Recentelijk is de wettige overheid van Syrië onder leiding van President Assad stevig aan de winnende hand in de burgeroorlog. Nu de verovering van het laatste stukje Syrië – het door verschillende rebellengroepen en Turkije bezette Idlib – aanstaande is, is het echt de hoogste tijd om na te denken over een Syrië van na de oorlog.
Het huidige Syrië is gevormd door een vrij recente geschiedenis van kolonisatie en overheersing, wat tot gevolg heeft gehad dat de grenzen van het huidige Syrië niet werden bepaald door diegenen die in het land woonachtig wensten te zijn, maar meer specifiek door Frankrijk (Syrië) en Engeland (Irak, Israël/Palestina, Jordanië) die bij de verdeling van de gebieden weinig rekening hielden met de wil van de bevolking om samen te leven, maar veeleer meer oog hadden voor een verdeling van de natuurlijke rijkdommen (olie).
Het resultaat is dat er nadien landen zijn ontstaan die na onafhankelijkheid feitelijk een bevolking herbergen die van grote verscheidenheid is, en soms in diepe onmin met elkaar leeft. De gecreëerde samenlevingen zijn deels tribaal, men leeft erg binnen de eigen groep. Je kunt bijna spreken van een ‘clan-maatschappij’ om de maatschappij van Syrië te beschrijven, waarbij het voor acceptatie van gezag van een persoon belangrijk is welk respect de clan als geheel geniet bij de overige bevolking.
Is het dan per definitie onmogelijk om uit de lappendeken van diverse, elkaar soms vijandig benaderende, bevolkingsgroepen een vreedzame samenleving te creëren? Nee, maar zo’n samenleving heeft dan wel een sterk centraal en onpartijdig gezag nodig. Ook het hebben van een gezamenlijke vijand helpt om de benodigde saamhorigheid te creëren die nodig kan zijn voor het opbouwen van een vreedzame samenleving.
Natuurlijk, de Syrische overheid heeft zich in het conflict zeker niet gedragen conform westerse normen en waarden. Er hebben walgelijke schendingen van de mensenrechten plaatsgevonden, waaronder het meermaals inzetten van verboden gifgassen. Een overheid die zulke misdaden tegen de menselijkheid pleegt zou niet langer als legitieme overheid te dulden moeten zijn, volgens velen. Maar wie bepaalt welke gedragingen van een overheid geduld worden, en welke consequenties daaraan verbonden moeten worden? Zou dat niet de bevolking van een land zelf moeten zijn? Is het willen opleggen van een machtswissel aan de bevolking niet een misdaad in zich zelve?
In de Syrische burgeroorlog zijn er onder de tientallen strijd-groeperingen weinigen die geen misdaden tegen de menselijkheid hebben begaan. Bovendien heeft ook bijna geen enkele groep belangen die niet tegenstrijdig zijn met de belangen van andere groeperingen.
Het feit dat de Alewieten als ‘clan’ nauwelijks belangenconflicten hebben met andere ‘clans’, maakt hen enigszins respectabel voor andere ‘clans’, iets dat nodig is in de gefragmenteerde samenleving van Syrië. En laat nu net de representant (President Assad) van de door Alewieten gedomineerde Syrische overheid een Alewiet zijn.
Het gebied waar Syrië zich geografisch in bevind is zeer belangrijk voor wie de wereld wil overheersen, het is een gebied dat interessant is voor al die de wereld willen overheersen met militaire of economische macht en van oudsher het gebied waar de westerse beschavingen de oosterse aanraken. Wie invloedsferen uit wil breiden doet er goed aan de machthebbers in Syrië aan zijn zijde te hebben. De Sovjets begrepen dat, evenals het oude China. Geopolitiek gezien zou het, met een rijzend conflict tussen het westen en China, weleens heel erg verstandig kunnen zijn om de machthebbers van Syrië aan westerse zijde te krijgen.
Met steun van diverse strijdgroepen, en diverse landen waaronder Iran, Irak, China en vooral de Russen lukt het de Syrische overheid met Assad aan het hoofd Syrië te heroveren op diverse strijdgroepen. Het feit dat Assad nu begrijpelijkerwijs goede banden heeft met China, Irak, Iran en Rusland, zou een zeer belangrijke reden kunnen zijn om hem, vanuit Westers oogpunt weg te willen hebben.
Maar is die wens realiseerbaar? Als je een vijandige bevolking en een direct conflict met Rusland, Iran en China op de koop toe zou nemen, wellicht wel ja. Maar anders lijkt het beter om President Assad te omarmen, en samen met hem te zorgen voor stabiliteit, rust en democratie. En welke vorm de staat van Syrië moet krijgen, en of die moet blijven voortbestaan, is aan de Syriërs en aan niemand anders.