Uit de gisteren gehouden peiling blijken Wilders, Asscher en Dijkhoff het best gescoord te hebben. Pechtold en Baudet scoorden een stuk lager dan gewoonlijk onder hun eigen kiezers.
Wilders en Asscher scoorden het hoogst onder de fractievoorzitters van de oppositie. Zelfs onder kiezers van FvD scoorde Wilders hoger dan Baudet. Asscher scoorde van alle fractievoorzitters het hoogst onder de eigen kiezers.
Het voorstel van Wilders om de islam in Nederland te weren uit het publieke domein wordt door 39 procent gesteund. Bij de kiezers van VVD en CDA staat 41 achter dit voorstel. 57 procent van de Nederlanders vindt de alternatieve begroting van SP, GroenLinks en PvdA een verbetering t.o.v. het voorstel van de regering.
Hoewel een groot deel van de kiezers met Dijkhoff eens is dat er een duidelijke aanpak moet komen t.a.v. de probleemwijken, is maar 21 procent het eens met het voorstel tot hogere straffen in die wijken. Dijkhoff scoort wel het hoogst van de fractievoorzitters van de coalitie. (pdf) Pechtold scoort dan als vierde. Zelfs onder de D66-kiezers wordt hij maar door 25 procent gezien als de beste van de vier fractievoorzitters van de coalitie.
En hoewel 63 procent van de Nederlanders het eens is met de stelling van Baudet dat door het regeerakkoord door de oppositie bij dit soort debatten vrijwel niets te behalen is, vindt 73 procent dat hij wel actief aan het debat had moeten meedoen. Onder zijn eigen kiezers is dat 42 procent.
Per saldo is hierdoor het effect dat voor het eerst sinds de verkiezingen de PVV zetels terug wint van FvD. De PVV gaat er 2 omhoog naar 17 en de FvD van 16 2 omlaag naar 14. De PvdA is 1 zetel gestegen naar 13.
60 procent vindt dat privézaken tijdens de debatten niet benoemd hadden moeten worden en 51 procent had zich gestoord aan het taalgebruik tijdens het debat. Kiezers van PVV en FvD zijn het in hoge mate niet met die meerderheid eens.
Kiezers van oppositiepartijen vinden in grote mate dat mocht de coalitie in de Eerste Kamer de meerderheid verliezen, dat men hetzij de regering niet moet steunen of dat alleen doen als de wet (of wetsvoorstel) over het beëindigen van de dividendbelasting wordt teruggetrokken/herroepen.