Politiek

#Waterlanders – Waterschapspolitiek is voor mensen die niet van conflict houden

23-11-2018 11:38

Dijkverzwaring in Zeeland ANP LEX VAN LIESHOUT

Hoe kunnen we de politiek in het waterschap het beste omschrijven? Een paar jaar geleden interviewde ik waterschapsbestuurder Peter Vonk die het waterschap omschreef als politiek ‘voor nette mensen’. Treffender kan het niet onder woorden worden gebracht: hier heeft men een openlijke afkeer van conflict en beslist men bij voorkeur unaniem. Bij waterschap Amstel Gooi en Vecht (regio A’dam-Hilversum) vindt men het heel vervelend als de bestuursvergadering niet unaniem achter het beleid over bodemdaling gaat staan.

Zo gaat dat in het waterschap altijd, zo lijkt het. Ook in Rijnland (regio Leiden e.o.) zien we hoe dit soort conflictloze politiek eruit ziet. De omgangsvormen zijn uiterst hoffelijk: bij binnenkomst geeft iedereen elkaar een hand. Er is de hele dag doorlopend koffie met soms wat groot uitgevallen koekjes en in de middag hapjes. Er wordt tussen de middag lunch verzorgd en het is geen probleem als uw verslaggever wat broodjes verorbert. In het waterschap zijn de mensen niet alleen hoffelijk, ze zijn ook hartstikke aardig.

Conflictloze politiek heeft een heel eigen dynamiek. We zitten bij een commissievergadering waar inhoudelijke thema’s worden voorbesproken, zodat deze kunnen worden doorgestuurd naar de algemene vergadering van het bestuur om erover te stemmen. Die vergadering is twee weken later. Het idee is dat in de commissie debat kan worden gevoerd, zodat er voor de bestuursvergadering alleen een stemming overblijft. Maar debat, ho maar. Het ritme van de commissievergadering is opmerkelijk eenvormig: de voorzitter agendeert een onderwerp, de leden stellen wat vragen, de dagelijks bestuurder reageert en dan is het volgende onderwerp alweer aan de beurt.

Deze commissievergaderingen missen dan ook een duidelijke relevantie. De commissie bespreekt vandaag de begroting: een document van 66 pagina’s. Een lid vraagt zich af of hoe het zit met het geven van geld aan waterschap Delfland voor de waterzuivering van een aantal gemeenten die in Rijnland liggen. De dagelijks bestuurder stelt iedereen meteen gerust: die bedragen zijn heel redelijk, ze zijn echt in verhouding. Onderwerp afgesloten. Een andere lid meldt slechts dat de stukken er allemaal heel netjes uit zien. Veel beter dan voorheen.

Volgende bijdrage dan. Een lid wil weten hoe het zit met het verwarmen van zwemwater met de warmte van afvalwater. Kan dat onderzocht worden? De dagelijks bestuurder meldt meteen dat dat in Nieuwkoop al staande praktijk is. Er zijn nu ook plannen om dit in Leiden te gaan doen. De dagelijks bestuurder ziet de vraag als ‘een oproep’ om aan een vervolg te werken. Dan vindt een ander lid dat in de stukken de termen ‘fase 1’ en ‘fase 2’ verwarrend worden gebruikt. Er ontstaat wat discussie maar de stukken veranderen niet.

Volgende agendapunt. Er moet een ‘voorbereidingskrediet’ van ruim vier miljoen worden verstrekt. Een lid klaagt dat de stukken niet erg goed ‘leesbaar’ zijn. Excuses van het dagelijks bestuur. Een ander lid wil weten of er ook tegenvallers kunnen zijn. De dagelijks bestuurder stelt hem gerust: het zou allemaal goede resultaten moeten opleveren. Dan komen er nog twee agendapunten over andere voorbereidingskredieten van ruim drie miljoen euro. Een vraagje over de timing en dan is het klaar. Volgende keer wordt er over al deze thema’s gestemd.

In de waterschapspolitiek worden beleefde vragen gesteld, wordt uitleg gegeven, wordt soms een kritische noot geplaatst en wordt feedback dankbaar in ontvangst gekomen. Hard en stevig debat is er nooit. Er zijn twee verklaringen: komt dit omdat de leden de stukken slecht lezen of onvoldoende kritisch zijn aangelegd, of is de kwaliteit van de stukken van de ambtenaren hier zo goed dat ze niet te bekritiseren zijn? Of beide?

We weten het niet, maar duidelijk is wel dat deze constructieve cultuur zo vanzelfsprekend is dat elke doorbreking ervan niet op prijs wordt gesteld. Het aantal voorbeelden van onaangename discussies is minimaal. Alleen bij waterschap Amstel Gooi en Vecht hebben velen wel een voorbeeld: hier waagde de Partij voor de Dieren het ooit om boeren tijdens een vergadering met nazi’s te vergelijken. Dat leverde zoveel boosheid op dat de PvdD sindsdien nog maar nauwelijks serieus wordt genomen. Als je de vriendelijke consensus van het waterschap doorbreekt, ben je meteen uit de gratie.

Chris Aalberts doet tot aan de verkiezingen van maart verslag van de politiek van de waterschappen. Onder de titel #Waterlanders onderzoekt hij wat er bij deze verkiezingen te kiezen valt. Lees hier de hele serie.