Elke schooldag wordt het NOS Jeugdjournaal getoond in de klas van mijn zoon. Op zich niets mis mede. Je kunt de etters niet vroeg genoeg wegwijs maken in de hel die de wereld is; bovendien stel ik me zo voor dat het een welkome onderbreking vormt op de duizend taal- en rekentoetsen die ze moeten volbrengen op een leeftijd toen ik enkel kniekorsten verzamelde op straat- maar afijn.
Zo kwam mijn zoon recent thuis van school, en na de obligate wetenswaardigheden over zijn held en geestelijk vader Ronaldo, kwam het jeugdjournaal ter sprake: Jos B. passeerde de revue (moet zonder tussenkomst van rechtspraak dood natuurlijk), aandacht ook voor het verontrustende aantal kinderen dat niet aan sportbeoefening doet (willen die kinderen dan geen profvoetballer worden?), en wat die gekke Donald Trump nú weer heeft gezegd! Trump, wist mijn zoon, is stóm.
Ik: “Nou, nou. Waar heb je dát nou weer vandaan?”
Hij: “Dat was op het jeugdjournaal.”
Ik: “Dat hij stom is?”
Hij: “Hij zegt stomme dingen.”
Ik: “Zoals wat allemaal?”
Hij: “Nou, hij vindt dat kinderen in kooien moeten worden opgesloten.”
Ik: “Hij zei WAT?”
Hij: “Dat zeiden ze op het Jeugdjournaal.”
Het is op zulke momenten dat verstandig-onthouden-van-commentaar en pan-sarcastische scheldkanonnades wedijveren om de bokaal ‘verantwoord vaderschap’.
Gelukkig wint meestal de eerste.