De politieke kleur van Geert Wilders of van zijn partij, de PVV, heeft geen rol gespeeld bij de beslissing van het Openbaar Ministerie (OM) over te gaan tot strafvervolging wegens onder meer groepsbelediging en het aanzetten tot haat. Het gaat louter om wat hij heeft gezegd, aldus het OM vrijdag aan het begin van het proces in hoger beroep tegen de PVV-voorman.
Wilders staat terecht wegens uitspraken over Marokkanen, die hij deed in 2014. Samengevat kwamen die erop neer dat hij minder Marokkanen wenst in Nederland. De rechtbank veroordeelde Wilders voor groepsbelediging en het aanzetten tot discriminatie van Marokkanen, maar hij kreeg geen straf opgelegd. Zowel Wilders als het OM tekende hoger beroep aan tegen het vonnis.
In mei wraakte Wilders het Haagse hof, omdat dit de schijn van partijdigheid over zich had afgeroepen. Hij kreeg daarin gelijk, waardoor het hof nieuwe rechters op de zaak moest zetten, met maanden vertraging als gevolg. De advocaten lichten vrijdag hun onderzoekswensen toe. Zij willen onder meer voormalig minister van Justitie en Veiligheid Ivo Opstelten als getuige horen, omdat hij op vervolging van Wilders zou hebben aangedrongen.
ANP