Hans van Willigenburg schreef deze zomer de recensies over Zomergasten. Dat smaakt naar meer, vindt ons van TPO. Daarom vanaf nu geregeld TV-recensies van zijn hand. Maar daar hebben we wel uw hulp bij nodig want hij doet het niet gratis. Daarom een vriendelijk verzoek: Doneer aan Hans van Willigenburg!
Ik lijd aan een dusdanig grote kijk- en luisterzucht, aan een zulke omvangrijke nieuwsgierigheid, dat het beroepsmatig aanzetten van de televisie bijna een zekere kwelling is geworden. Het meeste wat je tegenwoordig krijgt voorgeschoteld, wordt namelijk – in de voortdurende strijd tegen de zappende bankzitter – met een zulke hoge montagesnelheid versneden tot een smakeloos, audiovisueel papje, dat het bijna een kunst op zich is enigszins helder verslag te doen van waar je naar gekeken hebt. Bij het programma ‘Liefde is’ kijk je naar presentatrice Sophie Hilbrand die zich met een quasi-journalistieke smoes (‘Ik wilde dit programma graag maken, omdat we in een tijd leven waarin we schijnbaar ongekend veel keuzes hebben’, bla, bla, bla) naar binnen wringt bij mensen met wiens liefdesleven ‘iets aan de hand is’, voor zover er bij dit onderwerp niet altijd iets aan de hand is, juist als er ogenschijnlijk niets gebeurt.
Toegegeven, het is nét wat langzamer dan ‘swipen’ op Tinder, maar zangeres Krystl (verlaten), ex-ondernemer Sjaak (verlaten) en zijn twee mede alleenstaanden in het opvanghuis (eveneens verlaten) mogen weliswaar in aflevering twee van Liefde is op camera bij Sophie komen uithuilen en de verse emoties over hun liefdesverdriet de vrije loop laten, maar op het moment dat rechtsboven op subtiele wijze het volgende programma, Evenblij maakt vrienden, wordt aangekondigd, ben je Krystl, Sjaak en zijn twee kompanen met al hun privésores al zo goed als vergeten. Alleen Roos en Obbe, het stel dat zich met ontroerende vastberadenheid heeft voorgenomen blij en begripvol te gaan scheiden, weet zich met wat extra kleefpasta aan mijn hersenwand vast te klampen. Vooral de scène waarin energiebom en openlijk bekennend vreemdganger Obbe (‘ik heb een enorme vrijheidsdrang’) op het strand een soort van vreemde surfplank opblaast dan wel optuigt, om er vervolgens stoer mee in zee te duiken, is de opmaat naar een flard interview, even later (op het winderige terras van een strandtent, tegenover flitstherapeut Sophie), dat me nog lang zal heugen.
Nadat we de goedgebouwde ‘hunk’ Obbe in een eerdere scène zijn surfpak hebben zien aantrekken en Sophies haren nu op het terras alle kanten op wapperen, tast ze bij Obbe af wat hij zelf nu eigenlijk zijn aandeel vindt in de na zestien jaar op de klippen gelopen relatie met Roos, uitmondend in een scheiding. Obbe laat een stilte vallen. Omdat ik als kijker van Sophie al heb vernomen dat hij ‘meervoudig overspel’ heeft gepleegd, staat vast dat hij hoe dan ook ‘een aandeel’ heeft in de op handen zijnde afloop, maar ben ik in dubio of hij terugdenkt aan al zijn avontuurtjes met berouw of bravoure. De surfscène wijst op het laatste, maar de clipjes met de bakfiets, als zorgzame vader, wijzen op het eerste. Sophie probeert zich nog wat verder naar binnen te wrikken, liefst tot achter de lamellen van Obbe’s machistische ziel en wil dan, liefst zo precies mogelijk (serious business!) weten wat hem dreef om die lieve tuinarchitect van hem, Roos, zo te kwetsen. Obbe kijkt eerst nog wat dromerig in de verte, maar begint dan haperend aan zijn biecht, die allereerst gewag maakt van ‘een stukje bevestiging’ die je, sorry, als jonge, vrijheidslievende vent nu eenmaal zoekt. Om daarna, met adembenemende pauzes tussen de woorden, tot de schijnbare kern van het huwelijksdrama te komen: ‘Het is een stuk vrijheid… een stuk jacht… een stuk geil.’ Alsof Obbe in zijn eentje een coalitie akkoord moet verdedigen. En ineens beseft aan wat voor duf compromis hij zich verbonden heeft. Dan wel in drie losse appjes zijn buitenrelationele orgasmen poogt te rechtvaardigen. (TV kijk ik uiteindelijk voor deze zeldzame, geheel zelf op te sporen pareltjes…)
Ook Roos blijkt gewillig mee te werken aan de demontage van het romantische ideaal. Terwijl we haar in beeld, lachend en schijnbaar goedgemutst, naast Obbe richting scheidingsadvocaat zien fietsen, meldt ze trots dat het ondertekenen van de officiële documenten ‘niet voelt als een verlies’, omdat Obbe, zo is althans zijn belofte, volledig op zijn post blijft als zorgzame vader. Ook geeft ze te kennen ondanks zijn escapades nog steeds ’blij’ te zijn dat hij de vader van haar kinderen is en niet een andere man. Het uit elkaar gaan voelt voor haar daarom niet als een afscheid, maar als, let op, ‘een reorganisatie’. Kortom, het gezin als bedrijf. En emoties als te managen klootzakken.
Alle ‘reality’ wordt op zijn NPO’s ook nog gestut door heuse wetenschappers, die menen woorden met een wijdere strekking te kunnen debiteren over het heikele onderwerp ‘liefde’. Psychiater Dirk de Wachter komt niet heel veel verder dan dat we de deuren naar het liefdesverdriet, naar het voelen ervan, moeten opengooien (want niet-voelen gaat uiteindelijk meer pijn doen) en de door YouTube wereldberoemd psychotherapeut en overspelexpert Esther Perel, een diva op leeftijd met hersens en levenservaring, laat ons nog eens weten dat vreemdgaan zelden over ‘de ander’ gaat, degene met wie je het bed induikt, maar over de delen van jezelf die aan het afsterven zijn, of waar je een hekel aan begint te krijgen, en die je door het avontuurtje met die ‘ander’ poogt af te stoten of nieuw leven in te blazen. Gechargeerd gesteld is overspel, volgens Perel, het overeind houden van de BV Jezelf. En dus zelden een bewuste poging je eigen partner pijn te doen.
Misschien is het een gestuurde boodschap van deze serie, misschien ook een overdreven conclusie van mezelf, maar ‘Liefde is’ leek me eens te meer een bewijs dat we naast de reeds verregaand geïndividualiseerde werkprocessen van onze digitale maatschappij ook onze laatste strohalm, de liefde, hard bezig zijn te individualiseren. Zie Obbe met zijn in stukjes geknipte motivaties en beweegredenen.
Zelfs in die laatste warmtebron, De Liefde, lijkt de moderne mens gebroken en tamelijk eenzaam op de hoek van de straat te staan. Of was dat altijd al zo? En is de ‘winst’ dat we er nu op camera met Sophie Hilbrand over praten? Zapppp!