De Europese Groenen kozen afgelopen weekeind in Berlijn hun spitzenkandidaten voor de Europese verkiezingen in mei 2019. Het werden de Duitse Ska Keller en onze eigen Bas Eickhout van GroenLinks. Ze blaken van het zelfvertrouwen en optimisme. Jesse Klaver geeft een speech: “Het is geweldig nieuws dat de Christen-Democraten, de sociaal-democraten en de liberalen overal in verval zijn! Omdat ze het probleem in Europa zijn.” Hij vraagt een applaus voor Europarlementariër Judith Sargentini – die vooraan zit – voor haar boycot-campagne tegen de Hongaarse Victor Orbán. Later kom ik haar tegen in de wandelgangen, de schrik staat in haar ogen. En in een hoekje met collega’s om haar heen hebben ze het over haar trui. “Hij is fair trade ja, en vegan,” hoor ik Sargentini zeggen. Lof krijgt ze voor het vuile werk dat de Europese Groenen voor de EU mogen opknappen om dissidenten eruit te werken. En klein maakt ze zich om dat te verhullen, frunnikend aan haar kleding. Ik ben op bezoek bij een collectief waar idealen, plichten en emoties voortdurend buiten hun oevers treden.
De Groenen zitten goed in hun vel – in Duitsland en daarbuiten. In Beieren werden ze bij de deelstaatverkiezingen vorige maand de grote winnaar en in de landelijke peilingen klimmen ze naar de tweede plek, richting de 20 procent, een zorgelijke ontwikkeling waar noch CDU (nu op 26 procent in de peilingen), noch andere middenpartijen een oplossing voor hebben. Meer dan een derde van de Duitsers zou volgens onderzoek vinden dat bij de volgende verkiezingen de Groenen een kanselier-kandidaat mogen voorstellen. GroenLinks voorman Jesse Klaver wil ook minister-president worden, heeft hij gezegd. En waarom ook niet, GroenLinks is in Nederland de grootste partij op links, maar weinig mensen lijken zich dat te realiseren. In het huidige Europese parlement bezetten de Groenen een kleine 7 procent van de zetels. Er zijn speculaties dat zij zouden kunnen groeien naar 20 procent. Deze speculaties worden gretig gevoed door de (Duitse) media die de linkse hegemonie in de samenleving graag hersteld zien. Die de harde no-tolerance aanpak van het ‘rechts-populisme’ en de bestrijding van nationalisme niet kritisch verslaan, maar met de mantel der liefde bedekken en aanmoedigen. Zo waren er deze zomer het interview met AfD-voorman Alexander Grauland op zender ZDF, waarin hij en vier ingehuurde demonstranten knullig in beeld werden gebracht, en het interview met Groenen-chef Robert Habeck — waarin een vrolijke sfeer met zonnebloemen en lachende mensen werd neergezet onder begeleiding van sympathieke schouderklopjes van de journalist.
De waarheid is dat de Groenen, net als die Linken, uit een anti-democratisch links-radicaal nest komen. Ook verkozen spitzenkandidaat Ska Keller maakt geen geheim van haar liefde voor Antifa (ze promoot criminele antifa-rockbands, spreekt in oorlogstaal over de ‘dehumanisering van rechts’ en ‘het grijpen van de macht’, is getrouwd met een Finse links-radicaal en ging in het Europees Parlement op de foto met een Antifa-vlag). Dat creëert geen ophef omdat extreem-links zich in toenemende mate gesteund voelt door de coalitie en de voorgeprogrammeerde publieke opinie: er is morele rugdekking door de ‘radicale’ koers die Angela Merkel de afgelopen jaren zelf voer. En in een groter plaatje: de globale elite heeft in ieder geval nog de knokploegen en methoden van extreem-links om te beschermen wat via het politieke midden – en via een beschaafd discours – niet meer lukt.
“Helemaal niet erg,” herhaalt Klaver vrijdag in de wandelgangen tegen een journalist: “Het midden kan ons niet schelen, het gaat nu veel meer over de randen.” Klaver heeft gelijk, de politieke extremen voelen aan dat zij het momentum hebben. Middenpartijen bloeden uit meerdere wonden – de vluchtelingenpolitiek van Merkel, de vertrouwenscrisis met de CSU, de ineenstorting van de SPD (in Nederland de PvdA) – en daar profiteert nu met name extreem-links en rechts van. (Genegeerd wordt overigens in de media dat de AfD ongeveer even groot is als de Groenen. Misschien wel groter. Maar dat ze allebei groeien ten koste van het midden is een feit — en deze trend zien we overal in Europa).
Dus terwijl de coalitie op de weerstand van de realiteit stuit en steggelt over hoe de “AfD-stemmer terug te winnen”, trappen de Groenen op het gaspedaal. Zij zetten de illusies van Merkel en de globale elite voort maar dan met de belofte ‘af te rekenen met rechts-populisme en nationalisten’. En omdat rechts alles is wat niet extreem-links is, alles wat niet ‘compromisloos’ (aldus het programma van de Europese Groenen) onbeperkte immigratie, utopische klimaatdoelen en radicale gelijkheid nastreeft, gaan we richting twee kampen.
