Het Openbaar Ministerie (OM) heeft twintig jaar gevangenisstraf geëist tegen Hüseyin A. (48) voor de verkrachting van en doodslag op de 19-jarige Milica van Doorn. A. heeft ontkend, maar volgens het OM staat vast dat hij Van Doorn in de nacht van 7 op 8 juni 1992 in Zaandam heeft verkracht, om haar vervolgens met een mes te doden en haar lichaam te dumpen in een vijver.
Het onderzoek leverde destijds geen dader op. Vorig jaar kwam A. na een DNA-verwantschapsonderzoek als verdachte in beeld. Zijn broer heeft aan dat onderzoek meegewerkt, A. zelf niet.
In het lichaam van Van Doorn is sperma gevonden dat van A. afkomstig is. Maandag heeft A. voor het eerst verklaard dat hij een seksuele relatie had met Van Doorn. Hij zegt daar uit schaamte over te hebben gezwegen. Het OM gelooft niets van dat verhaal.
De verdachte “is van meet af aan bezig geweest met het verzinnen van leugenachtige scenario’s”, aldus het OM. “Uit niets blijkt enig berouw. Het komt niet in hem op om het echte verhaal te vertellen. Hij neemt geen enkele verantwoordelijkheid, ook niet na 26 jaar. De nabestaanden van Milica hebben daardoor nog altijd geen antwoord op de vele vragen die bij hen leven.”
De doodslag die het OM bewezen acht is een zogeheten gekwalificeerde doodslag: A. heeft het slachtoffer gedood om de verkrachting te verhullen. Volgens het OM is er “excessief geweld” op het slachtoffer toegepast. De vrouw was op meerdere plaatsen gestoken en haar keel was doorgesneden. Uit verwondingen blijkt dat zij zich hevig heeft verzet. “Milica moet de laatste momenten van haar leven ongelooflijk bang zijn geweest en hebben geweten dat haar laatste uur had geslagen”, aldus het OM.
Van Doorn was tijdens de bewuste nacht van een feestje op weg naar huis.
(ANP)