Hoewel de leefsituatie van lesbiennes, homo’s, biseksuelen en transgenders (LHBT) op een aantal terreinen is verbeterd, is hun situatie nog steeds slechter dan die van heteroseksuelen. Vooral transgenders hebben het moeilijk.
Tot die conclusie komt het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in de zogeheten LHBT-monitor die woensdag is verschenen.
Positief is dat LHB’ers in 2017 niet meer geweld meemaakten dan hetero’s. Maar op andere vlakken ervaren lesbiennes, homoseksuelen en biseksuelen (LHB) meer negativiteit in hun leven dan hetero’s. Zo ervaarde 30 procent van de LHB’s en 24 procent van de heteroseksuelen respectloos gedrag op straat door onbekenden.
LHB’s voelen zich vaker onveilig in bijvoorbeeld uitgaansgelegenheden en plekken met hangjongeren. “Waar bijvoorbeeld 33 procent van de heteroseksuele personen zich tijdens het uitgaan onveilig voelt, geldt dat voor 37 procent van de biseksuele en 43 procent van de lesbische/homoseksuele personen”, aldus het SCP.
Op het gebied van gezond leven doen homoseksuelen en biseksuelen het minder goed dan hetero’s. De LHB’ers melden meer lichamelijke en psychische gezondheidsproblemen dan heteroseksuelen.
Vooral de biseksuelen hebben een ongezondere levensstijl. Onder hen komen verhoogde percentages obesitas, overmatig alcoholgebruik en dagelijks roken voor. Zo drinken biseksuelen bijvoorbeeld twee keer zo vaak overmatige alcohol dan heteroseksuelen personen (20 procent tegen 9 procent). LHB’s zijn vaker psychisch ongezond en ze hebben vaker een depressie meegemaakt.
Op het werk gaat het ook niet altijd even lekker. Zo hebben LHB’s vaker conflicten en krijgen ze meer te maken met negatieve bejegening. ,,Daarnaast hebben LHB’s ook meer burn-outklachten en zijn zij minder tevreden met hun werk”, concludeert het SCP.
Transgenders hebben het het moeilijkst. Ze vallen vaker in de lage inkomensgroepen, hebben schulden, minder vaak vermogen, wonen in een huurwoning en hebben vaker een uitkering.
De jongeren in deze groep worden twee keer zo vaak gepest als niet transgender jongeren (10 procent vs 20 procent). Zij hebben ook meer te maken gehad met verwaarlozing en mishandeling thuis, zoals onvoldoende steun, achterstelling, bedreiging en geweld.
(ANP)