Terwijl ik naar de speeches luister, valt ook de enorme haast op. “We hebben nog maar 12 jaar” (over het klimaatbeleid). “Het is eindelijk ónze beurt” (over de oneerlijke samenleving) En: “It’s our fucking future” (op een spandoek). Als je ze zo allemaal bij elkaar hebt, valt het collectivistisch dogma op dat in elke boodschap overheerst, een dat individuen tot eenheidsmensen wil omvormen. Het is niet veel anders dan de ideologie van de communistische SED in de DDR of de gelijkheidswaan van de nazi’s (die ze zo hard willen bestrijden). Het is vanwege deze ideologie en hun momentum dat ze geen kans onbenut laten door te dringen tot de federale macht in Duitsland en de EU. Democratie, ja, maar niet van harte, hoor ik. Utopische bevrijding van het ik, het ons en het eigene en ‘opgaan in een solidaire, groene wereld’ is het doel, en elke aperte leugen is geoorloofd om dat doel te bereiken. Zo hoor ik bijvoorbeeld: “Facts! There is no migration crisis!” En dat rechtse mensen ‘alleen maar in hun Hummers willen rijden en biefstuk willen eten’, wordt er ook gezegd. En dat je migratie niet kúnt stoppen. Het is moeilijk te geloven dat deze mensen dit echt allemaal geloven. Het hypnotische ‘samen’ zal er iets mee te maken hebben.
De een na de ander. Malgorzata Tracz uit Polen, feministe Katri Ylinen uit Finland (“We are ready to take on the far right, the neo-nazi’s that are walking our streets”), Gustav Fridolin, de minister van onderwijs uit Zweden, en Brigitte Foppa uit Zuid-Tirol. Foppa zwaait in de eerste vijf minuten van haar toespraakje met een paarse, kanten g-string en roept dat ‘gezegd wordt dat vrouwen die dit dragen hun verkrachting uitlokken’. Het schiet door mijn hoofd dat ik niemand ken die dat zegt, maar zij vindt dat het afgelopen moet zijn met seksisme en dat er in Italië 96 vrouwen vermoord werden vorig jaar ‘alleen maar omdat ze vrouwen zijn’. Ze oogt niet erg stabiel, maar het wordt allemaal met applaus beantwoord. Ingetogen applaus, moet ik erbij zeggen. Er is weinig interactie. De bewegingsloze vrouw naast mij klapt als er iets gezegd wordt over ‘rechtvaardigheid’ en ‘iedereen heeft het recht op een gelukkig leven’ (behalve rechts-populisten natuurlijk). De Finse Ylinen spreekt over ‘a wave of hate against women’ die gestopt moet worden. Geen woord over islam uiteraard. Het leuke accent en boy-next-door appeal van de jonge Zweedse minister Fridolin verdwijnt als sneeuw voor de zon als hij spreekt over hoe ‘ego’, het ‘aan onszelf denken’ het probleem van deze tijd is en dat we anderen centraal moeten stellen. Vreemden.
Wie dan het geld moet verdelen over de mensen die bevrijd van ego niets meer met hun leven doen, is uiteraard geen relevant obstakel in de feiten-vrije (uitsluitend ego-strelende!) feelgood politiek van de Groenen, die, mocht het in de praktijk gebracht worden, onmiddellijk afgeremd moet worden om een totale armoedeval te voorkomen.
Het zelfbevredigende gevoel dat deze politici hebben over een ideale, schone en groene wereld komt uit dezelfde bron, realiseer ik me, als de hekel aan de mensen die in de weg staan. Fridolin zegt nog iets over uitstervende ijsberen en springt dan naar de bosbranden in California deze maand die ‘vooral voor de rijken geen gevolgen hadden’. “Did you see the mansions on the hills, untouched by the fire, protected by private firefighters?” Hoorde ik dat nou goed? Die enorme brand woedde (ook) in Malibu, in de omgeving waar de rijkste mensen op aarde leven. En zo was het met meer voorbeelden die langskwamen. Rijzende zeeën, waar ze in Zuid-Europa nog te weinig angst voor hebben, aardbevingen (!) en andere dingen ‘that kill‘. De apocalyps speelt een belangrijke rol in groene politiek. Maar ‘the fear-mongering of the right’ is pas echt irrationeel volgens hun.
Jesse Klaver gaat op het podium vooral zijn ding doen. “Are you still a bit energised?!” Leuk ingestudeerd voor zalen in Nederland, maar dit is Duitsland. Hier wil men niet opgepept worden. Klaver spreek ik later achterin een andere zaal. Ik vraag hem hoe hij de tegenstrijdige politiek van GroenLinks – en de Europese Groenen in het bijzonder – kan volhouden. Enerzijds iedereen rechtvaardig belasten, maar wel onbetaalbare warmtepompen verplicht maken. Enerzijds solidair, anderzijds miljoenen migranten binnenlaten die een sociale politiek onbetaalbaar maken. “Dit is geen interview” zegt hij al na een paar minuten. “Hoezo niet, ik stel toch vragen?” Ik mocht er maar drie stellen. “Ja maar het moet gaan over de bijeenkomst hier,” aldus Klaver. Ik besluit met de vraag hoe hij het intolerante anti-rechts verhaal – wat ik hier had gehoord – kan rijmen met de inclusieve samenleving. Hij herhaalt wat hij op het podium heeft gezegd. “Als ik met mensen spreek, op straat, en ik vraag ze of ze meer samenwerking in de EU willen, zeggen ze ja, en als ik vraag of ze willen dat bedrijven meer belastingen betalen, dan zeggen ze ja”. Ik heb geen idee wat voor antwoord dat moet voorstellen, maar ik vertel hem dat mensen er veel minder mee zitten dat bedrijven weinig belasting betalen dan dat ze zelf geen geld meer overhouden aan het einde van de maand.
In de ijskoude wereld van de Europese links-Groenen blijft klimaatopwarming vanzelf wel uit, denk ik later, met empathie en de wereld verbeteren heeft dit niets te maken. Wel met de destructieve lijn voortzetten die het Westen de afgelopen decennia heeft uitgezet. Ik vertrek, letterlijk misselijk van de onoprechte toneelstukjes die ik heb gezien, en duik snel warenhuis ‘LaFayette’ in om de hoek, in de Friedrichstrasse, gewoon om even te kijken of het er nog is. Ja, gelukkig.