Door de aardbeving en tsunami op het Indonesische eiland Sulawesi is er een gebrek aan ”werkelijk alles”, zegt Iris van Deinse van het Nederlandse Rode Kruis, die in Jakarta zit. ”Er is geen water en geen elektriciteit. Veel locaties in de getroffen gebieden zijn onbereikbaar”.
Door het natuurgeweld zijn er volgens haar aardverschuivingen geweest waardoor wegen veranderd zijn in een modderpoel. ”Mensen durven hun huizen niet in omdat ze bang zijn dat die instorten. Ze slapen in de buitenlucht”, aldus de woordvoerster.
Hulpverleners zijn nog druk bezig met het zoeken naar en redden van slachtoffers. Daarnaast is het Rode Kruis hulpgoederen aan het inschepen, zoals watertrucks, dekens, dekzeilen, slaapmatten, kleding en ambulances.
Het officiële aantal doden is inmiddels opgelopen tot 844. ”Maar omdat veel gebieden nog onbereikbaar zijn, ligt dat aantal waarschijnlijk hoger”, aldus Deinse. Onder de slachtoffers zijn voor zover bekend geen Nederlanders, liet het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag maandag weten.
Hulporganisatie Cordaid steunt een netwerk van lokale instanties die meteen in actie zijn gekomen om de situatie in kaart te brengen en de hulpverlening te starten. Ook na de tsunami van 2004 verleende Cordaid noodhulp in Indonesië. Volgens een medewerker is er rond Donggala nog een heel rampgebied waar nog nauwelijks iets over bekend is. ”Daar is geen communicatie mee mogelijk.”
Het Rode Kruis heeft giro 6868 geopend voor de slachtoffers van de aardbeving en tsunami. Mensen die op zoek zijn naar familieleden in het getroffen gebied kunnen contact opnemen met het Indonesische Rode Kruis via [email protected].
Ook mensen van Unicef zijn er druk bezig. Ze proberen schoon drinkwater en sanitaire voorzieningen te regelen. Omdat honderden scholen in het gebied zijn beschadigd, wil Unicef kinderen zo snel mogelijk weer onderwijs bieden, wat ze ook helpt om weer in een dagelijkse structuur te komen en ellendige ervaringen te verwerken.
ANP