Steeds meer baby’s worden geboren in een eenoudergezin. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), dat in het kader van kerst de gezinssituatie van baby’s in kaart bracht.
In 2017 werden 15.000 baby’s geboren bij een alleenstaande moeder, dit is 9 procent van alle levendgeboren kinderen. In 2010 was dat nog ruim 7,5 procent en in 2000 ging het om 6 procent. In Rotterdam, Amsterdam en Almere ligt het percentage levendgeborenen met een alleenstaande moeder boven het landelijk gemiddelde. Hier wonen relatief veel mensen met een Antilliaanse, Arubaanse of Surinaamse achtergrond, bevolkingsgroepen waarin eenoudergezinnen vaak voorkomen.
In 2010 kwam 58 procent van de pasgeboren baby’s terecht in een huishouden van een gehuwd stel. In 2017 was dat gedaald naar 55 procent. Nog steeds komt het merendeel van de baby’s ter wereld in een gezin met twee ouders, maar die zijn wel minder vaak getrouwd. Tot het midden van de jaren zeventig werden bijna alle baby’s nog geboren bij een getrouwde moeder.
Het verschilt per gemeente hoeveel moeders van pasgeboren kinderen getrouwd zijn. In Urk en Staphorst is meer dan 95 procent van de moeders getrouwd. In Heerlen, Boxmeer en Rijnwaarden ligt dit rond 40 procent. In deze gemeenten is trouwen vóór de geboorte van een kind het minst gebruikelijk.
Een gezin met twee kinderen is het meest gangbaar in Nederland.