Meindert Fennema vaart van maandag 22 oktober tot en met vrijdag 2 november mee met de NRC Bootreis op het door de krant afgehuurde cruiseschip MS Ocean Majesty. Hij houdt voor TPO zijn ervaringen bij in een dagboek.
We hebben de haven van Dürres veilig bereikt. De storm heeft ons net niet achterhaald, hoewel de wind wel enig deining veroorzaakte. Het gezelschap dat in Bari samen gelunched had zette de conversatie gisteravond voort. Het schip begon vervaarlijk te deinen en te stampen. Misschien was dit wel ons laatste avondmaal. Wij waren vast besloten om vrolijk te onder te gaan. Toen wij naar onze hut gingen was het niet meer te zien of onze onvaste gang een gevolg was van de wijn of van de deining.
Niet alle passagiers waren zo luchthartig als wij.
Anka was vroeg naar haar hut gegaan en had in bed gelegen met haar sokken aan en haar telefoon op het hoogste volume. Zij had nog een keer geoefend met het reddingsvest. Wel honderd keer had zij in haar verbeelding dat reddingsvest omgedaan, klaar om in een reddingsboot te stappen. Ze had er zelfs aan gedacht om één van de twee kinderen van Timora Rosler, de celliste die aan boord schitterende recitals geeft – en die met hun moeder meereizen, onder haar hoedde te nemen. In haar slaap had de gedroomd dat ze op de Titanic zat en door Leonardo DiCapprio gered werd. Toen de wakker schrok lagen we al in de haven van Dürres.
Vanochtend stond de vader van de kinderen op deck C te wachten op de taxi die hen naar het vliegveld zou brengen. De kinderen moeten morgen weer naar school. Moeder blijft aan boord om voor ons te blijven spelen.
‘Hoe was Sjoerd je Jong?’ vraag ik aan een van de passagiers voordat we van boord gaan voor een stads oriëntatie. De ombudsman van de NRC had gisteravond een lezing gehouden over nepnieuws, onder de pakkende titel ‘Nep, nepper, nepst’. Mijn reisgenoot vond het wel aardig; ‘maar’ zei hij, ‘ik had er niets aan, want hij vertelde ons niet wat hij onder nieuws verstond.’ Tja, dat is natuurlijk het centrale probleem van het nieuws. Het veronderstelt een kenbare, objectieve werkelijkheid. Hopelijk is met de waarheid net als met porno: het is moeilijk te definiëren, maar je herkent het meteen al als je het ziet. Ik zal het nog eens aan Sjoerd de Jong voorleggen. Overigens is het verschijnsel nepnieuws van alle tijden, maar het wordt altijd sterker in een gepolariseerde maatschappij. Toen ik 50 jaar geleden voor het eerst De Waarheid las, kreeg ik een heel ander beeld van de Nederlandse maatschappij. Die bestond destijds aan de ene kant uit hardwerkende arbeiders en onderwijzers die uitgebuit werden door een handvol kapitalisten. Toen ik in 1971 in het district Friesland van de CPN aandacht vroeg voor het lot van de Russische boeren onder Stalin en daarbij vermeldde dat de Franse communistische historicus Elleinstein berekend had dat onder Stalin 6 miljoen boeren het leven gelaten hadden, zei de secretaris van het district: ‘Meindert, jij hebt altijd van die duistere bronnen. Als dat waar geweest was had dat toch wel in de Waarheid gestaan?’
Mijn zwarte vrienden in Berkeley waren er 30 jaar geleden van overtuigd dat het HIV virus door de CIA verspreid werd om het zwarte ras te vernietigen. ‘Maar als jullie dat echt geloven, dan moet je dat toch politiek agenderen?’ zei ik. Ze keken mij meewarig aan. ‘Do you believe it?’ Nee, zei ik, het lijkt me heel sterk. ‘You see, white people don’t believe it.’ Nepnieuws is een kenmerk van een gesegregeerde samenleving. En dat ook de Nederlandse samenleving steeds meer gesegregeerd raakt heeft Joris Luyendijk ons een paar dagen geleden overtuigend laten zien.
