werden we beoordeeld op schaal. Kwam bij dat de functieomschrijving in ons korps in de aanloop vakkundig was verkleind. Je deed in werkelijkheid ‘t werk wel maar op papier deed je ineens veel minder. Heel slim want toen men ging beoordelen op deze papieren waarheid konden heel veel hoofdagenten en brigadiers fluiten naar hun bevordering.
Inmiddels zijn die allemaal intellectueel gedegradeerd. Waar je vroeger op basis van je extra werkzaamheden onderdeel van de teamleiding was, zijn die taken je zorgvuldig afgenomen en blijven de basis werkzaamheden, die je deed toen je net bij de politie kwam, over.
Je mocht trouwens wel je opvolger inwerken die op jouw stoel kwam zitten. Dit moest je echter wel lachend doen want anders stak je er toch wat negatief in. De organisatie vraagt mij wel deze taken weer op te pakken als zij even omhoog zit, wat eigenlijk constant zo is. In bezwaar gaan of functieonderhoud aanvragen blijkt geen enkele zin te hebben. In de regeling behorende bij dit traject stond dat je tijdens het LFNP traject geen functieonderhoud aan mocht vragen. Toen mijn bezwaar werd afgewezen met als motivatie dat ik eerder functieonderhoud aan had moeten vragen… toen mocht u raden waar mijn broek zich bevond.
Bij mijn aanstelling werd mij beloofd met 40 dienstjaren met pensioen te mogen. Ondertussen is mijn pensioenleeftijd 11 jaar opgeschoven en zijn mijn oudedagregelingen versoberd en uitgekleed. Mijn carrièrekansen zijn geslonken en ik beleef zelfs een achteruitgang in mijn ontwikkeling. Ondertussen leeft menig collega van vakantiegeld naar eindejaarsuitkering om zo de financiële gaten te dichten.
Ik ben tijdens CAO-onderhandelingen meer dan eens op de nul-lijn gezet en soms kwam een deel van mijn salarisverhoging uit het verlagen van mijn pensioenafdracht waardoor mijn pensioenopbouw lager werd en ik ook mijn dromen na mijn pensionering moest bijstellen. Ondertussen zitten zij-instromers op plekken die ik ambieerde omdat ze goedkoper in te vliegen zijn. Mijn chef is een burger die heel goed kan managen maar politiewerk niet snapt. Mijn loonsverhoging komt deels uit mijn eigen pensioen.
De collectieve ziektekostenverzekering van de politie is inmiddels afgeschaft waardoor de zorgkosten voor mij en mijn gezin met bijna 100 euro per persoon per maand omhoog zijn gegaan. Tegen de afspraken in en zonder compensatie.
In eerdere CAO-onderhandelingen is een loonsverhoging afgesproken met als voorwaarde dat collega’s 1% extra moeten werken zonder dat deze uren betaald worden. Ik moet mij soms de hele dag beschikbaar houden voor 1 hele euro per uur, wat betekent dat wij als gezin – in de toch al beperkte tijd die wij als gezin vrij zijn – ernstig beperkt worden in onze plannen.
Nu vraagt men mij of ik twee keer extra op wil komen per maand, geen rekening houdende met de gevolgen voor mijn privéleven en zonder compensatie voor de financiële gevolgen. Verder verlangt de minister dat ik mijn standplaats in wil ruilen voor een 100 kilometer verder weg. Daarbij komt het idee om meer weekenden te gaan werken. Onregelmatig werk wordt minder goed beloond. Men verlangt van mij een stapje harder te zetten, want er gaat 15.000 man met pensioen. Dit wist men al (of kon men weten) maar hierop werd het aannamebeleid niet aangepast.
Pas als ik met al deze veranderingen akkoord ga is men bereid met een zinnig loonbod te komen. Dat is geen onderhandeling maar chantage.
Ik ken de burger niet meer, en zij mij niet. Zaken die ik vroeger voor ze deed doen we niet meer. Terwijl het wel echt politiewerk is!
Boevenvangen mag ik niet meer door belemmeringen vanuit de politiek, het OM en de rechterlijke macht. Een enorme knellende administratieve wurggreep maakt ons verlamd. Zaken die ik oppak worden weggebonjourd met vage codes. Zaken die we vroeger oppakten omdat het politiewerk was, “vallen nu van de plank”. Zaken die opgepakt worden, moeten we vooral “klein houden” terwijl met een iets grotere investering in die zaak we een netwerk oprollen in plaats van de simpele boef.
En als we dan een ronde zaak hebben dan komt het meer dan eens voor dat het in de strafoplegging mis gaat. Dat mogen wij dan uitleggen terwijl wij er niet over gaan. Wij weten precies dat die draaideurcrimineel ons weer het bloed onder de nagels vandaan gaat halen en weer gaat vervallen in crimineel gedrag en weer slachtoffers gaat maken. Weer een seponering, weer een niet uit te leggen taakstrafje. Met dit alles is ook een knap deel van mijn roeping uitgehold.
Ik blijf omdat ik nog altijd goede dingen probeer te doen voor de mensen. “boeven vangen en mensen helpen” zit in ons DNA. Daarbij moet thuis de kachel blijven roken en moet er een gezin onderhouden worden.
Een tip voor onze baas?
Vroeger zei mijn leidinggevende dat het hoogste haalbare voor een leidinggevende is dat men voor je wíl werken in plaats van dat men voor je móét werken. Wel meneer Akerboom en Minister Grapperhaus: Ik moet werken voor u en de rek is er helemaal uit, niet alleen bij mij persoonlijk, maar ook bij de organisatie, door de jarenlang gepleegde roofbouw.
Mijn openstaande rekeningen met de organisatie zijn nog altijd niet voldaan en u krijgt van mij geen krediet meer om nieuwe rekeningen te openen. Ik werk alleen nog voor mijzelf, mijn gezin, mijn collega’s op de werkvloer en de inwoners van dit land.