Staatsbosbeheer moet de komende winter 1830 edelherten in de Oostvaardersplassen afschieten om op de gewenste stand van maximaal 490 dieren in het natuurgebied te komen. Dat is gebleken nadat vorige week alle grote grazers in het Europese vogelreservaat zowel vanuit de lucht als op de grond waren geteld. Er leven op dit moment 2320 edelherten in de Oostvaardersplassen.
Of de gebiedsbeheerder kan beginnen met het afschot hangt af van een rechtszaak die maandag dient in Lelystad. Zes natuurorganisaties willen dat de rechter het afschot verbiedt, omdat er volgens hen andere oplossingen zijn voor het overschot aan grote grazers. Maar dergelijke oplossingen zijn geen optie meer als de herten al zijn doodgeschoten.
Naast edelherten zijn er op dit moment 610 konikpaarden en 200 heckrunderen in het gebied. Er mogen in totaal 1100 grote grazers in het gebied overblijven. De heckrunderen blijven ongemoeid. Van de paarden worden er zo’n 160 deze winter gevangen in een speciale kraal. Volgend voorjaar verhuizen die dieren naar een ander gebied. Waar ze heen gaan, is nog niet bekend.
Twee boswachters en een toezichthouder van de Wageningen Universiteit hebben vorige week driemaal vanuit een helikopter dieren geteld. Omdat de edelherten zich schuilhouden in het bos, is ook op de grond geteld. Staatsbosbeheer telt elk jaar na de bronstperiode van de herten, zodat vrij exact bekend is hoeveel dieren de winter zullen doorbrengen in het natuurgebied.
Over de grote grazers in de Oostvaardersplassen is veel ophef ontstaan. Afgelopen winter hadden de dieren bijna niets meer te eten in het kaalgegraasde gebied. Burgers die wilden bijvoeren, kwamen in botsing met de autoriteiten.
Het was de bedoeling om de natuur haar gang te laten gaan in het gebied, maar dit voorjaar is besloten om het aantal grazers in het vogelreservaat toch in de hand te gaan houden. Dat betekent afschot van een overschot aan dieren. In andere natuurgebieden zoals de Veluwe gebeurt dat altijd al elk jaar.
(ANP)