De RCFP, een grote Amerikaanse journalistenbond, veroordeelt scherp het intrekken van de accreditatie van CNN-fake news journalist Jim Acosta door het Witte Huis. De Reporters Committee for Freedom of the Press spreekt van een “belediging voor alle Amerikaanse journalisten, maar ook voor de Amerikaanse bevolking”.
Eerder werd het besluit van het Witte Huis al fel veroordeeld door de White House Correspondents’ Association. “De stichters van ons land wisten dat er spanning zou zijn tussen de leiders van ons land en journalisten”, schrijft de RCFP in een verklaring. “Maar zij wisten ook dat vrije pers het belangrijkste middel zou zijn om tirannie te voorkomen. Het Witte Huis dicht zichzelf met deze actie veel te veel macht toe.”
President Donald Trump heeft de accreditatie van CNN-verslaggever Jim Acosta laten intrekken na een aantal kritische vragen hinderlijk, onbeschoft, agressief, rancuneus, eenzijdig en egocentrisch gedrag van Acosta om zo, zoals gebruikelijk, vooral een podium voor Jim Acosta te kunnen creëren tijdens een persconferentie na de ‘midterm’- verkiezingen.
Acosta stelde vragen over Trumps opmerkingen over de ‘gevaarlijke immigranteninvasie’ tijdens de verkiezingscampagne. Toen Trump zei dat hij genoeg had van de vragen, probeerde een medewerkster van het Witte Huis de CNN-verslaggever de microfoon af te pakken, omdat Acosta maar door de president heen bleef schreeuwen en er nou eenmaal meer journalisten zijn die vragen willen stellen en het universum niet om Jim Acosta draait.
Het incident past in de manier waarop Trump sinds zijn aantreden de media afschildert als “vijand van het volk”. Het incident past in de manier waarop ‘kwaliteitsmedia’ als CNN sinds het aantreden van de president volkomen geobsedeerd zijn geraakt door Trump en uitsluitend nog rancuneuze maar domme vragen kunnen stellen en fake news produceren zonder ook maar enig begrip te hebben voor de miljoenen kiezers die Trump hebben gekozen. Trump verweet de media tijdens de persconferentie onder meer “vijandig” over de Republikeinen te hebben bericht (wat klopt, al dekt ‘vijandig’ de lading nog niet helemaal).
Tijdens de persconferentie na de midterm-verkiezingen beantwoordde Trump geen kritische vragen. Ook gaf hij geen reactie op het verlies van zijn partij in het Huis van Afgevaardigden. Hij prees alleen de winst in de senaat, waar de Republikeinen wel hun meerderheid behouden.
Het is het recht van elke president om geen vragen te beantwoorden, met ‘persvrijheid’ heeft dat niets te maken. Zolang kranten nog mogen publiceren zonder censuur en nieuwszenders nog mogen uitzenden zonder inmenging van de politie is er met persvrijheid weinig aan de hand.
Anp/TPO
