Ontkenning, verdringing en regressie zijn enkele van de afweermechanismen die de neuroloog uit Moravië, Sigmund Schlomo Freud, een goede eeuw geleden beschreef. Afweermechanismen zijn trucjes, geconstrueerd door het menselijk brein, om de fragiele menselijke geest te beschermen tegen de harde realiteit.
Hoewel het freudiaanse denken zijn beste tijd heeft gehad, lijken de inzichten van de dokter uit Freiburg, met betrekking tot de geestelijke afweermechanismen, niet uit de lucht gegrepen. Enige ‘pimping’ van smans afweermechanismetheorie is evenwel aan de orde.
Want zoals dat gaat met de dingen, dient ook die theorie te worden aangepast aan de tijdgeest.
Graag had ik dienaangaande het afweermechanisme ‘compartimentering’ toegevoegd aan de lijst van afweermechanismen. In ons gezegende tijdvak is het namelijk gefundenes fressen geworden om, in het aanschijns van grote problemen, ‘de boel te gaan opdelen in compartimenten.’
Concreet houdt dit in dat er een materiële manifestatie van de afweermechanismen ‘rationalisering’ en ‘ontkenning’ wordt geschapen. Coaches, deskundigen, webinars, opleidingen, in modules opgedeelde cursussen, trainingen: de specialismen en de daaraan verbonden turbotaal en newspeak delen de moderne samenlevingen op in compartimenten. En omdat geloof blind is, lijken al die compartimenten ook echt overtuigd van de waarheid die ze pretenderen te verkondigen.
Terrorisme, criminaliteit, islamitisch fundamentalisme, een wildgroei aan psychische problemen, vergrijzing, klimaatperikelen et cetera. Aan grote problemen geen gebrek, aan oplossingen des te meer. Dat komt niet goed. Mentaal omgaan met je eigen onmacht om iets van betekenis te (kunnen) doen aan dit alles, kan lastig zijn. Eerst begin je te ontkennen (‘Het was geen moslim’), dan rationaliseer je een beetje (‘Er sterven meer mensen door van een keukentrapje te vallen dan door terreur’) en tenslotte doe je aan ‘verplaatsing’ (‘Verkeersovertredingen moeten zwaarder beboet worden.’)
Eens dit mentale copingproces voltooid, creëer je materiële manifestaties van je illusoire voorstelling van de wereld. Je begint te ‘compartimenteren’. Je richt dan een eindeloze reeks instellingen en daaraan verbonden “deskundigen” op, in de valse veronderstelling dat díé de grote problemen wel zullen oplossen.
Een commissie ‘radicalisering’, een ‘duurzaamheidsambtenaar’, een ‘kinderrechtencommissaris’, een ‘deradicaliseringsambtenaar’, een ‘klimaatadviseur’. Enzoverder. Ad infinitum worden er specialisaties uitgevonden, waarrond ganser compartimenten worden opgericht.
Een duurzaamheidsambtenaar kan niet zonder een Federaal Instituut voor Duurzame Ontwikkeling. Dus richtte de Belgische staat enkele jaren geleden FIDO op, wat staat voor wat ik in de vorige zin schreef.
Een deskundige in de deradicaliseringologie kan niet bestaan zonder een organisatie rondom zijn persoon. Dus wordt (er zijn organisaties legio wat dit betreft) bijvoorbeeld iets als BOUNCE uit de grond gestampt, een organisatie die ‘veerkracht-tools aanreikt ter preventie van radicalisering’ (website arktos.be).
Een beleid ten opzichte van mentale gezondheid is eveneens onmogelijk, zonder deskundigen. Dus zit de auticoach naast de ADHD-deskundige zit naast de neuroloog zit naast de begeleider van het centrum voor leerstoornissen (dyspraxie, dyslexie, dysorthografie) zit naast de mental health-coach zit naast de begeleider groepsdynamiek aan de multidisciplinaire tafel in het Multifunctioneel Centrum (MFC).
In al die organisaties, in al die compartimenten, worden studies besteld, rapporten opgemaakt, vergaderingen bijeen geroepen, ‘best practices’ verzameld, targets vastgelegd, competenties uitgeschreven. Er wordt vanalles gedaan, maar vooral worden er, zoals ze op z’n Zaans zeggen: “lege zakke overend gezet.”
Want waar de moderne mens uit het eerste kwart der eenentwintigste eeuw vooral goed in is, is het voor waar aannemen van fictie. Zodanig groot is zijn waan, dat hij de wereld, die hij voor zichzelf geschapen heeft en die zijn kwetsbare ego bedreigt, vormgeeft naar zijn eigen evenbeeld. En zijn evenbeeld, dat is de optelsom van zijn verlangens, zijn wensen, zijn dromen. En zijn verlangens, zijn wensen en zijn dromen zijn de emanatie van de tijdgeest. Een tijdgeest die maakbaarheid, positivisme en ‘oplossingsgericht denken’ ademt.
In de voorstellingswereld van de westerse mens geniet wens de status van werkelijkheid. Hoewel zijn affiniteit met die werkelijkheid van vrij minieme aard is, situeert zijn status zich in de hogere regionen. Wens heeft de plaats ingenomen van werkelijkheid.
In zekere zin kun je stellen dat geloof en bijgeloof nooit zijn verdwenen. Ze hebben zich enkel teruggetrokken uit de traditionele locaties waar ze beoefend werden – de kerk, het marktplein, het bos – en hebben de vorm aangenomen van een ander geloof, namelijk dat in de maakbaarheid van de mens.
Sterker, ook het maakbaarheidsgeloof zélf maakt geleidelijk aan plaats voor een veel cynischer geloof, namelijk het geloof in de vormgeving. Vorm wordt belangrijker dan inhoud. Een trendy website, hip klinkende trainingen, congressen waar fingerfood de bezoeker wellicht meer bezighoudt dan de essentie van de samenkomst: dit alles is veel belangrijker geworden dan enig écht geloof in menselijke maakbaarheid. Een God van het materialisme heeft alle andere verdrongen. Wat rest is een op luxe gerichte compartimentensamenleving die menselijke maakbaarheid als consumptiegoed aanbiedt.
Het moderne westerse geloof is veel minder tastbaar dan alle andere, want op subtiele wijze vastgeklonken in de werking van overheden, onderwijsinstellingen, organisaties, media et cetera. Ook zijn er geen tempels die duidelijk de belijders van een geloof binnen hun muren ontvangen. Het geloof in verkoopbare menselijke maakbaarheid wordt beleden in de ether. Het is overal en nergens en de belijder van dit geloof-zonder-handboek werkt voor een organisatie als BOUNCE, FIDO en andere compartimenten die de moderne mens heeft gecreëerd om de hem bedreigende buitenwereld te bezweren.
Een van de gevolgen van dit aan onze tijdgeest aangepaste geloof-dat-niet-als-dusdanig-wordt-herkend is, dat cursussen, die je kan volgen bij een van de ontelbare organisaties die daarrond werken, je middels modules en studiepunten kunnen aanleren hoe je een godsdienstwaanzinnige kan omtoveren in een modelburger.
En zie die moderne, rationele mens maar lachen met mensen die geloven dat je na je dood hemel, hel of vagevuur staat te wachten.