De naar schatting tientallen mensen die zich nog op het Amsterdamse ADM-terrein bevinden, hebben een brief gekregen van het stadsbestuur waarin ze dringend worden verzocht te vertrekken. Wie niet meewerkt, is strafbaar, schrijven burgemeester Femke Halsema en verantwoordelijk wethouder Udo Kock. De bewoners moesten eigenlijk op eerste kerstdag weg zijn van het terrein in het Westelijk Havengebied, dat 21 jaar geleden is gekraakt.
In de brief herhalen de bestuurders de afspraak dat alleen de bewoners die tijdig vertrekken, gebruik mogen maken van de tijdelijke alternatieve locatie in Amsterdam-Noord. Een deel van de ADM’ers is hier al naartoe verhuisd. De gemeente heeft op deze zogenoemde slibvelden de nodige voorzieningen geregeld, zoals water, elektra en sanitair. Daarnaast hebben gezinnen andere woonruimte aangeboden gekregen.
Handhavers van de gemeente, die donderdag werden tegengehouden door de bewoners van de culturele vrijplaats in het Westelijk Havengebied, mochten vrijdag wel naar binnen. In de brief die zij hebben overhandigd aan de mensen die er nog zijn achtergebleven, staat verder dat ze toezichthouders en politie moeten toelaten op het terrein.
Donderdag werd al bekend dat de gemeente geen gehoor geeft aan een verzoek van het Mensenrechtencomité van de Verenigde Naties, dat zich op verzoek van de bewoners over de kwestie buigt, om voorlopig niet te ontruimen. Het stadsbestuur meent dat de slibvelden voldoen aan de eisen. “Het comité is hierover door Buitenlandse Zaken inmiddels geïnformeerd”, staat in de brief.
De gemeente hoopt dat de bewoners alsnog vrijwillig vertrekken en gehoor geven aan de uitspraak van de Raad van State, die eerder dit jaar besliste dat de ongeveer 130 bewoners weg moeten van het 45 hectare grote terrein. Mocht dat niet gebeuren, dan wordt op een niet nader genoemd moment ontruimd.
ANP