Hans van Willigenburg schreef deze zomer de recensies over Zomergasten. Dat smaakt naar meer, vindt ons van TPO. Daarom vanaf nu geregeld TV-recensies van zijn hand. Maar daar hebben we wel uw hulp bij nodig want hij doet het niet gratis. Daarom een vriendelijk verzoek: DONEER AAN HANS VAN WILLIGENBURG!
Vrijdagavond viel ik zomaar ineens het programma De Hofbar binnen, waarover ik had gelezen dat de NPO ermee een poging doet ‘de kloof tussen burger en politiek’ te dichten. Zelden is er zoveel cynisme uitgestort als over uitgerekend deze kloof, die volgens de ene helft van Nederland de oorzaak is van zo’n beetje alle ellende, en voor de andere helft juist dringend gehandhaafd of vergroot moet worden, omdat allerlei kroegpraat naadloos in het politieke discours opgenomen dreigt te worden. Niet geheel toevallig is de locatie van De Hofbar een kroeg, met als tijdelijke kroegbaas annex gespreksleider de voormalige pestkop van PowNed, Rutger Castricum. Mijn nieuwsgierigheid was bij het binnenvallen van dit programma onmiddellijk gewekt: zat ik hier te kijken naar een NPO-programma waaraan alle cynisme voorbij was gegaan en waarin men vol frisse moed het utopische idee van een gelijkwaardig gesprek tussen de ‘professionele’ politicus en de ‘amateuristische’ burger nieuw leven wilde inblazen? Of was ‘De Hofbar’ juist het resultaat van al die bergen cynisme, en hadden we hier te maken met een (cynische) poging het tussen twee ongelijke grootheden zodanig te laten schuren, dat het amusement voor een herhaaldelijke bulderlach opleverde? De keuze voor Castricum wees op Mogelijkheid Twee. Toch had ik maar een paar minuten nodig om bij Mogelijkheid Één uit te komen.
Via een vooraf opgenomen filmpje zagen we hoe Rutger was afgereisd naar de Rotterdamse Afrikaanderwijk, waar oude, voornamelijk blanke mensen met een laag inkomen op de nominatie stonden hun huis uit te worden gegooid. Volgens de dienstdoende woningbouwcorporatie omdat hun woningen verouderd waren, maar na plaatselijke inspectie van Rutger ‘himself’ was de conclusie: om yuppen de wijk in te laten stromen zodat een meer ‘gemengde’ bevolkingssamenstelling gecreëerd zou worden. Kortom… Concreet, menselijk leed versus abstracte, bureaucratische dromen. Een VVD-Kamerlid schaarde zich in de gangen van de Tweede Kamer ongezien achter de ideeën van de woningbouwcorporatie. En op de vraag of hij met eigen ogen had geconstateerd dat de Rotterdamse woningen in de Afrikaanderwijk inderdaad rijp waren voor de sloop (nee, natuurlijk), schroefde hij een tandje terug met de zinsnede dat ze toch zeker ‘niet meer aan de moderne eisen voldeden’. Ook een D66-mevrouw vond sloop onmiddellijk een goed idee. Dat gewone burgers tijdens hun levensavond van hun geliefde plek werden weggejaagd, vond ze geen enkel probleem. Ze zouden, volgens haar humane D66-redenering, toch een gelijkwaardige woning terug krijgen, elders in de stad? Deze kans voor open doel liet Castricum vanzelfsprekend niet onbenut. Een oud mevrouwtje dat haar leven lang in de Afrikaanderwijk had gewoond, klaagde dat ze voortdurend servicegerichte medewerkers van de corporatie over de vloer kreeg die, gedrenkt in hypocrisie, bleven vragen of ze ‘haar ergens mee konden helpen’. ‘Ja,’ antwoordde ze in de camera van Rutger. ‘Met de pil van Drion.’
Noem het een clichématig conflict… het was wél, hoe dan ook, een perfecte illustratie van het bloederige basismateriaal waaruit het postmoderne, parlementaire bedrijf is opgetrokken. Twee fatsoenspolitici, aan de ene kant, die zonder ooit een stap in de betreffende wijk gezet te hebben akkoord gingen met wat, afgeschminkt, niets minder dan deportatie is. En horden laagopgeleide burgers van vlees en bloed, aan de andere kant, die streden voor hun laatste restje eergevoel (‘in deze wijk voel ik me thuis’). Het conflict kreeg in de kroeg, De Hofbar dus, nog een vervolg met buurtbewoners (waarvan één in Feyenoord-shirt) die de argumenten van corporatie en politiek ontkrachtten. Sympathiek, edoch lichtelijk overbodig. Of het moet zijn dat Castricum onder druk van de NPO heeft toegezegd een zeker quotum ‘gewone burgers’ in zijn tv-kroeg te ontvangen. Hetgeen, inclusief de grap van Castricum (‘kun je dat shirt niet effe uitdoen?’), weer wees op Mogelijkheid Twee.
Toch geef ik De Hofbar voorlopig het voordeel van de twijfel. Naast alle voorspelbaarheid in dit programma, die ik ook zie, mag je niet uitsluiten dat het zich op een nuttige manier richt op precies die vierkante meter onvrede waar de volgende politieke veenbrand of explosie gaat plaatsvinden. Dankzij De Hofbar durf ik heel voorzichtig weer te zeggen: ‘ja, mensen, er is wel degelijk een kloof tussen burger en politiek, en die een beetje dichten kan misschien toch geen kwaad’.
PS: speciale gast in deze uitzending was Thierry Baudet, als je nieuwsgierig bent naar zijn interactie met de kroeggangers, kijk het dan terug…