Van de 550 miljoen euro aan hulpgeld voor de wederopbouw van het door een orkaan getroffen Sint-Maarten is nog nauwelijks geld daadwerkelijk besteed. Hierdoor zien de inwoners van het eiland een jaar na de ramp nog weinig concrete resultaten, zoals herstel van huizen, andere gebouwen en infrastructuur.
Dat stelt de Algemene Rekenkamer in een onderzoeksrapport over de Nederlandse bijdrage bij de wederopbouw van Sint-Maarten. De zware orkaan Irma trof Sint-Maarten in september 2017 en beschadigde 90 procent van de bebouwing op het eiland. De schade wordt op 1,9 miljard euro geschat.
Nederland zegde 550 miljoen euro toe voor de wederopbouw. Om te zorgen dat de middelen zorgvuldig, rechtmatig en doelmatig worden besteed is een bedrag van 470 miljoen verdeeld via een trustfonds, dat tot 2025 wordt beheerd door de Wereldbank.
Volgens de Algemene Rekenkamer worden de aanbestedingseisen van de Wereldbank nogal eens als obstakel ervaren op het eiland. “Zo is er met geld uit het trustfonds nog geen dak op het eiland hersteld. Ook liggen de herstelwerkzaamheden aan de elektriciteitsvoorziening en wateropslag sinds oktober stil”, staat in het rapport. Een van de eisen van de Wereldbank is dat het nutsbedrijf de werkzaamheden openbaar aanbesteedt en geen gebruik mag maken van lokale marktpartijen waarmee het eerder samenwerkte.
Twee onderzochte projecten zijn wel vlot op gang gekomen: de financiële bijdrage via de Wereldbank aan een nieuw ziekenhuis en aan een programma voor bijscholing en inkomenssteun van inwoners op Sint-Maarten.
Het grootste obstakel voor een snelle wederopbouw is personeelsgebrek en expertise. ,,Het eiland heeft niet alleen financiële steun nodig, maar ook ondersteuning bij de besteding ervan. De ambtenaren op het eiland hebben behoefte aan meer assistentie vanuit Nederland en of de Wereldbank”, aldus de Algemene Rekenkamer.
Anp