Noord-Koreaanse vrouwen staan machteloos tegenover seksueel geweld door overheidsfunctionarissen. Ongewenst seksueel gedrag komt zelfs zo vaak voor dat het wordt gezien als een normaal verschijnsel in het dagelijks leven in de geïsoleerde dictatuur, concludeert Human Rights Watch na gesprekken met tientallen gevluchte Noord-Koreanen.
Vluchtelingen deden tijdens de gesprekken met de mensenrechtenorganisatie een boekje open over het misbruik. Vrouwen die weigeren ‘seksuele gunsten’ te verlenen, lopen grote risico’s. Hun handelswaar kan in beslag worden genomen en ze kunnen zelfs in de gevangenis belanden.
“Seks hebben met mannen die macht over je hebben en toestaan dat ze je over je hele lichaam aanraken, is noodzakelijk om te overleven”, vertelt één van de vrouwen. Aangifte doen kwam nooit in haar op. “De politie misbruikt zelf ook vrouwen. Waarom zouden ze ooit onderzoek doen naar een verkrachtingszaak?”
De daders zijn onder meer hoge partijfunctionarissen, gevangenisbewakers, militairen en agenten. Bij de meeste slachtoffers die hun verhaal deden, vond het misbruik plaats terwijl ze in detentie zaten of werkten als handelaren. Die hebben vaak geen officiële toestemming om naar andere gebieden te reizen en zijn kwetsbaar als ze onderweg worden betrapt.
Sommige mannen zouden vinden dat vrouwen geluk hebben omdat ze hun lichamen kunnen inzetten. “Veel mannelijke handelaren zeggen dat wij boffen omdat we dit ‘wapen’ hebben”, zucht een voormalige sigarettenhandelaar. “Ik reageerde nooit. Voelde me alleen verbitterd.”
HRW erkent dat aan de hand van de interviews geen definitief oordeel kan worden geveld over de omvang van het misbruik. Wel komt een duidelijk beeld naar voren. “Noord-Koreaanse vrouwen zouden waarschijnlijk ‘Me Too’ zeggen als ze dachten dat het recht zou kunnen zegevieren, maar ze hebben geen stem in de dictatuur van Kim Jong-un”, stelt directeur Kenneth Roth van HRW.
(ANP)