Gelukkig gaat Sjoerd de Jong morgenavond nog uitvoerig in op het waarheidsbegrip bij Plato. Dus er komt een vervolg. Vanavond treedt niet Sjoerd de Jong maar Caroline de Gruyter op. Haar verhaal gaat over de veranderende verhoudingen binnen de EU. Door de Brexit, is de stelling van de Gruyter, zijn de noordelijke landen – Nederland voorop – met hun rug naar Engeland komen te staan, waar ze vroeger altijd met hun rug naar Duitsland en Frankrijk stonden en met hun gezicht naar Engeland. Zij konden zich vroeger veroorloven Eurosceptisch te zijn achter de brede rug van Groot Brittannië. Met name op het terrein van de buitenlandse politiek van de EU gaven de Engelsen de toon aan in Europa, ook omdat de Engelse vertegenwoordigers in Brussel altijd top nodge waren. Vanaf 2005 beginnen de Britten zich uit Brussel terug te trekken en dat wordt het eerst zichtbaar door het niveau van de Britse vertegenwoordigers in Brussel. Zij sturen vanaf 2005 tijd vrijwel alleen nog maar diplomaten van het tweede garnituur. De noordelijke landen zijn daardoor in een Europees vacuüm terechtgekomen.
Wat moesten zij doen zonder het sterke maar perfide Albion? Langzaam maar zeker zag de Gruyter hoe de ambtenaren van Nederland en van de Scandinavische landen zich meer gaan oriënteren op Duitsland en Frankrijk, maar ook op de kleinere landen in het zuiden van de EU: Oostenrijk, Kroatië, Slovenië. ‘Waar vroeger een Nederlandse minister alleen maar in Wenen kwam als daar een Europese top was, komen Nederlandse ministers er tegenwoordig regelmatig en informeel dineren. Op ambtelijk niveau worden ook de contacten met Spanje worden intensiever. Het onbedoelde effect van Brexit is dus dat er een heroriëntering plaatst vind van de noordelijke landen waardoor de EU een hechtere eenheid is gaan vormen. Er is sprake van een middelpuntzoekende kracht. De Britten zijn nerveus geworden. Zij hadden gedacht dat er wel meer landen zouden uittreden, maar het tegendeel lijkt het geval. Zij wijst er bovendien op de in de Eurobarometer peilingen de populariteit van de EU toeneemt, of anders gezegd, de impopulariteit neemt af. Het anti-Brussel sentiment is dus zowel onder Europese bureaucraten, onder noordelijke regeringen, als onder de bevolking aan het afnemen. De Gruyter wijst er op dat Zweden, weliswaar nog steeds geen euro heeft, maar nu wel graag lid wil worden van de Europese Bankunie. Ook wijst zij op het ontstaan van Europese partijen, zoals VOLT, die afgelopen weekend in Amsterdam een grote bijeenkomst had. Een uitgebreide versie van De Gruyters verhaal is hier te vinden.
Als dit alles – al is het maar gedeeltelijk – waar is dan zou de EU na 15 jaar stagnatie weer voortgang maken, vooral dankzij, maar ook ten koste van de Britten. Ik vertel De Gruyter dat ik onlangs onderzoek gedaan heb naar de gemeentepolitiek in Frome, een kleine stad bij Bristol, waar de Independents for Frome 19 van de 19 zetels gehaald hebben. De Tories en UKIP hadden elkaar uitgeschakeld in het systeem van first past the post. Ik sprak met de vrouw van de Tory leider, die zelf ook een verwoed Brexiteer was. Toen ik zei dat ik ook een groot voorstander was van de Brexit, keek ze mij niet-begrijpend aan. Dat continentaal Europa blij zou kunnen zijn met het uittreden van Engeland was nog nooit bij haar opgekomen. ‘Dat is het’ zei Caroline. ‘Fog in the Channel: The continent isolated.’
De roman die ik wil gaan schrijven en waarvoor ik hier een vooronderzoek doe, gaat over een wereldreis op het SS Rotterdam. Het thema is als volgt samen te vatten. Zet 500 miljonairs bij elkaar op een boot en kijk dan wat er gebeurt. Het grappige is nu dat de mensen aan boord van de Ocean Majesty die ik dit vertel, onmiddellijk beginnen met te zeggen dat ZIJ geen miljonair zijn. Bij even doorvragen blijkt dan dat zij wel in een huis wonen dat een miljoen waard is. ‘Maar dat telt niet mee. Want daar heb je niets aan. Als je je huis verkoopt moet je toch weer een nieuw huis kopen?’ Nee, miljonair ben je pas als je een miljoen hebt in vlottende middelen. Ik verbaas me over de felheid waarmee men zich het label van miljonair dat ik probeer op te plakken, van zich af schudt. Een van mijn medepassagiers, die eerst krachtig ontkende dat hij miljonair was en vervolgens moest toegeven dat hij dat wél was, eindigde onze conversatie met de mededeling ‘Ja, maar wat is tegenwoordig nog een miljoen?’
Zo is het maar net!