Binnenland

‘Emancipatie gaat beter’, werkende vrouwen werken maar liefst 28 uur/week

14-12-2018 09:34

Het zwakke geslacht in den natuurlyke habitat.

Het gaat sinds 2015 op veel gebieden de goede kant op met de emancipatie. Vrouwen werken vaker en meer uren en zijn daardoor ook vaker economisch zelfstandig, zo blijkt uit de tiende Emancipatiemonitor. Dat is een tweejaarlijks rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), waarin de bureaus meten of het emancipatiebeleid van de overheid effect heeft.

Verder laat de monitor verder zien dat vrouwen voor het eerst hoger opgeleid zijn dan mannen, dat het verschil in uurloon tussen vrouwen en mannen iets kleiner is geworden, dat het aandeel vrouwen in de technische beroepen en ICT is toegenomen, dat er meer vrouwen zijn te vinden in de top van het bedrijfsleven, de wetenschap en bij de overheid, maar dat ze toch nog sterk ondervertegenwoordigd zijn op de hogere en besluitvormende posities.

Tussen 2015 en 2017 groeide het aandeel vrouwen met werk, zij werken inmiddels gemiddeld 28 uur per week tegen eerder 27 uur per week. Wel zijn er nog steeds grote verschillen tussen vrouwen onderling. Vrouwen met een laag onderwijsniveau en vrouwen met een niet-westerse migratieachtergrond werken minder vaak en zijn minder vaak economisch zelfstandig. Deze verschillen zijn de afgelopen tien jaar niet kleiner geworden, stelt het rapport.

In een reactie plaatst de FNV ook enkele kanttekeningen: veel vrouwen die lager zijn opgeleid zitten vast in banen met onzekere contracten van weinig uren. “In de zorg komt het vaak voor dat een werkgever een vrouwelijke werknemer een baan aanbiedt van 10 uur in de week, verdeeld over twee werkdagen. Ze moet echter wel de hele week beschikbaar zijn om in te vallen”, aldus vicevoorzitter Kitty Jong. “Er is inspanning voor nodig om de voordelen van emancipatie ook voor lager opgeleiden en vrouwen met een migratie-achtergrond te laten gelden. Voor alle groepen vrouwen is het van belang om zelfstandig een inkomen te kunnen verdienen.”

(ANP)