De rechtbank heeft opnieuw een verzoek tot vrijlating van een verdachte van de zogeheten Utrechtse vergismoord afgewezen. Alle verdachten wachten de inhoudelijke behandeling van de zaak, in februari volgend jaar, nu definitief in de cel af. Hetzelfde geldt voor een verdachte die vermoedelijk was betrokken bij een door de politie verijdelde poging het eigenlijke doelwit te liquideren.
Het Openbaar Ministerie verdenkt drie mannen van betrokkenheid bij de moord op Hakim Changachi (31). Die werd in januari 2017 in Utrecht doodgeschoten. Een aanslag op het beoogde slachtoffer, Khalid H., kon de politie een paar dagen later voorkomen. Jerrel Z. (26) wordt ervan beschuldigd dat hij een rol bij die poging heeft gespeeld. Hij verliet donderdag aan het slot van de laatste inleidende zitting boos de rechtszaal, nadat de rechtbank geen gehoor had gegeven aan zijn smeekbede hem op vrije voeten te stellen. Z. zegt dat hij niet heeft geweten dat hij deel uitmaakte van een moordcommando.
Het proces zou eigenlijk in september al hebben moeten plaatsvinden, maar ziekte van een van de rechters zette een streep door de rekening.
De zaak rond de moord op Changachi is nauw verweven met het grootschalige onderzoek naar de veronderstelde misdaadbende van Ridouan Taghi, die momenteel geldt als de meest gezochte man van Nederland. Hij zou de opdrachtgever zijn van de liquidatie, evenals van een nog onbekend aantal andere afrekeningen.
In maart werd bekend dat justitie in dit onderzoek werkt met een kroongetuige, in de persoon van Nabil B. Hij heeft opening van zaken gegeven over de cynische, meedogenloze werkwijze van de bende, in ruil voor strafvermindering. Kort na het bekend worden van de deal met B. werd in Amsterdam diens broer in koelen bloede doodgeschoten.
(ANP)