De ING-bank zag ‘niets verdachts’ in transacties ter waarde van 150 miljoen euro door een middelgroot bedrijf op Curaçao. Dat beweerde advocaat Herman Loonstein van Omer G. (44), een van de vijf verdachten in een grote witwaszaak, dinsdag tijdens een niet inhoudelijke zitting bij de rechtbank in Zwolle.
In deze zaak wordt een familie uit Curaçao verdacht van het witwassen van in totaal ruim 322 miljoen dollar. Het Openbaar Ministerie (OM) gaat uit van een criminele organisatie die op grote schaal gebruikmaakte van ‘dollartoerisme’ uit Venezuela. Venezolanen kochten zogenaamd goederen bij een van de bedrijven van de familie, maar in werkelijkheid kregen ze Amerikaanse dollars tegen een commissie. Dollars zijn op de Venezolaanse markt meer waard dan daarbuiten omdat buitenlandse valuta’s er schaars zijn.
Een deel van de vermeende witwasoperatie is beschreven in het strafrechtelijk onderzoek naar het handelen van ING. De bank kwam begin september een schikking overeen met het OM omdat die tekort was geschoten bij het voorkomen van witwassen. Volgens Loonstein is de onderneming van zijn cliënt door de bank onderzocht. “De ING vond de geldstromen niet verdacht.”
Dit omwisselen in dollars, ook wel ‘swipen’, werd volgens de advocaten gedoogd op Curaçao. De centrale bank van Curaçao en Sint Maarten stelt echter dat ze er niets van wist en dat het in strijd is met de regelgeving, aldus de twee officieren van justitie.
Dinsdag werd ook bekend dat het OM de strafvervolging van vader Nachman G. schorst. Deze 87-jarige is geestelijk niet meer in staat om de strekking van de vervolging te begrijpen. Geen van de verdachten zit vast. Verzoeken om getuigen uit het ING-onderzoek te horen zijn door de rechters afgewezen.
De rechtbank in Zwolle trekt in juli vier dagen uit voor de strafzaak.
ANP